Van vuilnisman tot chirurg en van vakkenvuller tot jurist. De Rijksoverheid heeft naar aanleiding van de corona-crisis een lijst opgesteld met cruciale beroepen. Zonder deze mensen houden we het land niet draaiende. Voor ons een goede reden om te kijken hoe het met de waardering, werkgelegenheid, beloning en aanzien in deze beroepen is gesteld. Wat blijkt: lang niet alle cruciale beroepen zijn in de werkgelegenheid meegegroeid met andere beroepen. En onze leraren, die ook werken in een cruciale sector, zijn qua loonstijging de afgelopen behoorlijk achtergebleven. Maar onze boeren en vissers, ook cruciaal, daarentegen zijn er de afgelopen negen jaar meer dan veertig procent op vooruit gegaan.
Naar schatting 3,1 miljoen Nederlanders werken in een zogeheten cruciaal beroep. Dat is ongeveer een derde van de werkende beroepsbevolking, zo’n negen miljoen Nederlanders. Meer dan zestig procent van de cruciale beroepen wordt door een vrouw uitgevoerd. Dat blijkt uit cijfers die Pointer bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft opgevraagd.
Ongeveer één op de drie werkenden in Nederland heeft een cruciaal beroep
Daarvan is 62% vrouw en 38% man. In totaal werken er zo’n 9 miljoen mensen in Nederland.
Deze cruciale beroepen mogen tijdens de periode van verscherpte maatregelen, social distancing en thuisquarantaine blijven doorwerken, omdat ze het land draaiende houden. Daarbij gaat het onder meer om de volgende beroepen:
- Zorg
- Leraren en personeel benodigd op scholen
- Openbaar vervoer
- Voedselketen, waaronder ook de boeren
- Transport van brandstoffen
- Vervoer van afval en vuilnis
- Kinderopvang
- Media en communicatie
- Politie
- Defensie
- Brandweer
Welke beroepen cruciaal zijn, hangt sterk af van de situatie waarin we ons begeven. Dat stelt hoogleraar menselijk kapitaal Frank Cörvers. "Deze crisis heeft te maken met de gezondheid van mensen, automatisch is de gezondheidszorg dan cruciaal", zegt Cörvers. "Maar als Nederland grootschalig ontwricht wordt door hackers van een buitenlandse mogendheid zijn ICT-beroepen belangrijk. Datzelfde geldt bij een financiële crisis voor economische beroepen en bij een oorlog voor Defensie."
Uiteraard zijn er veel uitzonderingen op de cruciale beroepenlijst: die vind je allemaal terug bij de Rijksoverheid. We zijn benieuwd of deze 3,1 miljoen Nederlanders tijdens de corona-crisis de waardering in werkgelegenheid, salaris en aanzien krijgen die zij verdienen. Als vergelijkingspunt gebruiken we het begin van kabinet Rutte I in oktober 2010.
Werkgelegenheid
Het CBS hanteert een grove indeling van beroepsgroepen als je cijfers over werkgelegenheid opvraagt. Daarom hebben we de cruciale beroepen ingedeeld in een aantal grote categorieën, namelijk:
- Landbouw, bosbouw en visserij
- Energievoorziening
- Waterbedrijven en afvalbeheer
- Vervoer en opslag
- Informatie en communicatie
- Openbaar bestuur en overheidsdiensten
- Onderwijs
- Gezondheids- en Welzijnszorg
De Nederlandse arbeidsmarkt is tussen oktober 2010 en november 2019 met 8,4 procent gegroeid: er kwamen maar liefst 660 duizend banen bij. De ontwikkeling van cruciale beroepen is daar iets achter gebleven met 5,7 procent groei. Werkgelegenheid in de energievoorziening en informatie & communicatie groeiden het hardst. Veelbesproken cruciale beroepen zoals het onderwijs (2,3 procent groei) en gezondheids- en welzijnszorg (7 procent) noteren ook groei.
Opmerkelijk is dat twee sectoren in de cruciale groep zijn gekrompen. Openbaar bestuur en overheidsdiensten krimpt met 0,9 procent, en bij de waterbedrijven en afvalbeheer is zelfs 2,7 procent minder werkgelegenheid.
Onder cruciale beroepen daalt de werkgelegenheid dus vooral bij overheidsdiensten. "De overheid heeft geen directe concurrentie, toch probeert de regering met taakstellingen steeds efficiënter te werken. Dit draait uiteindelijk vaak uit op bezuinigingen en dus een dalende werkgelegenheid", aldus Cörvers.
Beloning
De roep om de cruciale beroepen - voornamelijk zorgpersoneel - beter te belonen wordt tijdens deze crisistijd luider en luider. Maar hoe goed of slecht is die beloning nu eigenlijk? Het CBS heeft ook deze gegevens niet exact op beroepsniveau, dus gebruiken we nogmaals de grove indeling om een antwoord op die vraag te vinden.
