Pechmannen worden ze wel genoemd. Mannen die dakloos raken na ontslag, door schulden of na een scheiding. Dat laatste overkwam ook Tom*. Hij heeft een baan bij de overheid, maar slaapt al anderhalf jaar in zijn auto of bij vrienden op zijn zelf meegebrachte stretcher. “Ik leef in twee werelden: de ene is mijn werk, de andere is dakloos zijn.”

Tom valt binnen de steeds groter wordende groep economische daklozen in Nederland, die geen verslavings- of grote psychische problemen hebben maar evenmin een betaalbare woning. Volgens Valente, brancheorganisatie voor maatschappelijke opvangorganisaties, zijn er zo’n zestienduizend economische daklozen in Nederland van de in totaal grofweg veertigduizend dak- en thuislozen. Tom heeft een fulltime baan bij de overheid, maar verdient teveel voor sociale huur en particulier is te duur of hij komt er niet tussen, vertelt hij. We spreken Tom voor ons onderzoek Woonproblemen over de woningnood.

Over het leven in twee werelden, Tom vertelt:

“Ik ben Tom, 35 jaar en werk 36 tot 40 uur per week bij de overheid. Ik ben nu bijna anderhalf jaar economisch dakloos. Na mijn scheiding ben ik uit het huis van mijn ex-vrouw en kinderen vertrokken. Ik heb toen een jaar een mooi huisje kunnen huren, particuliere huur, maar door de aardbevingsproblematiek kwamen er allemaal scheuren in en moest ik eruit.

Voor sociale huur verdien ik teveel, daar kom ik niet voor in aanmerking. Voor particulier moet ik drie keer de huursom neerleggen of word ik uitgeloot. Een studio vind ik nog wel. Maar ik wil iets met minstens twee slaapkamers, zodat mijn kinderen bij me kunnen logeren.

Op mijn werk vertel ik aan collega’s over mijn mooie huisje waar ik vroeger woonde. Ze weten niet dat ik bij vrienden op de bank slaap, of in mijn auto

Tom

Ik leef in twee werelden: de ene is mijn werk, de andere is dakloos zijn. Op mijn werk vertel ik aan collega’s over mijn mooie huisje waar ik vroeger woonde. Ze weten niet dat ik bij vrienden op de bank slaap, of in mijn auto. Ik heb schaamte, ik ben bang mijn baan bij de overheid te verliezen als mijn baas weet dat ik dakloos ben.

Achterin mijn auto ligt een slaapzak en een stretcher, die klap ik uit als ik bij familie of vrienden logeer. Ik woonde eerst even bij mijn vader, maar die was bang dat hij daardoor geen toeslagen meer zou krijgen. Op een dag zei hij: je kunt hier niet langer wonen. Mijn vrienden wil ik ook niet tot last zijn, daarom slaap ik soms in een hotel. Maar nu met corona vermijd ik ze.

Zo’n twee keer per week slaap in mijn auto. Ik parkeer hem op een parkeerplaats bij een tankstation, ik zoek een plekje op waar het druk is met vrachtwagens, liever niet ergens alleen onder een brug. Als ik ga slapen, doe ik mijn stoel achterover, een kleedje over mij heen. Mijn jas gebruik ik als kussen. Soms ga ik liggen op de achterbank of de bijrijdersstoel. Dan slaap ik een paar uur, een hele nacht lukt me niet. Afgelopen winter was het soms erg koud, dat was echt overleven met een stapel dekens. ’s Ochtends haal ik broodjes bij de benzinepomp. Wassen en scheren doe ik alleen als ik bij vrienden slaap. Nu met corona zijn er veel toiletten dicht, dus dan ga ik naar de wc bij de McDonalds of gewoon buiten ergens.

Mijn kinderen van acht en drie jaar weten dat papa geen thuis heeft. Een keer per week vang ik ze op en ga ik met ze naar Ballorig (overdekte speeltuin, red.). Daar eten we samen patat of pannenkoeken. Maar door corona is die dicht. Nu ga ik met ze wandelen in het bos, een stukje rijden of bij de McDonalds eten. Gelukkig kan ik met ze bij een goede vriendin terecht als het regent.

Wanneer ik in mijn auto zit, of bij iemand logeer denk ik vaak: potverdorie, hoe kan ik het anders doen?” Maar de mogelijkheden zijn beperkt. Ik heb al zoveel instanties benaderd, niemand kan me helpen. Ik ben niet verslaafd, ik heb geen medische indicatie dus de gemeente kan me niet helpen. Die zegt: je kan jezelf redden.

Mijn briefadres is de daklozenopvang. Maar daar wonen? Ik ben er terughoudend in. Het klinkt gek, maar ik voel me er een beetje te goed voor. Daar zitten mensen die niks hebben, ook geen werk. Dat heb ik tenminste nog.

Ik wil juist voorzichtig zijn met leningen, anders gaat het bergafwaarts. Ik glijd nu al een beetje af.

Tom

Laatst had ik een ongeluk, mijn auto was total loss en nu zit ik ook nog in de schulden. Ik wil juist voorzichtig zijn met leningen, anders gaat het bergafwaarts. Ik glijd nu al een beetje af.

Ik hoop dat de overheid, mijn werkgever, eens gaat nadenken dat het leven niet zo vanzelfsprekend is als sommigen denken. Er komen steeds meer mensen op straat te staan, zoals ik. En het enige dat ik wil is een woning, om goed voor mijn kinderen te kunnen zorgen, zodat ik ze weer op kan vangen tijdens de vakanties.”

*De naam Tom is gefingeerd vanwege privacy, echte naam is bekend bij de redactie.

Makers

Verslaggever / Redacteur