Volgens GroenLinks en de PvdA is ruim een kwart van de Nederlandse huishoudens afhankelijk van het openbaar vervoer omdat zij geen eigen auto bezit. Experts zeggen echter dat op deze stelling wel wat af valt te dingen.
Dit blijkt uit onderzoek van het AD, Nieuwscheckers en Pointer.
Bron van de bewering
,,Ruim een kwart van de Nederlandse huishoudens heeft geen auto en is afhankelijk van openbaar vervoer om zelfstandig werk, school, sociale activiteiten of andere noodzakelijke voorzieningen te bereiken.” Om deze reden schreven GroenLinks en de PvdA net voor de komende verkiezingen ‘een pleidooi voor goed, duurzaam en betaalbaar openbaar vervoer.’
Een kwart van de Nederlandse huishoudens, dat klinkt als een enorme groep kiezers die geholpen zou zijn met dit pleidooi. De vraag is of een op de vier huishoudens echt afhankelijk is van het openbaar vervoer om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer.
De feiten
In 2022 waren er 8,1 miljoen Nederlandse huishoudens, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Een kwart daarvan komt neer op 2,025 miljoen huishoudens. Het gemiddelde huishouden bestaat uit 2,13 mensen, wat betekent dat een kwart van de Nederlandse huishoudens uit 4,8 miljoen Nederlanders bestaat.
Bijna vijf miljoen zeer uiteenlopende gevallen
Bijna 5 miljoen mensen, die nergens komen als het openbaar vervoer niet rijdt, ligt het echt zo zwart-wit? ,,Nee, dat ligt wel wat genuanceerder”, zegt Jason David, bestuurskundige en adviseur mobiliteit bij ingenieursbureau Movares. ,,Die afhankelijkheid ligt voor bijna iedereen anders. Je moet kijken naar lokale voorzieningen, de eigen mogelijkheden, zowel financieel als qua gezondheid. Kan iemand fietsen, lopen? Of vervangend vervoer betalen?”
Er is veel onduidelijk. ,,Daar komt nog bij dat meer mensen bewust geen auto meer willen. Voor diegenen die het zich kunnen veroorloven is een regiotaxi of andere vormen van taxi’s een prima alternatief voor een eigen auto. Die kun je niet bij dat kwart rekenen.”
Niettemin verkeert een flink deel van de groep waar GroenLinks en de PvdA het over hebben in verkeersarmoede, zegt David. ,,Dat zijn mensen die zich bijvoorbeeld moeten laten brengen door derden en geen andere mogelijkheden hebben.”
Niels van Oort, universitair hoofddocent openbaar vervoer aan de TU Delft: ,,In Nederland is op dit moment al een lappendeken aan flex-systemen, dat wil zeggen openbaar vervoer zonder vaste route en op afroep beschikbaar. Lokale initiatieven vallen buiten de traditionele opvatting van openbaar vervoer. Maar deze vormen van openbaar vervoer zijn regelmatig zelfs beter dan het traditionele ov. Ook (de combinatie met) de fiets en deelmobiliteit kunnen een belangrijke rol spelen”
Los daarvan stelt hij dat afhankelijkheid van het openbaar vervoer iets anders betekent in de stad dan in een dorp. ,,In de binnenstad is het vaak geen probleem, met fijnmazige netwerken van trams, bussen en metro. Op het platteland ligt dat natuurlijk anders.”
Oordeel
De stelling dat een kwart van de Nederlandse huishoudens afhankelijk is van het openbaar vervoer is niet zo zwart-wit als GroenLinks en de PvdA in hun plannen schrijven.