Agenten gebruiken jaarlijks zo’n 14.000 keer geweld om burgers aan te houden of tot bedaren te brengen. Dat komt neer op 35 incidenten per dag. Tenminste, als je de registratie moet geloven. Want nog belangrijker dan de cijfers zelf, is het gebrek aan sommige gegevens. Voor ons nieuwe onderzoek naar politiegeweld duiken we in de cijfers.
Zodra een agent een geweldsmiddel moet inzetten, moet er een zogeheten formulier RPGEWELD worden ingevuld. Hierop staat beschreven welk soort geweld er is toegepast, op welke dag, onder welke omstandigheden, etc. In uitzonderlijke gevallen moet het incident binnen 48 uur bij de (hoofd)officier van justitie worden gemeld.
De ingevulde formulieren schetsen een beeld van hoe agenten geweldsmiddelen inzetten. Wij hebben cijfers over drie perioden gevonden. En wat die cijfers voornamelijk duidelijk maken, is hoe onvolledig en niet-eenduidig de registratie in het verleden was.
De eerste cijfers: Wob-verzoek in 2014
Op 6 mei 2014 werd de eerste reeks cijfers over geweldsaanwendingen door de politie openbaar gemaakt. Na een verzoek via de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) zette de politie een reeks cijfers van 2010 tot en met 2013 online. Daaruit blijkt echter snel dat veel regio’s hun registratie nog niet op orde hebben.
Niet alle jaren zijn in deze dataset aanwezig. En zodra je in de aanwezige gegevens duikt, zie je grote verschillen op detailniveau. Een aantal regio’s heeft digitale overzichten van incidenten op datum, anderen niet. Sommige eenheden houden er een eigen indeling van geweldscategorieën op na.
Anders gezegd: Je kunt de gegevens onderling niet met elkaar vergelijken. Deze cijfers tonen vooral aan wat er niet wordt bijgehouden.
De tweede cijfers: Wob-verzoek in 2016
In 2016 wordt wederom via de Wob een reeks cijfers openbaar gemaakt, ditmaal uit 2014 en 2015. De gegevens van alle politie-eenheden zijn verzameld en het ziet er al een stuk eenduidiger uit. Er zijn dus betere onderlinge vergelijkingen mogelijk. Een nadeel: voor Amsterdam ontbreken echter de cijfers uit 2014.
Wat direct opvalt in de gegevens, is dat de stedelijke gebieden Amsterdam en Den Haag veel meer geweldsmeldingen hebben dan de rest van Nederland, zelfs als je het corrigeert naar het aantal inwoners. In Amsterdam worden bijna zes keer meer meldingen per 100.000 inwoners gedaan dan in Oost-Nederland. Inzichten waar de politie iets mee kan doen, zeker als je dit op nog specifieker niveau kunt analyseren.
De gegevens zijn consistent ten opzichte van de voorgaande jaren. Het enige nadeel hierbij is dat Amsterdam er nog steeds een andere telling op nahoudt dan de overige eenheden: de categorieën komen niet allemaal met de andere regio’s overeen, en er zijn een flink aantal kanttekeningen geplaatst bij deze cijfers.
Zo is er bijvoorbeeld geen enkel geval geregistreerd van alternatief geweld (bijvoorbeeld het intrappen van een deur). Dat lijkt ons sterk. De verschillende eenheden lijken nog steeds een maatstaf te hebben voor verschillende situaties. Wanneer vul je het formulier RPGEWELD eigenlijk in?
De derde cijfers: Cijfers politie in 2018
Halverwege dit jaar werden de meest recente cijfers over dit onderwerp bekend. Een stuk minder uitgebreid dan voorgaande jaren, omdat deze gegevens enkel in een tweetal grafieken staat gepresenteerd. Er zijn een aantal kleine correcties op de cijfers van voorgaande jaren, maar dat zijn geen grote wijzigingen.
Amsterdam is nog steeds de vreemde eend in de bijt, voor zover wij dat kunnen analyseren. In 2016 is een enorme stijging van het aantal geweldsmeldingen te zien. Niet omdat er in dat jaar ineens veel meer geweld wordt toegepast, maar omdat de incidenten anders worden geteld.
De verklaring voor deze afwijking is dat ME-optreden door elke individuele medewerker wordt geregistreerd. ‘Andere eenheden doen dat per incident soms individueel en soms collectief. Dat verklaart waarom de eenheid Amsterdam ten opzichte van andere eenheden een hoger aantal geweldsregistraties kent.’
En nu?
Sinds de politie de eerste cijfers heeft bekendgemaakt, wordt er achter de schermen hard gewerkt om de melding, registratie en analyse van deze gegevens eenduidig te maken. Dit valt onder de projectnaam Stelselherziening Geweldsaanwending. Het is een langdurig proces waarin het voorgenomen wetsvoorstel en de herschreven Ambtsinstructie ook in worden behandeld.
‘Het korps streeft ernaar om begin 2019 de nieuwe regelgeving en werkwijze toe te passen’, wordt op de website van de politie uitgelegd. ‘Dit maakt het onder meer mogelijk om cijfers van de verschillende eenheden met elkaar te vergelijken, waardoor het korps trends eerder kan waarnemen.’
In de tussentijd is de registratie van dit soort incidenten dus flink verbeterd. En die registratie van geweldsaanwendingen door agenten is belangrijk: je kunt immers niet van je fouten leren, als je niet eens weet waar het fout gaat. Maar die beloofde verbetering duurt inmiddels al ruim vier jaar lang. Wij zijn benieuwd of er in de tussentijd ook incidenten tussendoor zijn geglipt.