Hoewel econometristen in de regel veel snappen van cijfers, overspeelde Pieter Omtzigt in een debat zijn hand. Hij weet precies hoe groot het woningtekort in Nederland is, maar bij de vraag wie daaronder lijden heeft hij het niet helemaal bij het rechte eind. Dat zijn niet veelal jonge koppels, maar jonge alleenstaanden.

Deze factcheck is uitgevoerd in het kader van de gezamenlijke factcheckmarathon van het AD, Nieuwscheckers en Pointer (KRO-NCRV) in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november 2023. Bekijk hier alle factchecks.

„We hebben 390.000 huishoudens zonder huis. Dat zijn jonge koppels veelal die niet met hun leven verder kunnen, niet kunnen starten, omdat er geen huizen zijn.” Aan het woord is NSC-lijsttrekker Pieter Omtzigt, tijdens het RTL-debat van 5 november. Hij wil aangeven hoe groot het probleem op de woningmarkt is. De uitspraak komt in iets andere vorm terug in het NSC-verkiezingsprogramma. Daar staat: „Het woningtekort is toegenomen tot een recordaantal van 390.000 woningen. Veel mensen kunnen geen betaalbare huur- of koopwoning vinden.”

Navraag bij NSC leert dat Omtzigt zich hiervoor baseert op cijfers en analyses van onderzoeksbureau ABF Research. Dat onderzoeksbureau becijfert en analyseert het woningtekort voor het ministerie van Binnenlandse Zaken.

‘Bijzondere woonoplossing’

Om te controleren of het klopt wat Omtzigt bij RTL zegt, moeten we twee vragen beantwoorden. Klopt het dat er 390 duizend huishoudens zijn zonder huis? En klopt het dat die huishoudens veelal uit jonge koppels bestaan?

Ten eerste het getal van 390 duizend. Daarvoor kijken we eerst naar het door NSC genoemde ABF Research. Om exact te zijn bedraagt het tekort 390.190 woningen, aldus ABF, maar dat detail zullen we Omtzigt vergeven. De berekening van dit getal vergt wat hogere rekenkunde. Gelukkig legt het Ministerie van Binnenlandse Zaken dit minutieus uit. Daar gaan we.

Nederland kent dit jaar 8,27 miljoen huishoudens, waarvan er 7,7 miljoen in een reguliere woning wonen. De overige 558 duizend huishoudens wonen in een ‘bijzondere woonoplossing’. Dus geen huis of appartement, maar een kantoor, vakantiewoning of bij vrienden. ABF neemt aan (let op dat woord!) dat van deze half miljoen huishoudens iedereen van 25 jaar of ouder een ‘echte’ woning wil, dus dat zijn er 320 duizend. Tel daar de starters op de woningmarkt bij op (dat zijn jongeren die uit huis willen en immigranten) en je komt op een totale vraag van 437 duizend woningen uit. Daar tegenover staan de 47 duizend woningen die al meer dan een jaar te huur of te koop staan (en dus beschikbaar zijn). En daar is ie dan: het woningtekort van 390 duizend.

Geen onomstotelijke waarheid

Het moge duidelijk zijn dat het getal niet in beton gegoten is. De grens van 25 jaar is bijvoorbeeld aannemelijk, maar niet gebaseerd op exacte wetenschap. Maak je er bijvoorbeeld 18 jaar van, zo berekende de Algemene Rekenkamer in 2022, dan verdubbelt het tekort bijna. Bovendien is het een aanname dat alle mensen die nu in een ‘bijzondere woonoplossing’ wonen op zoek zijn naar een reguliere woning.

„Ja, er zijn uiteindelijk keuzes gemaakt”, reageert manager onderzoeker Kenneth Gopal van ABF. „En ja, deze keuzes beïnvloeden de omvang van het tekort. Maar de gemaakte keuzes zijn echter wel onderbouwd op basis van cijfermateriaal en vastgesteld in overleg met het ministerie van Binnenlandse Zaken.” Oftewel: 390 duizend is geen onomstotelijke waarheid, maar wel een goede en verklaarbare benadering van de realiteit.

PvDD-landbouw

Heeft de PvdD gelijk, en gebruiken we veel meer grond voor veevoer dan voor onszelf?

Met de grond die nu wordt gebruikt om veevoer te verbouwen, zou je vier keer zoveel mensen kunnen voeden als je er mensenvoedsel op laat groeien, beweert de PvdD.

Steeds minder mensen per huis

Waarom dat tekort zo groot is, beschrijft hoogleraar Huisvestingssystemen Peter Boelhouwer in een essay (dat hij op verzoek van NSC schreef, maar onafhankelijk tot stand kwam). Boelhouwer noemt drie redenen. Reden 1: een sterke bevolkingsgroei, vooral door de toename van het aantal immigranten. Reden 2: een afname van de grootte van huishoudens (in 2006 bestonden die nog uit 2,26 personen, in 2023 nog maar 2,12, dus voor elke 100 personen heb je vandaag de dag 47 woningen nodig, terwijl dat er in 2006 drie minder waren). En reden 3: de afname van het aantal nieuw gebouwde woningen, van bijna 100 duizend in 1995 tot rond de 70 duizend vorig jaar.

Jongeren de dupe

Dan die woningzoekenden. Zijn dat echt ‘veelal’ jonge koppels? Dat is een stuk specifieker dan het ‘veel mensen’ uit het verkiezingsprogramma. We gaan uit van de meest logische lezing van de uitspraak: van alle soorten huishoudens die een woning zoeken, bestaan de meeste uit jonge koppels.

Boelhouwer zegt in zijn essay wel welke groepen de wrange vruchten plukken van die opeenstapeling van problemen (namelijk starters, middeninkomens en ouderen), maar niet in welke hoeveelheden. Er zijn aanwijzingen dat het veelal om jongeren gaat die de dupe zijn, licht hij desgevraagd toe. „Uit statistieken van het CBS blijkt dat steeds meer jongeren langer thuis blijven wonen. Ook loopt de gemiddelde leeftijd licht op waarop jongeren het ouderlijk huis verlaten.”

Vooral alleenstaanden

ABF-onderzoeker Gopal kan gelukkig meer licht op het vraagstuk schijnen. „Uit analyses die we in 2017 en 2018 maakten, bleek dat vier op de vijf huishoudens die in zo’n bijzondere woonoplossing wonen, worden gevormd door alleenstaanden. Het groeiende aantal huishoudens door migranten en starters bestond bij twee op de drie uit alleenstaanden.”

En hoewel we inmiddels vijf jaar verder zijn, ziet Gopal geen reden om aan te nemen dat die verhoudingen veranderd zijn. „Bij huishoudens zonder woning gaat het dus overwegend om alleenstaanden en niet om stellen, zoals in het citaat beweerd wordt.”

Conclusie

Pieter Omtzigt vertelt eerst een acceptabele waarheid. Want hoewel het geen statistisch doorwrocht aantal is, vormt 390 duizend een solide benadering van het aantal huishoudens zonder woning. Daarna volgt een halve misser. Die zoekende huishoudens zijn namelijk in de regel wel jong, maar vormen veelal geen koppels. Het zijn vooral de alleenstaanden die er op de woningmarkt naast grijpen.

Factcheck-marathon

In aanloop naar de verkiezingen checken we beweringen van politieke partijen en politici.

Makers

Onderzoeksjournalist, Algemeen Dagblad