Ze worden wel de kakkerlakken van de zee genoemd, de tonijn. Ze groeien hard en snel. Toch staat de populatie van sommige soorten tonijn sterk onder druk. Dus is er regulering nodig. Daarbij is traceability (of herleidbaarheid) het sleutelwoord: Een woord dat verkopers van ingeblikte tonijn dan ook graag gebruiken. Soms ten onrechte, zo blijkt uit dit onderzoek van Ludo Hekman en Helena Kreiensiek in samenwerking met Pointer en studenten van de Vrije Universiteit.

Het onderzoek naar illegale visserij gaat - zoals je in eerdere publicaties kon lezen - voornamelijk over tonijn. Onderstaande foto kwamen we tegen tijdens dit onderzoek, en het illustreert de uitdagingen in de visserij. We analyseren de foto hieronder uitgebreid en ontdekken dat dit Spaanse schip tonijn vangt voor Princes, veel bijvangst heeft en regelmatig haar zender uitzet - waardoor het niet te traceren is.

Wat één foto zegt over je blikje tonijn (en dat is meer dan enkel exotische bijvangst)

Maar eerst, waar draait het om?

De markt voor tonijn is enorm: Jaarlijks gaat er 40 miljard dollar in om. Een groot deel daarvan eindigt in kleine blikjes op de schappen van de supermarkt. Consumenten in Nederland kopen jaarlijks 41 miljoen blikjes tonijn. Volgens het IRI, dat onafhankelijk marktonderzoek doet, is slechts zeven procent van die blikjes MSC-gecertificeerd.

MSC is belangrijk voor de traceerbaarheid van tonijn, want het keurmerk verwacht van haar partners om de tonijn van vangst tot blik te kunnen volgen (ook wel ocean to plate tracebility genoemd). En traceerbaarheid is de sleutel tot een meer duurzame visserij sector, denkt Christine Absil, directeur van de Good Fish Foundation: "Het is de grootste uitdaging van de industrie op dit moment. En het is waar alle NGO’s zich op richten."

Als het traceren niet door het MSC-keurmerk wordt afgedwongen, zoals bij slechts zeven procent het geval is, dan moet de consument vertrouwen op informatie van de merken zelf. Maar kun je daar wel op vertrouwen? In Nederland zijn John West, Rio Mare en Princes de grootste verkopers. Kunnen zij achterhalen waar hun tonijn oorspronkelijk is gevangen?

Rio Mare zegt dat zelf te kunnen doen. Op hun website beloven ze dat elk blikje te traceren is. En desgevraagd antwoorden ze dan ook op een verzoek om informatie, met de naam van het schip dat de tonijn van een specifiek blikje gevangen heeft. Heel concreet, want dat schip is daarna terug te vinden op de wereldkaart van Global Fishing Watch, waar een groot deel van de vissersboten worden gevolgd. Er is alleen geen manier om onafhankelijk te controleren of het genoemde schip inderdaad de tonijn in je blikje heeft gevangen.

John West en Princes

John West doet dezelfde belofte op hun website, maar die belofte wordt minder goed waargemaakt dan bij Rio Mare. Ze kunnen - zo beloven ze - op basis van de streepjescode van een blikje, de tonijn traceren en vertellen waar het precies gevangen is. Maar als we informatie over een serie van vijftien willekeurige blikjes opvragen, reageren ze er op negen daarvan. En van die negen blikjes kon men er bij slechts twee een specifieke vangstlocatie doorgeven.

Princes, ten slotte, doet geen belofte over de traceerbaarheid van haar tonijn. Welke mogelijkheden heb je dan als consument nog om zelf een vinger aan de pols te houden? Kunnen we het misschien op eigen kracht uitvinden waar de Princes tonijn gevangen wordt? Waarschijnlijk niet, zegt Henk Brus, handelaar in tonijn en directeur van Pacifical dat enkel MSC-gecertificeerde tonijn verkoopt. Brus: “Er is geen eenvoudige manier om dit te doen. Schepen leveren bij verschillende fabrieken, afhankelijk van wisselende prijzen. Daar zit geen patroon in. Er is geen simpele manier om dat te doorzien. Zelfs geen moeilijke manier. Het is mij nooit gelukt.” Pacifical probeert dat zelf te doorbreken door de tonijn die zij vangen en verkopen te registreren in een blockchainregister.

