Wilde zwijnen
Met enige regelmatig zien we ze opduiken in de lokale pers: berichten over roedels everzwijnen in bossen waar ze al een eeuw niet meer zijn gesignaleerd. Natuurliefhebbers reageren verheugd, maar boeren kijken met argusogen naar ‘de nieuwe wildernis’ aan de rand van hun bedrijven. Wij vragen ons af: zijn die wilde zwijnen een probleem?
Intensieve landbouw en varkenshouderij gaan moeilijk samen met wilde zwijnen. Het gewroet in akkers beschadigt gewassen en de zwijnen kunnen ook dierziektes met zich meedragen die in theorie zouden kunnen overspringen op vleesvarkens. Aan verkeersregels houden zwijnen zich bovendien ook niet, met alle risico’s van dien voor automobilisten.
Op papier zijn de evers er ook niet. Op twee plekken na - De Veluwe en de Limburgse Meinweg - geldt in Nederland een zogenoemde ‘nulstand’. Ieder zwijn dat zich buiten deze twee aangewezen leefgebieden begeeft is in principe kanonnenvoer voor jagers. Dat de natuur zich niet zo makkelijk in beleid laat vangen, bewijst de onstuitbare opmars van zwijnen in het zuiden van Limburg, de Peel en in het Brabantse Leenderbos. De dieren planten zich razendsnel voort en laten zich moeilijk verschalken door jagers, die op vrijwillige basis het wildbeheer uitvoeren voor de provincie. Inmiddels zijn zelfs tot vlak onder Den Bosch zwijnen gesignaleerd.
De discussie over het loslaten van die nulstand is dan ook in volle hevigheid losgebarsten. Is zijn opmars nog te stuiten? Of moeten we dat eigenlijk helemaal niet willen?