Je zit lekker in de tuin na een lange dag werken. Net als je een hap van je bord pasta neemt hoor je geritsel in de bosjes. Een dikke zwarte rat schiet voorbij. En daarna nog één, en nog één. Het is de zoveelste keer deze week. Weg is je eetlust. Een beeld dat in de toekomst vaker zal voorkomen, want de overlast van ratten en muizen wordt alleen maar groter, zo waarschuwt het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).
Aanleiding voor het KAD om aan de bel te trekken is het verbod op rodenticiden dat in 2023 in zal gaan. Dit gif wordt gebruikt om muizen en ratten te bestrijden, maar particulieren mogen dit in de nabije toekomst niet meer gebruiken.
We nemen contact op met de directeur van het KAD, Bastiaan Meerburg: ‘We zijn niet tegen het verbieden van het gif, het heeft namelijk ook negatieve effecten op het milieu. Het probleem is dat er te weinig alternatieven voor particulieren zijn om ratten en muizen te bestrijden. Daar moet meer onderzoek naar gedaan worden en daar moeten we nu op inzetten. En niet als het straks te laat is en we al met een grote rattenplaag zitten.’
Geen landelijke cijfers
Hoeveel ratten en muizen zich precies in Nederland bevinden en waar ze allemaal voor overlast zorgen is onduidelijk, vertelt Meerburg. ‘Het wordt niet landelijk bijgehouden. Mensen weten vaak ook niet wanneer en of ze moeten melden. Voor de één geeft één rat overlast, een ander gaat pas melden als het er meer dan tien zijn.’
Het KAD waarschuwt niet alleen voor een muizen- en rattenplaag in de toekomst. Ook nu - anno 2019 - hebben verschillende steden en dorpen al problemen met de knaagdieren. Meerburg: ‘Wij werken samen met 80 van de 355 gemeenten in Nederland, dat geeft dus een zeer beperkt beeld van de omvang van de overlast, maar wat we wel zien is dat op verschillende plekken de overlast toeneemt.’
We wonen dichter op elkaar en zijn slordiger geworden
Dat ratten en muizen zich vaker laten zien in Nederland heeft volgens Meerburg te maken met verschillende ontwikkelingen. ‘We zijn met steeds meer mensen en zitten dicht op elkaar. Bovendien zijn we slordiger geworden met het laten slingeren van voedsel. Vroeger leerde je op school nog over properheid en het voorkomen van ongedierte, die kennis moeten we mensen weer opnieuw bijbrengen.’
‘Broodbakken’ ter voorkoming van rattenplaag
Daarnaast legt hij uit dat ook bepaalde culturele achtergronden en gebruiken kunnen zorgen voor een rattenplaag. ‘Moslims bijvoorbeeld mogen vanwege het geloof geen eten weggooien en voeren brood daarom aan de vogels. Dat heeft natuurlijk ook grote aantrekkingskracht op ongedierte, zoals ratten. Dan moet je als gemeente op zoek naar een oplossing om de overlast bij de basis aan te pakken. Ze hebben in Amsterdam om die reden al een tijdje zogenoemde ‘broodbakken’ staan waar het oude brood ingezameld wordt. En in de moskee wordt uitgelegd waarom het belangrijk is om het brood daar in te gooien.’
Verschillen per gemeente
Als je last van ongedierte hebt in je eigen woning of tuin omdat je bijvoorbeeld eten hebt laten slingeren, dan ben je zelf verantwoordelijk voor de bestrijding. Gemeenten moeten er vooral op toezien dat er door dit soort situaties geen plagen ontstaan. Als de dieren zich verspreiden en een hele straat geteisterd wordt door bijvoorbeeld een rattenplaag dan is vaak niet meer te achterhalen wat of wie de bron is. Gemeenten moeten dan pro-actief ingrijpen en de bestrijding op zich nemen, zo lezen we op de website van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Zeker als het ook gevaren kan opleveren voor de volksgezondheid, zoals bij ratten die de ziekte van Weil kunnen verspreiden.
Maar volgens Meerburg gaan niet alle gemeenten even voortvarend te werk in de aanpak van ongenode gasten. ‘De gemeenten zijn eigenlijk de dupe van het gevoerde beleid, ze hebben de ongediertebestrijding door de landelijke overheid op hun bord gekregen. Maar de financiële middelen en de kennis om effectief in te grijpen ontbreekt bij een deel van hen.’
Nieuwe soorten ongedierte
En dat geldt zeker als het gaat om diersoorten die nog niet zo lang in Nederland voorkomen. Meerburg noemt het voorbeeld van het mediterraan draaigatje, een exotische miersoort die zich de afgelopen jaren in Nederland vestigde en veel overlast veroorzaakt. De beestjes vormen een zogenoemde superkolonie, zorgen daardoor voor verzakte straten en verdringen andere miersoorten. Meerburg: ‘Je moet dan bijna blij zijn dat ook een grote stad als Rotterdam last heeft van dat draaigatje, want dan zijn er nog middelen om te onderzoeken hoe je dit het beste kunt aanpakken. In kleinere gemeenten zijn die middelen nauwelijks aanwezig.’
Het KAD pleit dan ook voor meer aandacht en coördinatie vanuit Den Haag voor de problemen met ongedierte en exoten. ‘Je kan dat niet langer alleen op de gemeenten afwentelen.’