De moeilijkheid zit in de complexiteit van de keten. De vissersvloot is divers en vaak geen eigendom van de uiteindelijke verkoper. Dat geldt ook voor de canneries, waar de tonijn in blikjes wordt verpakt. Dat maakt traceren van tonijn van oceaan tot supermarkt ingewikkeld.

Maar wie terugredeneert kan met openbare informatie een eind komen. Zelfs bij een partij die zelf geen informatie verschaft over de herkomst van haar tonijn, zoals Princes. Hieronder werken we een voorbeeld uit dat we samen met studenten van de Vrije Universiteit in kaart brachten.

Echebastar levert aan Princes

Princes verkoopt het populairste blikje tonijn van Nederland. Dit is wat we hebben gedaan om toch in kaart te krijgen waar die tonijn vandaag kwam.

Princes laat haar blikjes tonijn vullen bij een fabriek op Mauritius. Door open bronnen te doorzoeken, zoals contracten, audits en websites, konden we een lijst aanleggen van zo’n vijftig schepen die mogelijk aan deze fabriek leveren. Uit een audit-rapport uit 2016 blijkt bijvoorbeeld dat het Spaanse visbedrijf Echebastar een van hun toeleveranciers is.

Nu we weten dat Echebastar tonijn levert aan Princes, kunnen we kijken of er informatie beschikbaar is over dit bedrijf en haar vismethoden. We hebben de vloot - bestaande uit zes schepen - in kaart gebracht en zijn via Facebook en Instagram op zoek gegaan naar werknemers van het bedrijf.

Dat bracht ons bij de foto: we zien een man met een schildpad, vermoedelijk op een schip. Analyse van die foto levert het volgende op:

1. Dit is de Elai Alai van Echebastar

De belangrijkste aanwijzing daarvoor vinden we op de ronde voorwerpen in de achtergrond. Daarop staat ‘Elai’. Het verwijst naar de naam van een van de zes schepen van Echebastar, de Elai Alai (officiële identificatie nummer of zogenaamde IMO nummer daarvan is 9046966), een vissersschip dat vaart onder de Spaanse vlag. De man centraal in de foto woont op de Seychellen en is een fervent visser. Wanneer we een andere foto van de Elai Alai vergelijken (met daarop het IMO-nummer, een uniek identificatienummer van een schip), zien we dezelfde kenmerken: houten dek, blauwe rand en wit afgeschilderd.

Wat één foto zegt over je blikje tonijn (en dat is meer dan enkel exotische bijvangst)

Ook wanneer we de vorm van de schaduw vergelijken met een andere foto van de Elai Alai, blijkt dat de vorm overeenkomt (let op de twee witte verticale metalen palen). Zeer waarschijnlijk dus dat deze foto inderdaad op het dek van de Elai Alai is genomen.

Wat één foto zegt over je blikje tonijn (en dat is meer dan enkel exotische bijvangst)

Met een vloot van zes schepen is Echebastar goed voor 35.000 ton (35 miljoen kilo) tonijn per jaar. Momenteel is het bedrijf onderwerp van een heftige discussie in de wereld van de visserij, zoals ook eerder bij Follow The Money beschreven. Echebastar is de eerste vissersvloot die omstreden FADs (fish aggregating devices) gebruikt, en toch het MSC-keurmerk kreeg. FADs zijn drijvende objecten die grote hoeveelheden vis aantrekken. Na een tijdje wordt het ringnet rond de FAD langzaam aangesnoerd en alle vis verzameld. Het nadeel is dat daarbij veel jonge vis wordt gevangen en dat de bijvangst groot is. Het WWF spande een officiële bezwaarprocedure aan tegen het MSC, maar verloor. Echebastar heeft sinds 2019 het MSC-keurmerk.

