Het zijn de tweeduizend best bewaarde woorden voor een politiek-ceremoniële toespraak: de jaarlijkse Troonrede. Speechschrijvers, het Genootschap Onze Taal, de minister-president, de vorst en vorstin; allen spelen ze een belangrijke rol bij de samenstelling van de tekst. En beloven ze absolute geheimhouding van deze politieke terug- en vooruitblik. Als voorspel voor de derde dinsdag in september hebben we alle 196 voorgaande edities doorgenomen. En wat blijkt? De Troonrede wordt steeds begrijpelijker geschreven.

Wil je alle teksten - verzameld van de site Troonredes.nl - sinds 1814 doorlezen, dan ben je daar ruim negentien uur mee bezig. We hebben de Troonredes dus niet letter voor letter gelezen, maar de hulp ingeschakeld van een script dat alle teksten voor ons analyseert. Dankzij onze geautomatiseerde analyse weten we dat de woorden en zinnen in de Troonrede steeds korter worden. En daardoor is hij voor veel meer mensen te begrijpen.

Waarom de Troonrede leesbaarder wordt, daar wil je het liefst de bron voor raadplegen. Maar alle direct betrokkenen hebben een zeer strikte geheimhouding. Onze resultaten doorspreken met de schrijver van de Troonrede - een van de speechschrijvers van minister-president Mark Rutte - is dus niet aan de orde.

Gelukkig zit Jaap de Jong, hoogleraar Journalistiek en Nieuwe Media van de Universiteit Leiden dicht bij het vuur. Met grote letters staat de derde dinsdag van september in de agenda van de taalexpert geblokt. Tijdens het uitspreken schrijft en turft hij driftig mee: De Jong weet exact waar een tekst op kan stuklopen.

Dit artikel is op vrijdag 11 september bijgewerkt met de gegevens van vorig jaar. Het oorspronkelijke artikel is op 13 september 2019 gepubliceerd.

Hoe heet is jouw tekst?

De formule waarmee we de leesbaarheid vaststellen - de zogeheten Flesch Kincaid Grade Level - beloont korte zinnen en woorden. Hoe lager de score die uit de rekensom rolt, hoe leesbaarder de tekst is. Volgens hoogleraar De Jong is dat een soort ‘thermometer voor je toespraak’.

"Wat is de temperatuur in die tekst? Het geeft wel iets aan, maar het zegt niet direct wat je moet doen om het beter te maken." Kortere woorden en zinnen maken je toespraak niet per se beter. Dan krijg je wat De Jong 'platgeslagen Nijntje-teksten' noemt.

En inderdaad, als we Dick Bruna's meesterwerk Nijntje In De Dierentuin door die formule halen, dan komt daar een score van 1,1 uit. Of anders gezegd: een gemiddeld kind met 1 jaar onderwijs achter de rug kan deze tekst begrijpen. Let wel op: deze formule is voornamelijk gericht op teksten die je leest. De Troonrede is een tekst die eigenlijk is bedoeld om voorgelezen te worden.

Middelbaar scholier kan Troonrede begrijpen

Laten we dat eens naar de Troonrede vertalen. Een doorsnee Troonrede haalt een score van 15,2: met ongeveer vijftien jaar opleiding zit je op het leesniveau van iemand die één jaar hoger onderwijs heeft gevolgd.

Uit onze analyse blijkt dat dit niet altijd het geval is geweest. De Troonrede was vooral begin 1800 en rond de Tweede Wereldoorlog voor weinig personen te volgen. Zinnen van ruim veertig woorden lang zijn eerder regelmaat dan uitzondering.

Toen Juliana op de troon kwam, was de Troonrede in het slechtste jaar (met een score van 18,1) enkel te begrijpen door iemand die een universitaire opleiding volgt. Onder onze huidige koning is dat gedaald naar een score tussen 13 en 14: het leesniveau van een middelbare scholier.

Hieronder staan de Troonredes op jaar gesorteerd.

knd-app

Retorische handicaps

Een begrijpelijke tekst schrijven is eenvoudig. Korte zinnen, korte woorden. De uitdaging - zeker bij de Troonrede - zit voornamelijk in een aantrekkelijke en niet al te kinderachtige tekst. En daarbij moeten de schrijvers werken met één hand op de rug gebonden. "Het meest krankzinnige van deze toespraak is dat de man die hem uitspreekt, in ons geval koning Willem-Alexander, hem niet zelf heeft geschreven."

