Wij zijn lang niet zo energiezuinig als we denken. Zo gaat het verplichte energielabel voor huizen uit van een bepaald energieverbruik en energiebesparing, maar in de praktijk valt die besparing veel lager uit dan verwacht. Wat betekent dat voor nationale en internationale klimaatdoelstellingen? Jurriaan Kooij van de Rekenkamer Metropool Amsterdam: energieverbruik en besparingscijfers worden verzameld door het CBS. Die cijfers zijn gebaseerd op meterstanden die mensen zelf moeten opnemen en doorgeven. Daar is geen controle op, het totaal is dus een combinatie van schattingen en van correcte metingen. De CBS cijfers worden gebruikt voor de Nationale Energie Verkenning (NEV) en ook voor de rapportages van de Europese Commissie.Uit het onderzoek van Reporter Radio bleek vervolgens dat de cijfers van Eurostat verschillen van die van het CBS, er is 9,09 PJ (PetaJoule) verschil. Terwijl Eurostat de cijfers door het CBS aangeleverd krijgt. Maar Eurostat neemt hernieuwbare energie mee in de berekeningen. De positieve berichten vanuit Europa dat we op koers liggen met de energiebesparingen omdat er in 2014, 20% minder verbruikt was dan in 2013 is al niet meer juist omdat het verbruik in 2015 weer steeg. Dirk Brounen, hoogleraar Vastgoedeconomie van de Universiteit Tilburg: er zijn twee problemen met energiebesparing: de eerste is dat het een blinde vlek is voor mensen, ze weten niet wat ze aan energie verbruiken en de tweede is dat je een lange termijn blik nodig hebt als je nĂș 10.000 euro moet investeren die je over 14 jaar door besparingen terugverdiend. Dat is onaantrekkelijk. Mensen zijn niet goed in staat de lange termijn winst af te wegen tegen de korte termijn investering. Brounen is in plaats voor een preek over minder lang douchen voor een prikkel. Hij geeft het voorbeeld van een meteropnemer in de VS die bij vertrek een smiley ophing met de opmerking: gefeliciteerd, u verbruikt minder dan de buren. En een sip gezichtje achterliet als 'helaas, het energieverbruik hoger was dan bij de buren'. Het bleek dat die laatste groep het jaar daarop een lager verbruik had. Geld is ook een prikkel, als je een tientje kan besparen is het interessanter dan weten wat CO2 reductie is, dat is te abstract. Voor koophuizen geldt dat mensen met spaargeld dat niks oplevert door de lage rente, dat geld veel rendabeler kunnen maken door te investeren in het energiezuiniger maken van hun eigen huis. Rendement, daar zijn mensen gevoelig voor.Brounen doet al 8 jaar onderzoek naar het effect van een energielabel op de woningwaarde. Daaruit blijkt dat een gunstiger label (A/B) beloond wordt met een groene premie en een laag label (F/G) met een rode korting. Het effect van een label is dus dat het mensen informeert en een duurzamere keuze laat maken. De verkoopsnelheid wordt ermee verkort en de verkoopprijs gaat omhoog (tov label D).Om de energietransitie te versnellen moeten we het stelsel veranderen, aldus Brounen. Hij stelt voor een ja, tenzij principe in te voeren. Iedereen krijgt een slimme thermostaat, ten zij. Het is een subtiele manier om te besparen, als je er niet bent, wordt het kouder en als je er bent, gaat de thermostaat omhoog. Op 12 maart geven vijf energiewoordvoerders hun visie op het onderzoek naar energielabels van 26 februari en de conclusies uit deze uitzending. Dat zijn: Stientje van Veldhoven D66, Liesbeth van Tongeren van GroenLinks, Agnes Mulder CDA, Eric Smaling SP en Frank Wassenberg van Partij voor de Dieren.

Klimaatstatistieken ontrafeld