Voor de laatste politieke verkiezingen van dit jaar hoeven we niet naar de stembus, maar dat maakt die niet minder belangrijk. Vandaag bepalen de kersverse leden van de Provinciale Staten wie er plaats gaan nemen in de Eerste Kamer. Wij hebben in kaart gebracht bij welke stembureaus de politieke partijen hun meeste fans hebben.
“Doordat de Eerste Kamerleden niet rechtstreeks door de burgers worden gekozen, staan ze wat verder van de dagelijkse politiek af”, lezen we op eerstekamer.nl. Een wervende verkiezingscampagne voor de Eerste Kamerverkiezingen zal je dan ook niet snel tegenkomen. De Eerste Kamer heeft dan ook minder bevoegdheden dan de Tweede Kamer: de leden mogen bijvoorbeeld wetsvoorstellen niet veranderen of zelf indienen. Toch moet elk wetsvoorstel dat de Tweede Kamer heeft aangenomen eerst ter goedkeuring door de Eerste Kamer. Die kan het voorstel aannemen of verwerpen. Daarom is het voor de regeringscoalitie belangrijk ook een meerderheid te hebben in de Eerste Kamer. En daar zit nu juist de crux: die meerderheid is er niet meer.
Niet elke provincie gelijk
Want de samenstelling van de Provinciale Staten is substantieel veranderd ten opzichte van vier jaar geleden. Voorheen waren VVD en CDA de twee grootste partijen in de provincies, maar zij moeten respectievelijk nu genoegen nemen met een tweede en derde plaats. Op de eerste plek komt namelijk Forum voor Democratie, gegroeid uit het niks naar 86 zetels en zo met 6 zetels groter geworden dan de voormalige nummer één, de VVD. De andere grote winnaar, met 11 zetels minder dan CDA, is GroenLinks met een groei van 30 naar 61 zetels in de provincies.
De provincies met de meeste inwoners hebben bij de verkiezingen de zwaarste stem. Zo heeft Flevoland er 41 en bestaan de Provinciale Staten van de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Noord-Brabant allen uit 55 leden. Dit komt omdat deze provincies in verhouding meer mensen vertegenwoordigen. De stem van de Statenleden uit de dichtbevolkte provincies weegt daarom ook zwaarder tijdens de Eerste Kamerverkiezingen. Het is dus belangrijk waar de partijen provinciaal de meeste stemmen halen. We doken daarom opnieuw in de data van de Provinciale Statenverkiezingen van 20 maart en hebben per stembureau gekeken naar het lokale stemgedrag.
Geografische concentratie
SGP, DENK en de ChristenUnie hebben een hele geconcentreerde basis. Bij de SGP is bijna de helft van hun stemmen afkomstig van vijf procent van alle stembureaus waar zij deelnamen. Bij Groenlinks en het CDA is dat effect er, in veel mindere mate, ook. CDA doet het goed in de minder dichtbevolkte gebieden, terwijl GroenLinks het vooral moet hebben van de grote (studenten-)steden.
Aan de andere kant zien we dat PvdA, VVD en Forum voor Democratie juist stemmen binnenhalen bij praktisch alle stembureaus. Bij Forum is deze trend het sterkst. Heel sterk zelfs, want na een analyse van het stemgedrag per stembureau tijdens de Provinciale Staten-verkiezingen blijkt het volgende: er waren 9.300 stembureaus en slechts in in drie gevallen heeft Forum helemaal geen stem gekregen. Dit was bij Woonzorgcentrum Nebo in Zwijndrecht (122 stemmen in totaal), een mobiel stembureau in Tubbergen (50 stemmen in totaal) en een piepklein stembureau in Den Haag waar maar drie stemmen uitgebracht zijn.
Dit zit heel anders met bijvoorbeeld DENK. Zij halen liefst 46 procent van al hun stemmen uit 466 stembureaus, één op de twintig dus. “DENK, SGP en GroenLinks zitten veel meer in specifieke stukjes van het land”, legt Josse De Voogd uit. Hij is electoraal geograaf en doet onderzoek naar politiek en samenleving. ”Deze partijen halen veel stemmen op binnen een klein deel van het totale stemgebied, terwijl Forum op het middenstuk leunt. Ze hebben allemaal net een ander patroon.” In de data zien we dat GroenLinks en D66 het heel goed doen in stembussen bij de universiteiten, waarmee we kunnen concluderen dat veel studenten op deze partijen stemmen. De SGP haalt traditiegetrouw veel stemmen op in de Biblebelt, de provincies die in een brede strook van Zeeland naar Overijssel liggen.
Volgens De Voogd passen partijen zich aan op trends in de maatschappij. Zo zijn aparte katholieke en protestantse partijen in CDA opgegaan toen religie een minder belangrijke factor in de samenleving werd en de kiezer meer behoefte had aan een links-rechts scheiding. Nu komt er een nieuwe scheiding bij, die tussen ‘progressief’ en ‘conservatief’ of ‘kosmopolitisch’ en ‘nationalistisch’. De Voogd: “Daarom ontstaan er nu steeds meer nichepartijen. Er zijn steeds nieuwe bewegingen die nieuwe groepen emanciperen.”
De Voogd onderzoekt de geografische spreiding van deze groepen. “Je ziet het als een stuk van de PvdA-aanhang zich afsplitst. Dan versplinteren ze naar andere partijen en zullen niet naar één specifieke partij overstappen. De PvdA zie je in Pekela stemmen verliezen aan PVV en SP. Maar in Amsterdam-West weer aan DENK, terwijl in Amsterdam-Centrum GroenLinks en D66 betere opties lijken te zijn."
”Volgens mij vinden veel mensen uit de middenklasse in West-Nederland de PVV toch iets te grof of lomp.”
Hoe zit het dan een nieuwe partij als Forum voor Democratie? Waar halen die uit het niets hun stemmen vandaan? “Het is een beetje dubbel, want als je kijkt naar kiezersonderzoek is Forum ook een beetje niche - redelijk inkomen, middelbaar tot laag opgeleid, iets vaker man, iets bovengemiddelde leeftijd. Alleen dat type woont wel vrijwel overal.”
Maar waar verschilt Forum dan van de PVV? ”Deels leunt het op het PVV-electoraat, dat zie je in de kaarten terug. Maar je ziet wel dat ze nieuwe kiezers aanspreken, vooral in het westen. Volgens mij vinden veel mensen uit de middenklasse in West-Nederland de PVV toch iets te grof of lomp.” De Voogd beschouwt Forum als de nette versie van de PVV: “Ik denk dat de PVV iets meer een totale afwijzing is van alles, en dat Baudet, wat je er ook van vindt, wel een vergezicht schetst waar het heen moet met de samenleving.”