Populisten claimen de taal van het volk te spreken en hun belangen te vertegenwoordigen. Onderzoekers wilden wel eens weten hoe vaak kranten hun taalgebruik overnemen. En de resultaten laten zien dat in de vijf grootste kranten het populistisch woordgebruik de afgelopen 27 jaar is toegenomen. Ook blijkt er veel minder verschil te zitten tussen populaire kranten (Telegraaf en AD) en kwaliteitskranten (Volkskrant, NRC en Trouw) dan van te voren gedacht werd. Opvallend is wel dat de Volkskrant in één categorie ver boven de rest uitstijgt. 

Voordat we naar de stijging kijken en het verschil uitvechten tussen verschillende dagbladen en types van populisme, is het handig te weten waar we het over hebben.

Populisme gaat er vanuit dat de samenleving in twee groepen is verdeeld. Het volk en de corrupte elite. Het is een manier van politiek bedrijven waarbij de populist de standpunten van het volk claimt in te nemen. Zij staan tegenover de elite, zoals politici of bankdirecteuren of een onbekende groep buitenstaanders, bijvoorbeeld asielzoekers. Ook kan er onderscheid gemaakt worden tussen links- en rechts-populisme.

Populisme gevierendeeld

Onderzoekers, onder wie Michael Hameleers van de Universiteit van Amsterdam, namen in een studie vier verschillende types van populisme onder de loep. Om rekening te houden met die verschillende types is er een selectie gemaakt van termen die onder elk populisme type vallen (te vinden in de appendix). Daarna is er in het krantenarchief (LexisNexis) gedoken en zijn artikelen van de afgelopen 27 jaar doorzocht. Vervolgens zijn de artikelen geteld waar de woordcombinaties instonden die bij de vier types horen. We zetten de types hier voor je op een rij: volk-centrisme, anti-elite, uitsluiting door rechts en uitsluiting door links.

Ruime verdubbeling van populistisch taalgebruik in vijf grootste Nederlandse kranten

Volk-centrisme stelt gewone mensen centraal, waarbij iedereen binnen die groep tot dezelfde mensen hoort. Zij worden typisch beschouwd als een stille meerderheid. Hierbij zou de stem van het volk weerspiegeld moeten worden in de politieke besluitvorming. Bij alle kranten stijgt het aantal artikelen waarin deze retoriek voor komt. De Volkskrant stijgt opvallend genoeg, vooral de laatste jaren, boven de rest uit.

Het gaat hierbij om termen zoals: Henk en Ingrid, de gewone Nederlander, het gewone volk, onze eigen cultuur, de hardwerkende belastingbetaler, Jan modaal etc.

Ruime verdubbeling van populistisch taalgebruik in vijf grootste Nederlandse kranten

Anti-elite staat voor de gewone mensen die zich verzetten tegen een buitenstaander. In deze vorm is dat de corrupte en de in eigenbelang handelende elite in de gedaante van politici.

Het gaat hierbij om termen zoals: zelfingenomen politiek, corrupte regering, leugenachtige politici, Eurofielen, nep-kabinet etc.

Ruime verdubbeling van populistisch taalgebruik in vijf grootste Nederlandse kranten

Als je naar uitsluiting door rechts kijkt gaat het om de uitsluiting van andere groepen die van buiten het zuivere soevereine volk van hun rechten beroven.

“Een veelgemaakte fout is dat rechts-populisme en nationalisme vaak als één en het hetzelfde worden gezien”, zegt Hameleers. “Bij nationalisme gaat het echt alleen om de natiestaat, dit is als het ware een onderdeel van populistisch rechts. In rechts-populisme wordt the people gezien als het gewone volk en dit wordt ook transnationaal ingezet. Kijk bijvoorbeeld naar Geert Wilders die zijn boodschap in het Engels over de hele wereld verkondigt.”

Het gaat hierbij om termen zoals: gelukszoekers, profiterende immigranten, de-islamiseren, asielprofiteurs, grenzen dicht etc.