"Hij moet dus afzien van een heleboel retorische kansen die je in een normale toespraak wel hebt. Willem-Alexander kan niet zomaar een spannende anekdote vertellen." De Troonrede zal dus niet snel beginnen met een persoonlijk tintje. Een koninklijk huwelijk of geboorte is de uitzondering op die ongeschreven regel. De toenmalig koningin Beatrix blikte in 2001 terug op het huwelijk van Constantijn en Laurentien, en vooruit naar dat van het huidige koninklijke echtpaar.

Een andere handicap is dat in een Troonrede zelden iemand persoonlijk wordt genoemd. "Als je de ene persoon noemt, dan noem je de ander niet. En daar komt dan weer kritiek op. Zo moeilijk is het."

Een treffend voorbeeld daarvan was de Troonrede van 2002. Vier maanden daarvoor werd Pim Fortuyn vermoord: de eerste politieke moord in Nederlands sinds decennia. Koningin Beatrix noemde Fortuyn niet bij naam, en de enige verwijzing naar terrorisme ging over 9/11: "En na de aanslagen van 11 september vorig jaar is het besef doorgedrongen dat veiligheid en stabiliteit in ons land en in de westerse wereld toch niet vanzelfsprekend zijn."

Het is een heel moeilijk genre, zo'n speech. Echt heel ondankbaar, eigenlijk.

Jaap de Jong, hoogleraar Journalistiek en Nieuwe Media

De muziek van het aankomende jaar

Ondanks dat de Troonrede vanuit het zittende kabinet wordt geschreven, zul je niet heel snel een stevig politiek statement horen. De koning kan een enorme pro-VVD-toespraak houden, maar bij een volgend kabinet kan het zomaar een andere partij zijn waar hij voor spreekt. Een politiek kleurloze speech is het gevolg.

Daarmee stipt De Jong direct aan in welke spagaat de schrijvers van de Troonrede zich bevinden: pas een paar dagen later tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen wordt exact verteld wat het kabinet van plan is. "In de Troonrede worden de beleidsplannen voor het komend jaar behandeld, zonder dat daar echt beleidsdetails in staan. Het is een heel moeilijk genre, zo’n speech. Echt heel ondankbaar, eigenlijk."

Het is hét moment voor de overheid om naar buiten te treden. "De Troonrede is de toespraak die de muziek van het komend jaar inleidt." En die muziek is samengesteld uit alle bijdragen van ministeries. Zij dienen op voorhand hun beleidsplannen aan bij de speechschrijver, die er een samenhangend geheel van mag maken. "En dan moet hij lastige keuzes maken. Alle ministeries evenveel woorden geven is de dood in de pot. Dan wordt het een boodschappenlijst." Welke waarde heeft de Troonrede dan nog als je aan zoveel compromissen moet sluiten? "Het is de belangrijkste ceremoniële toespraak die we in Nederland hebben," stelt De Jong.

"Verwacht geen compliment"

"Het mooiste is als er extreme omstandigheden zijn. Daar kun je makkelijk tegenaan schrijven." Denk aan overlijdens in de Koninklijke familie of grote rampen zoals 9/11 of MH17. "Je kunt dan naar het belang van internationale samenwerking verwijzen. En op de golf van emotie kun je een aantal zware beleidspunten noemen."

Ook kan het verwijzen naar jubileums een goed middel zijn om emotie op te wekken. Jaap de Jong wijst op de vele keren dat naar een mijlpaal uit de twee wereldoorlogen wordt gerefereerd. "De koning zegt dan iets als: 'Het is dit jaar 50 jaar geleden dat...', en de oud-strijders grijpen al naar hun zakdoek."

Ondanks zijn vele kritiek op de Troonrede, wijst De Jong erop dat het razend knap is hoe hij wordt samengesteld. "Je kunt meer fout dan goed doen. Kleine fouten worden enorm opgeblazen. Iedereen die betrokken is bij de Troonrede, doet vooral aan damage control: het voorkomen van blunders. Dat is belangrijker dan een compliment krijgen voor een geweldige toespraak. Die krijg je gewoon niet."