Wat één foto zegt over je blikje tonijn (en dat is meer dan enkel exotische bijvangst)

2. Wat duurzaam is, staat ter discussie: omstreden lokvlotten

De ronde voorwerpen in de achtergrond zijn drijvende sensoren voor FADs. De sensoren registreren de hoeveelheid biomassa onder een lokvlot en geven een seintje wanneer het ringnet kan worden aangespannen. De gevangen schildpad op de foto is daarvan mogelijk een gevolg. Het is een Karetschildpad of Groene zeeschildpad. Beide soorten zijn bedreigd.

Dit staat symbool voor een groot probleem in de visserij: bijvangst. De meeste schepen publiceren niet hoe groot hun bijvangst is. Ook Echebastar doet dat niet, maar de Duitse natuurbeschermingsorganisatie Shark Project heeft haar hand weten te leggen op data afkomstig van Echebastar zelf, waaruit blijkt dat de bijvangst in 2016 onder andere 7168 zijdehaaien bevatte. Zijdehaaien is een beschermde diersoort.

Dat Echebastar toch het MSC-keurmerk heeft gekregen, dankt ze volgens MSC - opvallend genoeg - juist aan haar lage bijvangstpercentage, het gebruik van netloze FADs en het vlug kunnen terugzetten van potentiële bijvangst.

Echebastar is niet het enige bedrijf dat MSC-certificatie nastreeft ondanks gebruik van FADs. Ook het veel grotere Spaanse OPAGAC is onlangs gestart met het MSC-certificeringsproces. Ook zij vissen op grote schaal met FADs.

Dat het mogelijk is het MSC-keurmerk te krijgen en toch FADs te gebruiken stuit op veel verzet. Volgens een coalitie van 88 experts en organisaties die duurzaamheid in de visserij nastreven is het MSC-keurmerk veel te zwak als het gaat om de bestrijding van bijvangst.

3. ‘Traceability’ is sleutelwoord, maar dit schip is niet traceren

Nu we weten welk schip het is, en dat het schip onderwerp is van een debat over de toekomst van duurzame visserij, is het natuurlijk interessant om te weten waar Elai Alai precies haar tonijn vangt. En omdat het schip een capaciteit heeft die groter is dan driehonderd ton (2217 ton om precies te zijn) zijn ze volgens internationale afspraken verplicht om hun identificatie apparatuur (AIS) aan te houden tijdens de vaart. Die gegevens tonen waar en wanneer de boot vaart en die gegevens zijn daarna eenvoudig via Global Fishing Watch in te zien.

Dit is de data van Global Fishing Watch:

Wat één foto zegt over je blikje tonijn (en dat is meer dan enkel exotische bijvangst)

Handhavende autoriteiten kunnen schepen volgen via een VMS (Vessel Monitoring Systems). Het VMS geeft signalen af over de positie van het schip. Deze zijn niet publiekelijk toegankelijk en daarom richten wij ons op het AIS systeem. Er zijn veel dagen waarvan Global Fishing Watch geen AIS-gegevens heeft. Waarschijnlijk wordt de AIS-zender uitgezet. Dat blijkt ook uit de data die wij van de website Marinetraffic ontvangen. Dat is ook een website die je in staat stelt om zelf de route van schepen te traceren. Het uitzetten van de AIS-zender is in strijd met de regelgeving die geldt voor visserij. Het maakt ook de traceerbaarheid van de tonijn onmogelijk. We hebben deze casus voorgelegd aan Echebastar, maar zij hebben niet gereageerd op onze vragen.

Dit verhaal laat zien hoe transparantie in de keten van tonijn de kern is van een duurzame visserijsector. Hoe bedrijven wisselend presteren en hoe ook het MSC-keurmerk daarbij soms ter discussie wordt gesteld. Maar het heeft ook laten zien dat toenemende mogelijkheden zijn om als consument zelf een vinger aan de pols te houden.

Deze publicatie kwam tot stand door een samenwerking tussen Lighthouse Reports en Pointer en is ondersteund met een bijdrage uit de Regeling Onderzoeksjournalistiek van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.