Voor ons onderzoek naar Bestrijdingsmiddelen zoeken we contact met de leveranciers en producenten. We willen weten hoe zij in de discussie rondom het gebruik van gewasbescherming staan. Hun belang lijkt immers bij méér gebruik te liggen, niet bij minder zoals de overheid wil.

Agrodis is de vereniging die de belangen behartigt van de distributeurs van pesticiden. Nefyto is de belangenbehartiger van de producenten (zoals Bayer, Monsanto en Syngenta). We bellen beide verenigingen. Voor Agrodis komen we in contact met Conno de Ruijter en voor Nefyto met Jo Ottenheim. Beide heren werken bij Brabers, een advieskantoor voor het bedrijfsleven dat gespecialiseerd is in lobbywerk en strategisch advies.

‘Goed saldo voor de telers’
Als we ze vragen naar het beleid van de overheid om chemische bestrijding als laatste redmiddel in te zetten, geven beiden aan het oneens te zijn met deze visie. Ottenheim spreekt namens de producenten: ‘Als je een middel niet gebruikt en een gewas wordt toch aangetast, dan moet je achteraf en misschien wel met meer schade voor het milieu gaan corrigeren. Dat is ook zonde van je kapitaal, van je arbeid. Je maakt dan niet optimaal gebruik van de mogelijkheden die je hebt.’

De Ruijter spreekt namens de distributeurs: ‘Wij zeggen: voorkomen is beter dan genezen. Dat heeft economische voordelen voor telers. Wij stellen het gewas centraal en richten onze aanpak daarop in. Telers hoeven niet zoveel mogelijk te produceren, maar willen wel een goed saldo halen.’ De Ruijter heeft het zelfs liever over Integrated Crop Management dan over Integrated Pest Management, de manier van werken waartoe boeren verplicht zijn en waarbij chemische bestrijding als laatste redmiddel wordt ingezet. De Ruijter: ‘Het gewas moet voorop staan, niet de plaag. Wij willen dat telers de mogelijkheid hebben om zelf te kiezen welke maatregelen of middelen ze gebruiken.’

'Als een adviseur geen toegevoegde waarde heeft, dan heeft een boer dat heus wel door’
Dat klinkt mooi, maar toch blijven we zitten met het feit dat beide verenigingen er belang bij hebben om zoveel mogelijk te verkopen. De distributeurs hebben teeltadviseurs in dienst, hoorden we al eerder van teeltadviseur André. Zij komen bij de boer op het erf om advies te geven over de teelt en verkopen de boer vervolgens zelf de middelen. Maar dat is geen enkel probleem, vertelt De Ruijter: ‘De teeltbegeleider heeft een lange relatie met een boer,’ meent hij. ‘Hij levert niet alleen gewasbeschermingsmiddelen, maar ook zaaizaden, meststoffen, monitorsystemen en scouting. Als een adviseur geen toegevoegde waarde heeft, dan heeft een boer dat heus wel door.’

Ottenheim: ‘Je moet het zo zien: de boer gaat niet voor zijn lol een rondje spuiten. Die zit ook liever thuis te barbecueën met zijn gezin. Maar het is nodig om middelen te gebruiken vanwege de opbrengst, en de kwaliteit van de oogst.’

Uitgelicht

Teeltadviseur André van Kessel met rechts van hem boer Jos / De Monitor

Zonder bestrijdingsmiddelen kunnen we de wereld niet voeden, volgens deze teeltadviseur

Niet alleen maar puntgave komkommers

Over die opbrengst gesproken, wij horen steeds het argument dat de consument zulke hoge eisen stelt aan zijn voedsel en perfecte producten wil. De Ruijter: ‘Het systeem kent grenzen. We zijn het nu aan het omvormen, in de hele keten. De verdeling moet anders, dus niet alleen meer puntgave, rechte komkommers, en misschien ook wat minder mooie producten accepteren in de markt. Dan is de drijfveer voor een teler om alleen triple A-producten te leveren ook minder. Nu leveren alleen die geld op.‘

Een QR-code voor bestrijdingsmiddelen

Eerder beschreven we de schade die bestrijdingsmiddelen in het milieu veroorzaken. Hoe kijken de verkopers daarnaar? Ottenheim: ‘Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) kijkt of de toepassing van een middel binnen alle veiligheidsmarges valt en geeft dan het OK-stempel. De middelen zijn dus betrouwbaar, het werkt snel en het gaat fluctuatie in oogsten tegen.’

Toch komt het deels in het milieu terecht. Hoe monitoren we waar al die middelen blijven en of ze schade aanrichten? De Ruijter: ‘Vanaf 2020 willen we dat onze gewasbeschermingsmiddelen traceerbaar zijn. Net zoals artikelen in de supermarkt. Een QR-code op ieder product, waarmee we het kunnen volgen door de productieketen’.

Uitgelicht

Jongetje redt vissen uit ondiep water / ANP

Tien miljoen kilo bestrijdingsmiddelen gebruiken we per jaar. Waar blijven die?

Makers