De komende 20 jaar zal het aantal mensen met dementie verdubbelen. Maar wie gaat er voor hen zorgen in het verpleeghuis? Uitstroom en personeelstekorten zetten de zorg nu soms ook al onder druk.
Mariëlle van der Zwaan werkt jarenlang met veel plezier in een verpleeghuis voor ouderen met dementie. “Ik ben nu 50 jaar en ik merk dat het fysiek steeds zwaarder wordt. Als ik het vol wil blijven houden moet ik dit niet meer fulltime blijven doen.” Ze besluit daarom recent als flexwerker aan de slag te gaan en haar focus meer te verleggen naar de thuiszorg. Af en toe draait ze ook nog een dienst in een verpleeghuis.
En daarin is Mariëlle niet de enige, zo blijkt als we in de cijfers duiken voor ons onderzoek Dementiezorg onder druk. In een rapport uit 2020 in opdracht van Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (AZW) valt te lezen dat ruim een derde van de medewerkers in de verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT) binnen 5 jaar weg wil bij de huidige werkgever, een vijfde maakt al daadwerkelijk plannen en 10 procent is in dat jaar daadwerkelijk vertrokken. Redenen voor vertrek lopen uiteen van arbeidsomstandigheden tot agressie van cliënten, aldus het onderzoek.
Complexere bewoners
Mariëlle ziet in de afgelopen jaren dat de bewoners die in het verpleeghuis binnenkomen al ver gevorderd zijn in hun dementie en dat zorgt soms voor extra druk op het zorgpersoneel, zo stelt ze vast. “De zorg wordt daardoor ook zwaarder. Je wilt iedereen de ruimte geven, maar als er bewoners zijn die maar blijven dwalen of agressief zijn dan heeft dat invloed op de hele groep. Daar lopen wij als zorgpersoneel wel tegenaan. Dan is de hele groep onrustig en als je dan met weinig mensen bent, neemt de werkdruk natuurlijk ook toe.”
Zeker nu er door corona veel vrijwilligers gestopt (en niet meer teruggekomen) zijn. “Die hebben we heel hard nodig om de dingen te doen waar wij niet meer aan toe komen: af en toe een wandeling, een spelletje of een praatje.” Belangrijk voor de bewoners om lekker in hun vel te zitten en eigenlijk ook juist de dingen die het werk voor Mariëlle jaren geleden zo aantrekkelijk maakten. “Door de steeds complexere bewoners in het verpleeghuis is daar steeds minder tijd voor en zijn wij alleen nog maar aan het ‘zorgen’. Het werk is daardoor wel veranderd en eigenlijk ook niet meer het vak waar ik en mijn collega’s jaren geleden voor gekozen hebben.”
In de thuiszorg is Mariëlle inmiddels weer helemaal op haar plek. “Ik kan nu mijn eigen tijd indelen, ik heb meer verantwoordelijkheden en er zit meer afwisseling in de cliënten die ik bezoek. En het is fysiek ook minder zwaar.”