De Verkaufsbücher geven een aangrijpend overzicht van Joods vastgoed dat in de Tweede Wereldoorlog is afgepakt en vervolgens door oorlogskopers is buitgemaakt. In deze boeken staat gedetailleerd beschreven hoe meer dan 7.000 Joodse panden en stukken grond in de handen van meestal louche ondernemers en vastgoedhandelaren zijn beland. Sinds juli vorig jaar is deze administratie gedigitaliseerd door het Nationaal Archief in samenwerking met het Kadaster. Pointer gaat op zoek naar verhalen achter deze transacties. 

Een medewerker van het Nationaal Archief legt een archiefdoos op een brede houten tafel. Uit de doos verschijnt een ingebonden boek. Op de pagina’s zijn handgeschreven namen, adressen, woonplaatsen en bedragen geschreven. Het zijn twee van de zeventien boeken met Duitse administratie die de oorlog hebben overleefd. De Verkaufsbücher tellen achttien exemplaren, alleen deel 1 is vermist. In deze boeken staan 7.107 transacties omtrent woningverkopen beschreven.

Nadat Nederland capituleert en de Duitsers de dienst uitmaken, worden de eerste tekenen van arisering, de gedwongen verdrijving van Joden, zichtbaar in Nederland. Op 11 augustus 1941 komt er aan de lange lijst van verordeningen, een nieuwe maatregel bij: Alle Joodse inwoners worden verplicht hun woning en ander vastgoed aan te melden bij de Niederländische Grundstücksverwaltung (NGV). Het blijkt de eerste stap te zijn in het onteigeningsproces dat in de jaren erna zal volgen.

Verkauf2.jpg

In de zomer van 1942 worden de eerste Joodse burgers op transport gezet richting werk- en vernietigingskampen. Sommigen ontspringen de dans door op andere locaties onder te duiken. Het zorgt ervoor dat veel vastgoed, dat op naam staat van de Joodse burgers, leeg komt te staan. Omdat deze panden zijn aangemeld bij de NGV, nemen zij de panden in beheer. Daarmee begint vervolgens de onteigening en verkoop van de onroerende goederen.

De NGV stelt andere partijen aan, zoals makelaars of administratiekantoren, om de Joodse panden te verkopen aan geïnteresseerde handelaren. Eén van de bekendste particulieren is makelaar Dirk Hidde de Vries. De Hagenaar richt speciaal voor de verkoop van de onteigende Joodse panden de Algemeen Nederlands Beheer van Onroerende Goederen (ANBO) op. Deze organisatie wordt door NSB’ers geleid. Zij zorgen in samenwerking met andere makelaars en notarissen ervoor dat de onteigende Joodse woningen worden doorverkocht.

De winst van deze handel in onteigende woningen (44.574.035 gulden, of ruim 260 miljoen euro) stroomt direct door naar de roofbank Lippmann, Rosenthal en Co. aan de Sarphatistraat in Amsterdam, ook wel bekend als Liro. Daar komt de winst terecht op een collectieve rekening waar onder meer de kampen Westerbork en Vught en deportaties naar andere kampen van zijn betaald.

Thumbnail Explainer Verkaufsbücher
4 min 27 s

Dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog in heel Nederland Joods vastgoed werd afgepakt en doorverkocht is voor velen een onbekend verhaal. In deze video laten we zien hoe dit proces in gang werd gezet en hoe we op zoek zijn gegaan naar de aangrijpende verhalen achter de transacties.

Endstra

Op het moment dat een Joodse familie het eigen onderkomen heeft verlaten, slaan handelaren toe. Zo wordt er bijvoorbeeld in Amsterdam grof geïnvesteerd. Minne Endstra, opa van de vermoorde vastgoedhandelaar Willem Endstra, zou zijn vastgoedimperium hebben opgebouwd door Joodse woningen op te kopen. Het duo Sindorff en Kwast koopt (afzonderlijk van elkaar) de helft van de Joodse huizen op in Den Helder. Over de ruggen van Joodse slachtoffers werd veel geld verdiend. Het menselijk leed woog bij deze oorlogskopers niet op tegen het economisch belang. Later zijn daar vele collaborateurs voor gestraft door de Raad van het Rechtsherstel. Dit orgaan werd in ‘45 in het leven geroepen om gepleegd onrecht van het afpakken van Joods bezit ongedaan te maken. Toch gingen er ook veel mensen vrijuit.

Na de bevrijding in mei 1945 werden alle documenten en dossiers van de Duitsers in beslag genomen. Zo ook de Verkaufsbücher, die nu in het Nationaal Archief worden bewaard. De Verkaufsbücher zijn samengesteld uit regionale archieven en vormen dus eigenlijk een centrale registratie. Het eerste boek (met de nummers 1 tot en met 449) is nooit teruggevonden. De ‘transacties’ uit de boeken zijn inmiddels gedigitaliseerd door het Nationaal Archief, in samenwerking met het Kadaster. Door deze digitalisatie van de Verkaufsbücher is het mogelijk om de data te analyseren. We spraken met families van nabestaanden, deden archiefonderzoek en reconstrueerden verhalen van toen. Zo ontdekten we dat notarissen meewerkten aan schimmige administraties en vertellen we de verhalen van mensen waarvan hun woning is onteigend.

Makers

Camerajournalist