Scheldkanonnades, eieren gooien, een schreeuwende buurman in een psychose, poep op de auto gesmeerd, masturberen vlak naast de schutting, een buurvrouw die haar huis in brand steekt. We kunnen wel even doorgaan met deze lijst: de verschillende soorten overlast die mensen ervaren van hun buren. Het begint vaak bij iets kleins en gaat van kwaad tot erger. Wat kan er worden gedaan om burenoverlast te stoppen?
We horen in ons onderzoek Burenoverlast veel ‘kastje naar de muur’-verhalen van mensen die te maken hebben met overlastgevende buren. De woningcorporatie zegt dat je bij de politie moet zijn, die verwijst weer naar de gemeente en vice versa. Zo komen mensen in een doolhof van instanties terecht. Wij spreken met Katja Steverink en Frannie Herder van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). Zij houden zich dagelijks bezig met woonoverlast en buurtbemiddeling en leggen uit welke maatregelen genomen kunnen worden.
Buurtbemiddeling
Buurtbemiddeling is vaak de eerste stap bij een conflict. In 289 van de 355 Nederlandse gemeenten, ruim 80 procent, is buurtbemiddeling aanwezig. Frannie Herder van het CCV legt uit hoe dat in zijn werk gaat. ‘Buurtbemiddeling doet een telefonische intake met de melder en voeren daarna afzonderlijke gesprekken met buur A en buur B. Als beide buren willen, gaan ze daarna met z’n allen om tafel en maken ze gezamenlijke afspraken,’ vertelt Herder.
‘Op het overtreden van afspraken die je onder leiding van buurtbemiddeling maakt, gelden geen sancties,’ gaat Herder verder. ‘Als de overlast doorgaat, kan buur A verder klagen bij de corporatie. Die kan dan een gedragsaanwijzing opleggen.’Daar zijn twee varianten van: de vrijwillige gedragsaanwijzing en de gerechtelijke gedragsaanwijzing. ‘Laat ik beginnen bij de vrijwillige gedragsaanwijzing’, vertelt Katja Steverink, ook van het CCV. ‘Dat is een aanvulling op het huurcontract, een extra pagina, zo moet je het zien. In dat aanhangsel staan afspraken die buren en de woningcorporatie met elkaar maken. Het is een krachtig middel als de overlastgever helder wordt gemaakt wat mogelijke gevolgen zijn van zijn gedrag, voordat er zwaardere middelen ingezet worden. Ook verhoogt het tekenen van zo’n contract de nalevingsbereidheid van de afspraken.’
Hond muilkorven
Michel Vols is hoogleraar openbare-orderecht en is verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Hij legt uit wat zo’n gedragsaanwijzing inhoudt. ‘Het is een instrument waar je een op maat gemaakt verbod of gebod oplegt aan de huurder. Bijvoorbeeld: je mag geen hond meer hebben, of je moet je hond muilkorven, of je mag bepaalde personen niet meer ontvangen in je woning als je steeds overlastgevend bezoek hebt. Of je moet een bepaalde training volgen, of er moet een behandelplan opgesteld worden.’
Vols vertelt dat deze tool nog niet standaard wordt ingezet door woningcorporaties. ‘Sommige corporaties doen dat. Andere corporaties gebruiken dit nog niet, omdat ze het niet kennen of omdat het niet standaard in hun gereedschapskist zit,’ vertelt Vols.
Gerechtelijke gedragsaanwijzing
Als een vrijwillige gedragsaanwijzing niet werkt, kan er ook een gerechtelijke gedragsaanwijzing worden opgelegd. Dit moet, het woord zegt het al, via de rechter. Dezelfde soort afspraken als bij een vrijwillige gedragsaanwijzing worden dan door de rechter opgelegd. ‘Buur B kan bij de rechter nog besluiten om mee te werken. Doet hij dit niet, dan kan de rechter de aanwijzingen opleggen,’ vertelt Steverink.
Ontruiming en laatste kansbeleid
Als buur B zich nu nog niet aan de afspraken houdt, kan de woningcorporatie hem uit zijn woning zetten. Het aantal uithuiszettingen daalt al een aantal jaar, de meeste mensen worden uit hun huis gezet vanwege een huurachterstand. Maar 8 procent van alle ontruimingen vindt plaats vanwege overlast. Wanneer een uithuiszetting via de rechter is afgedwongen, kan de woningcorporatie de bewoner nog een allerlaatste kans geven om zijn gedrag aan te passen. Als dit écht niet werkt, moet de huurder alsnog zijn woning verlaten.
Als je een koopwoning hebt
Wanneer je een koopwoning hebt, ben je verder van huis met een overlastgevende buur. Je hebt dan geen corporatie om bij aan te kloppen, en je komt dan snel bij de gemeente terecht. Daar kan je je beklag doen bij bijvoorbeeld een meldpunt Zorg en Overlast, als de gemeente die tenminste heeft.
‘Sinds juli 2017 kan ook de burgemeester voor zowel huur- als voor koopwoningen een gedragsaanwijzing geven,’ vertelt Vols. Deze nieuwe bevoegdheid zorgt ervoor dat bijvoorbeeld een dwangsom kan worden opgelegd. Vroeger was het zo dat de burgemeester alleen in uiterste gevallen iemand uit huis kon zetten. De burgemeester zat in de knel bij koopwoningen. Hij kon niets doen, behalve uiteindelijk een woning sluiten bij overlast.’
Burgemeester kan eerder optreden
Vols gaat verder: ‘Sinds de invoer van de Wet aanpak woonoverlast kan de burgemeester nu ook eerder optreden tegen ernstige hinder en heeft hij er belangrijke extra taken bij gekregen. Hij kan niet alleen een huis sluiten, maar bijvoorbeeld opleggen dat iemand zijn hond moet afstaan. Of bij psychische problematiek worden gedwongen om een behandelplan op te stellen. Of een heel vervuilde woning laten opruimen,’ aldus Vols.
Toch is er nog een belangrijk verschil tussen overlast in huurwoningen en in koopwoningen, meent Steverink. ‘Als er een goed dossier is opgebouwd, dan is de corporatie heel machtig. Corporaties zijn verantwoordelijk voor het woongenot en zijn ook verplicht om onderzoek te doen naar de overlast en te bepalen welke instrumenten daartegen in te zetten. Bij overlast in koopwoningen is het een beetje een postcodeloterij hoe gemeenten dit oplossen. De burgemeester is niet verplicht iets te doen.’