Jarenlang wisten alleen André’s zus en vriendin ervan. Het moest geheim blijven, want hij schaamde zich diep. Totdat André van der Ven (46) op z’n werk tegen de lamp liep. Hij werd gevraagd een verslag te schrijven, maar dat lukte niet. Hij moest opbiechten dat hij nauwelijks kon lezen en schrijven. “Ik viel door de mand. Het was heel confronterend.”
Nu, jaren later, vertelt André soepeltjes over die periode. Met z’n vlotte babbel had hij zich lange tijd ook prima gered. Althans, wel met hulp van z’n zus die de boekhouding deed want brieven van bijvoorbeeld de gemeente of de Belastingdienst begreep hij maar half. Ook in de supermarkt zorgde zijn laaggeletterdheid voor problemen: “De macaroni was altijd oranje dus ik moest goed zoeken toen de verpakking ineens groen was.”
Laaggeletterdheid is een groot probleem in Nederland. Naar schatting 2,5 miljoen mensen in Nederland hebben moeite met lezen en schrijven. Ze begrijpen de bijsluiter niet van medicijnen, brieven van de overheid zijn te moeilijk of veiligheidsinstructies op het werk zijn voor hen te ingewikkeld opgeschreven.
Wie denkt dat vooral migranten moeite hebben met de Nederlandse taal heeft het mis. 65 procent van de groep laaggeletterden heeft Nederlands als moedertaal. Opvallend is dat, naast de grote steden, de provincie Limburg hoog scoort. Via onze pop-up redactie in Heerlen horen we over de problemen die laaggeletterd veroorzaken. De komende weken zullen we dit onderwerp verder onderzoeken.
André van der Ven groeide op in een echt arbeidersgezin. Zijn vader werkte in de staalindustrie en z’n moeder was huisvrouw. Hij was een ‘moeilijk’ kind zoals hij zelf zegt, wisselde meerdere keren van basisschool en toen hij 14 jaar was ging hij al aan het werk. Goed lezen en schrijven leerde hij nooit. Dat leek ook niet noodzakelijk, want hij ging werken bij de groenvoorziening.
Hij maakte promotie en moest af en toe gespreksverslagen maken. Daar had hij een slim truckje voor. Als hij ’s avonds thuis was, vertelde hij het gesprek aan z’n vriendin die er een keurig verhaal van maakte. Zo kwam hij er lange tijd mee weg. Tot die ene dag dus dat hij op de dag zelf snel een verslag moest maken.
André is achteraf maar wat blij dat hij z’n laaggeletterdheid niet meer verborgen kon houden. Z’n werkgever reageerde heel begripvol en bood hem volwassenenonderwijs aan. “Ik had daar nog nooit van gehoord.” Niet dat hij gelijk enthousiast het klaslokaal binnenstapte. “Ik schaamde me zo erg dat ik pas bij de derde keer naar binnen durfde te gaan.”
Nu is hij taalambassadeur in Limburg en probeert hij andere laaggeletterden te helpen door z’n verhaal te vertellen. “Ik zie het overal om me heen. Het is zo’n groot probleem, maar het is echt taboe. Er zijn zoveel mensen bang om ervoor uit te komen. Als ik zelfs maar één mens over de streep kan trekken om terug naar school te gaan is dat het me al waard.”