Ruime verdubbeling van populistisch taalgebruik in vijf grootste Nederlandse kranten

Het onderscheid tussen links- en rechts-populisme wordt gemaakt omdat links-populisten andere standpunten hebben. Zij zijn niet nationalistisch en sluiten vreemde groepen niet uit. Anders dan bij uitsluiting door rechts zijn de anderen die een bedreiging vormen hier vooral economisch van aard. Je ziet dan ook zometeen in de grafiek dat vooral tijdens de kredietcrisis rond 2008 de links-populistische retoriek toeneemt.

Het gaat hierbij om termen zoals: extreem-rijken, corrupte bankier, kloof tussen arm en rijk, extreem rijken, graaicultuur etc.

Populistische taal in kranten neemt toe

Als we alle kranten en categorieën op een hoop gooien zien we sinds het millennium een ruime verdubbeling in het aantal artikelen met populistische terminologie. In 2000 tellen we 681 artikelen, in 2017 maarliefst 1.517. Die kunnen dus bijvoorbeeld uit quotes van politici of burgers gehaald worden of ingebakken zitten in de schrijfstijl van columnisten of verslaggevers. Als het artikel wat je nu hier leest in één van die kranten zou staan, was het ook meegenomen in de resultaten.

Een toename van populistisch taalgebruik in kranten is misschien wel te verklaren, maar welke krant daarbij het meeste stijgt is opvallend. Hameleers: “Aangenomen werd dat de populaire kranten (Telegraaf en AD) meer op sensatie en emotie zitten, maar dat zien wij gek genoeg niet terug in de resultaten.” Sterker nog, de kwaliteitskranten stijgen er vaak bovenuit, met de Volkskrant voorop.

Context is belangrijk

Een kanttekening die gemaakt moet worden is natuurlijk hoe de populistische taal wordt gebruikt. Zijn het bijvoorbeeld citaten of komen de betreffende woorden uit de koker van de schrijver?

Want media kunnen optreden als een soort doorgeefluik waarbij aandacht wordt gegeven aan de standpunten van populisten omdat ze nieuwswaardig zijn. Door politici te citeren is het duidelijk wie de bron is. Dit is wat je passief taalgebruik noemt. Deze vorm van populisme zal je eerder treffen bij de kwaliteitskranten, zoals bij de Volkskrant of Trouw. Actief taalgebruik betreft het gebruik van populisme door media of journalisten zelf: als een frame om sociale problemen of ontwikkelingen te presenteren. “Deze vorm is gevaarlijker omdat de bron niet duidelijk is. Dit zal je vaker tegenkomen bij de populaire kranten”, zoals de Telegraaf of AD.

“We hoeven ons geen zorgen te maken”

Volgens Hameleers kan de verklaring voor de toename van populistisch taalgebruik de opkomst van succesvolle populistische partijen zijn. Nu politieke partijen steeds meer succes boeken met het gebruik van populistische retoriek, kunnen de mensen ook gevoeliger zijn voor populistische ideeën. Om vervolgens weer tegemoet te komen aan de toegenomen aantrekkingskracht van het populisme onder de lezer, zouden nieuwsmedia in toenemende mate vaker kunnen kiezen voor populistisch taalgebruik.

Deze verklaringen zijn echter lastig wetenschappelijk te bewijzen. Langdurig enquête-onderzoek, of meer experimenten zijn nodig om bijvoorbeeld de gevolgen van populistisch stemgedrag door het consumeren van media te bewijzen.

Er is wel een stijgende trend te zien per populistische categorie aan termen, maar toch zegt Hameleers dat “we niet zo bang hoeven te zijn voor echt dik-populisme.” Daarmee doelt hij op populisme dat een combinatie is van de verschillende categorieën in één artikel. Bijvoorbeeld als het gewone volk tegenover de corrupte elite en de gevaarlijke migranten staat. Er is een sterk vermoeden dat die vorm van populisme het meest invloed heeft op stemgedrag. “Maar die combinatie zien we relatief gelukkig heel weinig. in die zin zou je kunnen zeggen dat we ons niet al te veel zorgen hoeven maken.”

Makers

Designer