Tussen 2010 en 2019 steeg het gemiddelde maandloon met 18,6 procent. Daarvoor hebben we gekeken naar reguliere banen (dus topfuncties, zelfstandigen en uitzendkrachten uitgezonderd), overwerk niet meegerekend. Drie cruciale beroepen lopen achter op die ontwikkeling: energievoorziening (16 procent), waterbedrijven en afvalbeheer (15,2) en het onderwijs (12,8).
Een onmisbare beroepsgroep die wel een flinke groei in beloning doormaakte, is de landbouw, bosbouw en visserij. Het maandloon in die beroepstak groeide met maar liefst 42,3 procent. Maar de beloningen waren (en zijn nog steeds) ver onder het gemiddelde bruto inkomen van 2.763 euro per maand.
Ook het eerder genoemde zorgpersoneel is in de tussenliggende periode meegegroeid qua maandloon. Alleen blijft het bruto maandloon met 2.317 euro ver achter op het gemiddelde. Het applaus dat de afgelopen weken regelmatig klonk als waardering voor ons zorgpersoneel, moet dus na afloop van deze gezondheidscrisis worden omgezet in keiharde euro’s om in de buurt te komen van het gemiddelde salaris.
De werkgelegenheid en beloning stijgt vooral bij de beroepen waar productie gedraaid wordt, legt Cörvers uit: "De welvaart komt voor een belangrijk deel uit productie. Daar kun je met steeds minder mensen meer produceren. In de dienstverlenende sectoren gaat dat niet. Die arbeidsproductiviteit neemt daar nauwelijks tot niet toe. Dat geldt voor zowel het onderwijs, de zorg als het openbaar bestuur." Volgens Cörvers schuilt daar wel gevaar in voor de publieke sector. "Je moet die mensen wel een concurrerend loon blijven betalen, anders stappen ze over naar de marktsector."
Daarnaast valt ook op dat personeel in de horeca (een van de eerst getroffen beroepsgroepen in deze crisis) in een enorm lastige positie zitten. Zij krijgen veruit het laagste loon: een groot deel van hun loon moeten zij met overuren en fooi verdienen. Daarnaast moesten zij als een van de eersten de deuren sluiten om verspreiding van het virus te voorkomen.
Dat komt volgens Cörvers omdat voornamelijk jongeren met slechte arbeidsvoorwaarden in de horeca werken. “Je ziet veel studenten in de horeca werken als bijbaan, wat de lonen heel erg drukt. Er is altijd veel personeel nodig. En aan de andere kant is de concurrentie heel erg groot voor kroegen en restaurants. De winstmarges in de horeca zijn heel erg klein.”
Aanzien
Al vanaf de jaren tachtig wordt er aan mensen gevraagd een selectie van veel voorkomende beroepen te rangschikken 'op het aanzien dat in onze maatschappij aan verschillende beroepen wordt toegekend'. In 2016 is dit in Nederland voor het laatst onderzocht. Hierbij heeft - niet geheel verrassend - de vuilnisophaler het laagst gescoord, terwijl de chirurg de hoogste status geniet. Hoe zit dat met de rest van de (cruciale) beroepen?
Waar hangt de status van een beroep nu eigenlijk vanaf? Volgens Cörvers die de status en het imago van leraren onderzocht in een vuistdik rapport blijft het gissen naar de daadwerkelijke redenen. Er is nog niet veel onderzoek naar verricht, maar er zijn wel ideeën over.
Cörvers neemt het onderwijs als voorbeeld. Door de lerarenstakingen zijn de CAO-lonen uiteindelijk iets omhoog gegaan. Daardoor wordt de status hoger en ook het imago. Maar als er een tekort is aan leraren en uit noodzaak mensen voor de klas staan die eigenlijk niet bevoegd zijn om les te geven, dan daalt het imago weer.
Daarnaast staat het imago van een beroep niet op zichzelf: de maatschappij kan ook boven de status van een leraar uitstijgen, waardoor het beroep lager in aanzien komt te staan. "Bij de leraren is het zo dat het opleidingsniveau ongeveer hetzelfde is gebleven, maar het opleidingsniveau van de landelijke beroepsbevolking is ontzettend gestegen."
Bij de beroepen die altijd hoog op de statusladder scoren zie je dat het vaak beschermde beroepen zijn, zoals artsen, juristen en notarissen. Iedereen mag zichzelf journalist noemen en stukjes schrijven voor media, maar voordat je iemand mag opereren of een burger naar de gevangenis mag sturen gaat daar een lange opleiding aan vooraf met een uiteindelijke titel.
Als we Cörvers vragen naar de positieve gevolgen voor de cruciale beroepen van deze corona-crisis is hij helder: "We merken nu inderdaad hoe belangrijk het is dat we een goede gezondheidszorg hebben. Maar we moeten nog maar zien of het effect dat de corona-crisis heeft op de status en beloning van beroepen beklijft: ik vrees 'business as usual'."