Steeds meer ouderen wonen zelfstandig thuis en moeten dus ook belangrijke zaken als hun financiën zélf regelen. Maar wat als een oudere dat niet meer kan, ofwel wilsonbekwaam is? Bij twijfels over wilsbekwaamheid kan je terecht voor onderzoek bij de Vereniging van Indicerende en adviserende Artsen (VIA).
Saskia van de Merwe is voorzitter van de VIA en arts maatschappij en gezondheid. We spreken haar voor ons onderzoek Wilsonbekwaamheid. ‘We zien steeds meer beroepsgroepen, zoals rechters, notarissen, advocaten, die bij ons aankloppen voor een onderzoek als zij twijfels hebben bij de wilsbekwaamheid van hun cliënt.’
Ouderen die wilsonbekwaam zijn, lopen ook een groter risico op financiële uitbuiting door anderen. ‘Bij twijfels over wilsbekwaamheid, zoals een niet-pluis-gevoel, moeten artsen, notarissen en andere professionals die dit signaleren op hun intuïtie afgaan en aan de bel trekken’, zegt Van de Merwe.
Toename aantal wilsbekwaamheids-onderzoeken
Mensen gaan steeds vaker naar een notaris, bijvoorbeeld voor het opstellen van een levenstestament. In een levenstestament geeft iemand een volmacht af aan een vertegenwoordiger om zijn bankzaken te regelen of zijn wensen voor medische behandelingen en verzorging vast te leggen. Ouderen doen dat bijvoorbeeld bij beginnende dementie. Zij leggen vast wie hun zaken mogen overnemen als zij daar gegeven moment niet meer toe in staat zijn. Notarissen moeten dus steeds vaker beoordelen of een cliënt wilsbekwaam is. Een notaris kan zélf inschatten of hij iemand wilsbekwaam vindt. ‘Maar bij twijfel moet hij een arts raadplegen voor een wilsbekwaamheids-onderzoek’, aldus van de Merwe.
Wat is wilsbekwaamheid eigenlijk?
Je moet vaststellen: wie is deze man of vrouw, wat kan hij of zij nu en wat kon hij/zij voorheen? Je doorloopt een hele reeks aan stapjes bij het onderzoek. Wilsbekwaamheid is een vaardigheid. Aandoeningen zoals dementie kunnen dit beschadigen. We geven nooit een algemene wilsonbekwaamheidsverklaring af. Mensen kunnen wilsonbekwaam zijn op het ene vlak en op ander gebied nog goed functioneren.
Wij kregen bijvoorbeeld een vraag van een notaris over een meneer die een internationaal bedrijf runde. Dat bedrijf runnen ging niet meer en de notaris vroeg zich af of hij nog wel in staat was om een levenstestament op te stellen. Het onderzoek van een VIA-arts wees uit dat dat wél kon. Een oudere hoeft dus niet op alle terreinen wilsonbekwaam te zijn. Een adviserend arts zal dus altijd aangeven op welke terreinen iemand wilsonbekwaam is.
Hoe onderzoek je of iemand wilsbekwaam is?
Mensen worden in de thuissituatie onderzocht. We doen het onderzoek alleen met de betrokkene en als het nodig is spreken we apart nog met familie. En we gaan soms in overleg met specialisten. Het onderzoek duurt gemiddeld één tot twee uur. We doen gesprekken en testen zoals de Mini-Mental-State Examination (MMSE). We vragen iemand bijvoorbeeld wat na te tekenen en woorden te onthouden.
Wat moet je als professional doen als je een ‘niet-pluis-gevoel’ hebt, bijvoorbeeld vanwege mogelijke financiële uitbuiting?
Als arts probeer je bij een wilsbekwaamheids-onderzoek het hele palet te zien. Dus ook of er sprake is van wilsbeïnvloeding door anderen, zoals mogelijke financiële uitbuiting. De arts moet toetsen volgens de richtlijnen van de artsenfederatie KNMG, de meldcode van huiselijk geweld. Die meldcode geldt voor alle artsen. Als je een gevoel hebt dat het niet-pluis is, moet je uitzoeken hoe dat ontstaat.
Zodra je denkt ‘wat gebeurt hier’, moet je actie ondernemen. Als een arts, dus ook de huisarts, serieuze aanwijzingen heeft dat er iets niet klopt, kan hij in gesprek gaan met de oudere zelf en zo nodig met andere professionals, zoals de thuiszorgmedewerker die over de vloer komt. Melden bij Veilig Thuis doet een arts in de regel alleen als er grote schade is als gevolg van financiële uitbuiting. Bijvoorbeeld als een oudere dreigt dakloos te worden of er geen geld meer op de rekening staat om eten te kopen. Maar als dat niet het geval is, kan een arts niet veel meer doen dan de situatie goed te blijven monitoren.
Zijn wilsonbekwame ouderen sneller het slachtoffer van financiële uitbuiting?
Alle mensen zijn te beïnvloeden, maar als er een afhankelijkheidspositie is, dan is het risico groter. Een voorbeeld: je bent alleenstaande oudere en je kinderen wonen ver weg. Je wordt steeds afhankelijker van de buurvrouw. De hulp van de buurvrouw is prettig, maar kan ook grensoverschrijdend worden en leiden tot financiële uitbuiting.
Als mensen eenzaam en afhankelijk worden, komt uitbuiting eerder om de hoek kijken. Daarnaast denken ouderen rechtlijnig: ze vertrouwen iemand of helemaal niet. Ze zijn vatbaarder voor babbeltrucs en worden eerder ingepalmd door mensen die uit zijn op financieel voordeel. Iemand die wilsonbekwaam is, is dus ook eerder vatbaar voor wilsbeïnvloeding. Het pakt niet altijd negatief uit. De nieuwe vriendin van vader profiteert misschien wel van zijn geld, maar hij profiteert ook van de zorg die zij geeft.
Wat zijn de signalen van mogelijke financiële uitbuiting?
Ouderen zien vaak niet van zichzelf als zij hun zaken niet meer goed kunnen regelen. Het zijn vaak kinderen die signalen zien, die alarm slaan. Signalen van financieel misbruik zijn bijvoorbeeld dat sloten worden vervangen, wachtwoorden van bankrekeningen en pincodes worden veranderd. En als je nooit meer met een oudere alleen kunt spreken zonder dat degene die misbruik maakt van de oudere erbij is.