‘Oh jullie hebben ècht geluk, hier is een merel aan het broeden.’ We zijn op pad met ecoloog Roel Strijkstra. Hij doet een zogenaamde quick scan bij een boerderij die gesloopt gaat worden: ecologisch onderzoek om in te schatten of er beschermde dieren zitten op een plek. Is die verwachting er, dan moet er vervolgonderzoek worden gedaan. We interviewen Strijkstra voor ons dossier Dier en bouw.

‘Heel veel vogelsoorten: mussen en gierzwaluwen bijvoorbeeld,’ Strijkstra somt op welke beschermde dieren bij de oude boerderij zouden kunnen zitten. ‘En een gat in het dak. Vleermuizen zou ook kunnen. Als ik om het dak ga lopen en ik zie meerdere mogelijkheden dan ga ik adviseren om hier vleermuisonderzoek te doen.’

Strijkstra doet als ecoloog veldonderzoek voor een opdrachtgever die hier wil bouwen. Als bouwer ben je wettelijk verplicht om voorafgaand aan het bouwen te onderzoeken of er beschermde dier- en plantensoorten voorkomen op de bouwplek. Daarvoor wordt een ecologisch adviesbureau ingeschakeld. Strijkstra is naast ecoloog ook bestuurslid van het Netwerk Groene Bureaus, de brancheorganisatie van ecologische adviesbureaus.

Grote gevolgen

Is zo’n opdrachtgever altijd blij met de vondst van beschermde dieren? ‘Nou, het heeft wel consequenties voor de manier waarop het werk moeten worden uitgevoerd. Als ik op goede gronden besluit dat hier bij de boerderij mogelijk vleermuizen zitten dan betekent het dat de sloop niet kan plaatsvinden binnen nu en een half jaar.’ Er bestaat namelijk een vleermuisprotocol en dat houdt onder meer in dat er voor deze dieren een onderzoeksperiode van voorjaar tot najaar is. De bouw moet wachten.

Is het dan verleidelijk om als ecoloog een beschermd dier, zoals de vleermuis, over het hoofd te zien? Om de opdrachtgever tegemoet te komen? Strijkstra: ‘Ieder zichzelf respecterende ecoloog doet dat niet. Je hart ligt bij de natuur. Je loopt enorme risico’s. Je luist je klant erin en dat moet niet.’ Strijkstra heeft nooit de verleiding gevoeld dat te doen. ‘Ik weet dat het wel gebeurt. Als je een situatie hebt waar geen haan naar kraait dan is het makkelijk om daarmee weg te komen. Het kan ook zijn dat de belangen zo groot zijn dat het heel veel geld kost als je vertraging in je project krijgt, dat de verleiding om iets te doen wat niet helemaal in de haak is zou kunnen ontstaan.’

Kaasschaaf-effect

Strijkstra adviseert in zijn rapport vrijwel nooit dat een bouwproject niet kan doorgaan: ‘Dat is verklaarbaar, want in de ecologie heb je veel speelruimte. Planten verplanten. Dieren worden gecompenseerd. Natuur is flexibel.’

Ondanks die flexibiliteit maakt Strijkstra zich wel zorgen om de natuur en het beleid dat wordt gevoerd om natuur te behouden. Natuurbeleid vindt hij nu veel te reactief: de overheid reageert alleen maar op mensen die willen bouwen en toestemming vragen om dat te doen. Vervolgens is het de natuur die vrijwel altijd moet wijken voor het bouwproject. Als ecoloog werk je daaraan mee: je schrijft een ecologisch adviesrapport waarin beschreven staat hoe de natuur kan worden gecompenseerd bij eventuele schade.

Strijkstra: ‘Iemand wil iets bouwen, die maakt een plan en vervolgens wordt er naar de ecologie gekeken. Er wordt onderzoek gedaan, maar geen enkel onderzoek is perfect, dus je mist bepaalde dingen. De soorten die je hebt gemist, verdwijnen dan zonder dat iemand het merkt. Het effect is dus dat je in de natuur, buiten natuurgebieden, een soort kaasschaaf-effect krijgt.‘ Hij is voorstander van een veel pro-actiever beleid, waarbij de overheid investeert in natuur en niet alleen zorgt voor herstel van schade aan de natuur door een bouwproject.

