Door het nijpende lerarentekort zijn ze meer welkom dan ooit: zij-instromers die hun oude baan opzeggen en aan de slag willen in het basisonderwijs. Ze staan direct voor de klas en volgen daarnaast in deeltijd de pabo-opleiding. Hoe ervaren zij-instromers deze carrièreswitch? Worden ze voldoende begeleid? We zijn op zoek naar ervaringen.
Het aantrekken van zij-instromers is één van de strategieën van het ministerie van Onderwijs om het lerarentekort aan te pakken – naast bijvoorbeeld hogere salarissen en de aantrekking van bevoegde leerkrachten die thuiszitten. Dat dat hard nodig is blijkt uit de prognoses van het lerarentekort. In schooljaar 2023/2024 komen basisscholen al ruim 4000 leerkrachten tekort.
De strategie van het ministerie lijkt zijn vruchten af te werpen want het aantal zij-instromers in het primair onderwijs is de afgelopen jaren sterk gegroeid. Maakten in 2017 nog slechts 71 mensen gebruik van een speciale subsidieregeling, dat aantal steeg in 2018 naar 355 en in 2019 zelfs naar 864.
Omdat de zij-instromer nog geen ervaring heeft in het lesgeven is het belangrijk dat er goede begeleiding is van de school zelf en de pabo. Maar dit gaat niet altijd goed. Vanwege het lerarentekort kan het voor een school verleidelijk zijn om de zij-instromer direct als volwaardig te zien.
Zij-instromers nog lerend
In een recent onderzoek van de onderwijsinspectie is te lezen: ‘Schoolleiders vergeten soms dat zij-instromers ook nog lerend zijn. Zij worden eerder beschouwd als collega’s. Een goede begeleiding van zij-instromers is echter een voorwaarde voor het slagen van het traject.’
Ook de Algemene Onderwijsbond maakt zich zorgen. Tegen RTL Nieuws zei Esther Sloots van de bond in september: ‘Mensen die een gewone lerarenopleiding doen, worden 4 jaar op het vak voorbereid, onder meer met stages. Als zij-instromer word je gelijk in het diepe gegooid. Ze krijgen minder begeleiding. Je kunt bij hen zeker niet spreken van een rustig inwerktraject.’
Of dit er ook voor zorgt dat zij-instromers afhaken is niet duidelijk. Zowel het ministerie van Onderwijs als het Landelijk Overleg Lerarenopleiding Basisonderwijs (LOBO) houdt dit niet bij. LOBO is wel bezig om deze cijfers te verzamelen.
Hoe werkt het?
Zij-instromers – die een hbo- of wo-diploma moeten hebben – melden zich bij een school waar ze willen werken. Daar worden ze eerst onderworpen aan een ‘geschiktheidsonderzoek’. Dit moet uitwijzen of de zij-instromer geschikt is om les te geven. Daarna wordt een contract afgesloten tussen de zij-instromer, de school en het opleidingsinstituut (de pabo).
De school kan via de Dienst Uitvoering Onderwijs 20.000 euro subsidie krijgen. Dit geld gaat grotendeels op aan de tweejarige opleiding van de zij-instromer. Vaak staan zij-instromers meerdere dagen per week voor de klas en volgen ze daarnaast onderwijs.