De cultuursector ligt op z’n gat. Theatermakers, muzikanten, acteurs en technici zien hun inkomsten verdampen. Een bittere pil die beter te behappen zou zijn met behulp van overheidssteun. Maar daar komen sommige zzp’ers vanwege hun woonplaats vooralsnog niet voor in aanmerking. Hoe zit dat?
In ons onderzoek Cultuurcrisis krijgen we meerdere reacties van cultureel ondernemers die over de grens wonen maar veel in Nederland werken. Zoals van actrice en theatermaker Sietse Remmers. Ze verhuisde een aantal jaar geleden naar Leuven, maar staat als zzp’er nog altijd ingeschreven in Nederland. “Omdat ik grensarbeider ben heb ik geen recht op overheidssteun en dus letterlijk geen inkomsten. Mijn oma stuurt mij af en toe wat geld toe zodat ik boodschappen kan doen en qua huur red ik het tot eind april, maar vanaf mei wordt het al moeilijk. Als de maatregelen langer dan drie maanden duren is de kans groot dat ik mijn huis verlies.”
Rammelen aan de deuren
Normaal gesproken verdient Sietse haar inkomen met een combinatie van het spelen van voorstellingen in Nederland en België, het geven van theaterlessen en het werken in een universiteitsbibliotheek. Maar nu is er even niets meer. Op een enkel online lesje na. “Ik hoop heel erg dat de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) wordt uitgebreid naar grensarbeiders die staan ingeschreven in Nederland. Maar we kunnen alleen maar hard aan alle deuren rammelen en laten weten dat we het niet redden zo. Hopelijk komt dat over bij het kabinet.”
Ik heb dit huis in Italië júist gekocht om ervoor te zorgen dat ik in mindere tijden kan overleven.
Overleven in Italië
Orkestleider en muzikaal ondernemer Onno Verschoor bevindt zich in eenzelfde soort situatie. Altijd heeft hij in Nederland belasting betaald. Hij bouwt er zijn AOW op, ontvangt er zijn zorgkostentoeslag en is er verzekerd. Maar een deel van het jaar woont Onno in Italië, waar hij sinds enkele jaren staat ingeschreven. “Als de huizenprijzen in Nederland zodanig waren geweest dat ik daar een huis had kunnen kopen, dan had ik dat gedaan. Maar dat was onmogelijk. Ik heb dit huis in Italië júist gekocht om ervoor te zorgen dat ik in mindere tijden kan overleven. En je kan nou eenmaal niet twee woonadressen hebben.”
Op goed geluk
Hij verwachtte in april zeker een derde van zijn jaarlijks inkomen te verdienen. “De Passieperiode is voor mij heel belangrijk.” Dat hij niet in aanmerking komt voor de Tozo, de regeling die het inkomen van zzp’ers gedurende drie maanden aanvult tot aan het sociaal minimum, vindt hij onterecht. Op advies van een bevriende collega uit de politiek vult hij toch het formulier in op de website van de gemeente waar zijn bedrijf staat ingeschreven. “Ach, we zien wel hoe het loopt.”
Kamervragen
Toch is er voorzichtig aan ruimte voor optimisme. In een schriftelijke reactie op Kamervragen gaf staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op vrijdag 10 april aan dat er gewerkt wordt aan een uitbreiding van de huidige regeling “om te voorkomen dat in grenssituaties de zelfstandige tussen wal en schip terechtkomt”.
Maar hoe de ministeriële regeling er precies uit komt te zien is vooralsnog onduidelijk. Hoe letterlijk moeten we het woord ‘grenssituatie’ bijvoorbeeld nemen? Betekent dit dat Sietse, met een woonadres in België, wel in aanmerking komt voor overheidssteun, maar Onno met zijn Italiaanse postcode niet? Volgens de woordvoerder van staatssecretaris Van Ark wordt dit punt nog nader uitgewerkt. Het is daarom ook niet de bedoeling dat grensondernemers nu al een aanvraag indienen.
Ongelijkheid
Voorlopig is Sietse dus nog even aangewezen op de inkomsten uit haar online theaterlessen en de goodwill van haar oma. “Hopelijk komt de nieuwe regeling snel, want het einde van mijn bankrekening komt in zicht.” Ondertussen heeft Onno tot zijn grote verbazing een bedrag overgemaakt gekregen van de gemeente.
“Ik heb niet eens een bevestiging gehad dat mijn aanvraag is goedgekeurd, dus voor nu zet ik dit bedrag maar even opzij. Als ik de berichten van collega’s op Facebook lees dan zie ik dat elke gemeente er weer anders mee omgaat. Sommigen krijgen een waslijst met aanvullende voorwaarden toegestuurd, zoals in Amsterdam, en andere gemeenten maken het bedrag vrij snel over zonder bevestiging, zoals bij mij. Het lijkt niet erg gecoördineerd en volgens mij leidt dit tot nog meer ongelijke behandeling.”