Protocollen voor alle diersoorten

Wat houdt goed veldonderzoek eigenlijk in? Zijn er protocollen hoe ecologisch onderzoek zou moeten worden gedaan? ‘Voor een quick scan is geen algemeen geldend protocol. Daardoor is er het risico dat je diersoorten mist. En als er bij de quick scan dieren worden gemist, wordt er ook geen vervolgonderzoek gedaan.’

Strijksta zou graag zien dat er minimale eisen komen waaraan veldonderzoek moet voldoen om de kans in te schatten dat ergens een beschermde diersoort zit. Het Netwerk Groene bureaus heeft in het verleden gezorgd dat het vleermuisprotocol er is: het enige protocol dat is goedgekeurd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), de overheidsinstantie die tot 1 januari 2017 de ontheffingen op de Wet Natuurbescherming moest goedkeuren. Sinds dit jaar doen de provincies dat. Zij geven dus vrijstelling aan ondernemers om te bouwen.

Strijksta: ‘Wat ik heel graag zou zien is dat protocollen door overheidsinstanties worden gevalideerd. Dat we vastleggen: dit is de standaard waar goed ecologisch onderzoek aan moet voldoen.’

Geen controle op compensatie

Als je beschermde diersoorten vindt en als gevolg van het bouwproject wordt er schade aangebracht aan de dieren en hun levensomstandigheden, dan moet die schade gecompenseerd worden. De ondernemer, of opdrachtgever voor de bouw moet dat doen. Wie controleert dan of de compensatie ook echt wordt uitgevoerd?

Strijkstra: ‘In de praktijk komt het vaak voor dat het niet gecontroleerd wordt of er werkelijk volgens de afspraken gewerkt wordt. Er zijn in Nederland niet veel professionele handhavers. Dat vind ik een groot manco. Actiegroepen en natuurorganisaties zijn de echte handhavers, daar komt het in praktijk op neer.’

We leggen dit voor aan de RVO. Zij laten weten dat er (tot 1 januari 2017) inderdaad niet structureel werd gehandhaafd, alleen op handhavingsverzoeken en meldingen. Een woordvoerder schrijft: ‘Afhankelijk van de zaak kon de RVO de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) vragen om een controle ter plaatse te doen.’ Sinds 1 januari is er de nieuwe Wet natuurbescherming (Wnb) en zijn de provincies verantwoordelijk voor handhaving en controle. ‘Onder de Wet natuurbescherming wordt er eveneens gehandhaafd op meldingen en handhavingsverzoeken. Daarnaast maakt het team handhaving op basis van een risico- en doelgroepanalyse een selectie van projecten en gaat steekproefsgewijs na of er bij bepaalde projecten mogelijk onterecht geen ontheffing van de Wnb is aangevraagd.’

Strijkstra: ‘Hoe minder je controleert, hoe groter de kans dat er dingen fout gaan en dat je dus verlies aan habitat en verlies aan soorten krijgt en dat leidt tot vermindering van biodiversiteit. Het is de laatste tijd alsof dat minder belangrijk is geworden. Alsof natuur een linkse hobby is. Het is een realiteit waar je als ecoloog mee te leven hebt.’

Makers

Samen komen we verder

Ons onderzoek begint bij jou. Heb jij een tip of ervaring die je met ons wil delen? Laat het ons weten!

Heb jij een tip of ervaring die je met ons wil delen? Laat het ons weten!

Documentatie uploaden
CAPTCHA
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.

Bedankt, je tip is verstuurd

Wat gebeurt er nu met mijn tip?

Bedankt dat je de tijd hebt genomen om het tipformulier in te vullen. Je tip is verstuurd naar de redacteur van het onderzoek. Wij publiceren niets met naam en toenaam zonder contact met je op te nemen. Soms krijgen we zoveel tips binnen dat het ons helaas niet lukt om iedereen een persoonlijke reactie te sturen. We vragen je begrip hiervoor. 

Benieuwd naar de impact van eerdere tips?

Van kamervragen tot petities en maatschappelijk debat: samen met jou pakken we systemisch falen en onrecht aan. Benieuwd naar de impact van eerdere onderzoeken en ingezonden tips? Bekijk dan nu ons track record.