We zijn twee weken bezig met ons onderzoek naar bomenkap. Tijd voor een tussenstand. We krijgen veel verontwaardigde mails en Facebook-reacties over de grootschalige kap van bos. Maar zijn deze zorgen nou altijd terecht?  

Grofweg wordt er in Nederland om twee redenen gekapt: om het bos te verjongen en om plaats te maken voor andere natuur. Zo’n ‘verjongsingskap’ treffen we aan in Ruurlo, waar we samen met tipgever Petra Sips een aantal kale vlaktes bezoeken. Net als veel andere tipgevers heeft ze de hulp ingeroepen van Jaap Kuper om de schade op te nemen. Hij is voormalig beheerder van de kroondomeinen en zoekt met regelmaat de publiciteit om zijn ongenoegen over het kapbeleid van Nederlandse bosbeheerders onder de aandacht te brengen.

Kuper

Het kappen van hele stukken bos, zogeheten kaal- of eindkap, bedoeld om meer licht in het bos te krijgen en zo jonge aangroei te bevorderen, is volgens Kuper niet nodig. Hij is voorstander van wat hij ‘natuurvolgend bosbeheer’ noemt. Kuper wijst op het aangrenzende bos, naast de kale vlakte die we bezoeken. ‘Je ziet allemaal jonge boompjes tussen de oudere bomen staan. Als je af en toe hout oogst, het bos uitdunt, laat je die jonge bomen staan, zodat die volwassen kunnen worden. Bij kaalkap verdwijnt alles, ook de jonge aangroei.’

Kuper wijst op de bodem. Die is ‘geklepeld’, oftewel omgewoeld. ‘De hele bodemstructuur is door de war gegooid’. Volgens Kuper groeien er nauwelijks bomen terug door deze manier van kap. Als de verjongingskap niet blijkt te werken, moeten bosbeheerders op den duur zelf nieuwe bomen terugplanten. Zonde van het bos, aldus Kuper. Slecht voor het klimaat en uiteindelijk een stuk duurder, omdat het aanplanten van bos een flinke kostenpost is.’

‘Ruimte maken voor groei’

Maar heeft Kuper gelijk? Als we langsgaan bij Probos, een stichting die betrokken is bij het gros van het Nederlandse bosonderzoek, horen we dat het te simpel is om te stellen dat kaalkap altijd een slecht idee is. In sommige gevallen, voornamelijk bij een arme grond, kan meer licht namelijk wel goed helpen bij de ontwikkeling van nieuw bos. Staatsbosbeheer laat in een reactie weten: ‘Staatsbosbeheer maakt steeds per gebied zorgvuldige afwegingen tussen beschermen, beleven en benutten, waarbij we onze bossen duurzaam beheren voor nu en voor toekomstige generaties. Kleinschalige kaalkap is daarvoor soms nodig. Wel zijn we tot inzicht gekomen dat we in het verleden te grote oppervlakten hebben gekapt en kiezen we nu voor kleinere oppervlakten. Om de natuurlijke verjonging op gang te krijgen bewerken we de bodem, maar mocht er niet voldoende groei komen dan planten we altijd nieuw bos terug.’

Ook bellen we met Maarten Willemen. Hij werkte vroeger voor Staatsbosbeheer en is inmiddels voorzitter van de Algemene Vereniging Inlands Hout (AVIH), de branchevereniging voor ondernemers in de bos- en houtsector in Nederland. ‘Ik volg die kritiek niet. De intentie bij verjongingskap is om bos gewoon bos te laten. Dat bos heeft een belangrijke functie, zeker als je kijkt naar wat we voor klimaatdoelstellingen hebben. Het is een hele betrouwbare, bewezen manier om CO2 vast te leggen en een jong, groeiend bos doet dat buitengewoon effectief. In dat opzicht is het heel erg nuttig om hout te oogsten en ruimte te maken voor groei.’

Willemen is het eens met Kuper dat niet iedere kaalkap even gelukkig is uitgevoerd, maar dat je in ieder bos eindeloos kunt uitdunnen klopt volgens hem niet. ‘We hebben in Nederland relatief veel bos dat –na jaren eindeloos doordunnen- bestaat uit slechts een paar volwassen bomen en erg veel bramen of gras of varens daaronder. Op die plekken is het logisch om een eindkap te doen en vervolgens opnieuw aan te planten.’

Hij voegt daaraan toe dat het belangrijk is om deze wijze van kappen los te zien van die andere reden om bomen te kappen: het omvormen van bos naar andere vormen van natuur. ‘Er wordt soms, zonder met de ogen te knipperen, 70 hectare bos platgeslagen om er heide of stuifzand van te maken. Daar maken we ons als houtbranche buitengewoon veel zorgen over.’

Omvorming

Tijd om zo’n gebied te bezoeken. In Vledder nemen Erna Plenter-Jansen en René Loesberg ons mee naar een aantal recent gekapte stukken bos. ‘Hele percelen bos zijn verdwenen, maar we zien daar geen aanplant voor terugkomen. en er worden geen bomen teruggeplant. De grond is namelijk gereserveerd voor heide.’

Uitgelicht

De Lemelerberg in Overijssel / De Monitor

‘Onze omgeving wordt kaal gekapt, zonder dat we weten of er iets voor terugkomt’

Op die manier wordt de klok teruggezet naar begin van de vorige eeuw. In Drenthe, maar eigenlijk door heel Nederland, was het oorspronkelijke bos grotendeels verdwenen door intensieve landbouw. Op verarmde gronden onstonden vervolgens heide en zandverstuivingen. Juist die landschappen van vroeger staan nu onder druk, wederom door landbouw. Door bemesting slaat stikstof neer op de bodem. Heide doet het niet goed op deze stikstofrijke grond, maar bomen juist weer wel. Het bos dat door Staatsbosbeheer begin vorige eeuw is geplant om aan de vraag naar hout te voldoen, moet nu weer wijken om aan Europese natuurdoelen te voldoen. Daarin hebben we afgesproken dat in Nederland heide en stuifzandgebieden, plus de dieren en insecten die daar leven, beter beschermd moeten worden.

Bomenkap.jpg

Er wordt dus gekapt om de biodiversiteit te bevorderen, maar tegelijkertijd blijkt uit onderzoek van de Wageningen Universiteit dat deze ‘omvorming’ de grootste oorzaak van ontbossing is in ons land. En als we dan tegelijkertijd het klimaatakkoord erbij pakken is dit toch opmerkelijk. Daarin hebben we namelijk óók afgesproken om er alles aan te doen om het verdwijnen van bos te voorkomen en zelfs nog meer bos aan te leggen.

Meerdere experts die we spreken uiten hun zorgen hierover. Voornamelijk omdat er bij natuurherstel geen meld- of herplantplicht geldt. Waar normaal geëist wordt om voor elke gekapte boom een nieuwe te planten, geldt dit niet voor het rooien van bos met deze reden. AVIH-voorzitter Willemen: ‘Sluipenderwijs verdwijnt zo veel waardevol bos.’

Uitgelicht

Bomenkap / ANP

Bos dat vervangen wordt door andere natuur hoeft niet teruggeplant te worden

De grote vraag is: als we het bos zoveel mogelijk willen behouden, wie heeft dan de regie? Het is bijvoorbeeld onduidelijk hoeveel bos er de komende jaren wordt omgevormd, al liggen er al vele plannen klaar hiertoe. Als we die plannen bekijken wordt kap vaak wel aangekondigd, maar hoeveel bomen er omgaan staat er vaak niet in. Wie houdt dit in de gaten?

Makers