We horen van veel pluimveehouders: hét perfecte ei ligt niet in de supermarkt. Het komt niet uit een scharrelstal, maar uit een zogenoemde kolonie, een verbeterde versie van de legbatterij. Pluimveehouder John Claessens uit het Limburgse Ysselsteyn heeft zo'n stal. Volgens hem is zijn ei het beste voor alles en iedereen. Komende zondag vertelt Claessens zijn verhaal in onze eerste uitzending in het dossier Megastallen.
Claessens’ ei is een doorn in het oog van de dierenwelzijnslobby. Onder druk van partijen als Wakker Dier, is dit kolonie-ei in geen supermarkt meer te krijgen. Claessens: ‘Het batterij-ei is destijds uit de supermarkt gejaagd in Nederland. En omdat het kolonie-ei dezelfde code op het ei heeft staan – code 3 – ligt deze ook nergens in het schap.’ Je kunt het alleen op de markt kopen, of uit de muur trekken bij diverse boerderijen, zoals die van Claessens.
Sinds het verschijnen van het onderzoek Veehouderij en Gezondheid Omwonenden van onder meer het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) zijn de pijlen op de pluimveesector gericht. Deze branche is verantwoordelijk voor een groot deel van de fijnstofuitstoot van de veehouderij. En omwonenden kunnen daar ziek van worden.
De sector wijst ons op het verbod van de traditionele legbatterij en de toegenomen aandacht voor dierenwelzijn. Daardoor zou als bijeffect de fijnstofuitstoot verveelvoudigd zijn. Dat verhaal wordt ondersteund door recent promotieonderzoek van de Universiteit Wageningen. Onderzoeker Albert Winkel: ‘Met het invoeren van scharrelstallen voor kippen is het probleem van dierenwelzijn van kippen in kooien ingeruild voor een volksgezondheidsprobleem.’ Doordat de kippen nu vrij rondscharrelen, woelen ze meer fijnstof los. Inmiddels wordt het grootste deel van de legkippen in Nederland gehouden in een scharrelstal.
In 2012 ging het verbod op de legbatterij in. De opvolger, de verrijkte kooi, mag al niet meer gebouwd worden, en de huidige verrijkte kooi-stallen mogen vanaf 2021 niet meer worden gebruikt. De opvolger van de verrijkte kooi is de koloniestal. Hierin zitten meer dieren in een kooi met een groter oppervlak per dier.
Mayonaise
Kippenboer Claessens zette begin dit jaar nog een nieuwe koloniestal neer. Voor 100.000 kippen, uit overtuiging dat dit systeem het beste is voor milieu, mens en voor dier. De eieren van Claessens gaan naar de voedingsindustrie, en komen zo via een omweg alsnog in de supermarkt terecht. In koekjes, mayonaise of advocaat-likeur bijvoorbeeld.
In onze uitzending over de fijnstofuitstoot van de pluimveesector komende zondag willen we een koloniestal laten zien. Immers: van alle kanten horen we dat de koloniestal het beste van 2 werelden verenigt: én een lage uitstoot, én gezonde dieren.
Bang voor reacties
Pluimveehouders met koloniestallen zijn ronduit enthousiast over hun stal en voelen zich daarin gesteund door veel vakgenoten. Toch twijfelen zij of zij hun verhaal wel moeten vertellen, bang voor de reacties. Hoe zal de dierenwelzijnslobby reageren? Wakker Dier voert bijvoorbeeld actie met haar ‘scharrelpolitie’ om de gehele Nederlandse consumptie (dus ook de koekjes en de mayonaise) kolonie-ei-vrij te krijgen.
Na familieoverleg durft één boer uit te leggen waarom een kolonie-ei volgens hem het beste ei is. Hij legt ons graag uit wat de voordelen zijn van deze stal, en de eieren die hij produceert. Belangrijkste voordeel is volgens Claessens de zeer beperkte stofuitstoot. Daarom spreekt hij consequent over het ‘milieu-ei’. ‘Kippen kunnen niet door hun eigen strooisel of mest scharrelen.’ Hij pleit daarom voor een keurmerk waar dit aspect in meegenomen wordt.
Sinds het verschijnen van het onderzoek Veehouderij en Gezondheid Omwonenden van onder meer het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) zijn de pijlen op de pluimveesector gericht. Deze branche is verantwoordelijk voor een groot deel van de fijnstofuitstoot van de veehouderij. En omwonenden kunnen daar ziek van worden.
De sector wijst ons op het verbod van de traditionele legbatterij en de toegenomen aandacht voor dierenwelzijn. Daardoor zou als bijeffect de fijnstofuitstoot verveelvoudigd zijn. Dat verhaal wordt ondersteund door recent promotieonderzoek van de Universiteit Wageningen. Onderzoeker Albert Winkel: ‘Met het invoeren van scharrelstallen voor kippen is het probleem van dierenwelzijn van kippen in kooien ingeruild voor een volksgezondheidsprobleem.’ Doordat de kippen nu vrij rondscharrelen, woelen ze meer fijnstof los. Inmiddels wordt het grootste deel van de legkippen in Nederland gehouden in een scharrelstal.
In 2012 ging het verbod op de legbatterij in. De opvolger, de verrijkte kooi, mag al niet meer gebouwd worden, en de huidige verrijkte kooi-stallen mogen vanaf 2021 niet meer worden gebruikt. De opvolger van de verrijkte kooi is de koloniestal. Hierin zitten meer dieren in een kooi met een groter oppervlak per dier.
Mayonaise
Kippenboer Claessens zette begin dit jaar nog een nieuwe koloniestal neer. Voor 100.000 kippen, uit overtuiging dat dit systeem het beste is voor milieu, mens en voor dier. De eieren van Claessens gaan naar de voedingsindustrie, en komen zo via een omweg alsnog in de supermarkt terecht. In koekjes, mayonaise of advocaat-likeur bijvoorbeeld.
In onze uitzending over de fijnstofuitstoot van de pluimveesector komende zondag willen we een koloniestal laten zien. Immers: van alle kanten horen we dat de koloniestal het beste van 2 werelden verenigt: én een lage uitstoot, én gezonde dieren.
Bang voor reacties
Pluimveehouders met koloniestallen zijn ronduit enthousiast over hun stal en voelen zich daarin gesteund door veel vakgenoten. Toch twijfelen zij of zij hun verhaal wel moeten vertellen, bang voor de reacties. Hoe zal de dierenwelzijnslobby reageren? Wakker Dier voert bijvoorbeeld actie met haar ‘scharrelpolitie’ om de gehele Nederlandse consumptie (dus ook de koekjes en de mayonaise) kolonie-ei-vrij te krijgen.
Na familieoverleg durft één boer uit te leggen waarom een kolonie-ei volgens hem het beste ei is. Hij legt ons graag uit wat de voordelen zijn van deze stal, en de eieren die hij produceert. Belangrijkste voordeel is volgens Claessens de zeer beperkte stofuitstoot. Daarom spreekt hij consequent over het ‘milieu-ei’. ‘Kippen kunnen niet door hun eigen strooisel of mest scharrelen.’ Hij pleit daarom voor een keurmerk waar dit aspect in meegenomen wordt.
De beperkte stofontwikkeling is niet alleen voor het milieu en de omwonenden het beste, maar ook voor de dieren zelf. ‘Als wij de hele dag door het stof baden, is het voor onze gezondheid ook niet goed. Dat geldt voor onze dieren precies hetzelfde.’ Bovendien is de lucht in de stal voor de werknemers veel gezonder.
Ziekten
De dieren staan dus niet in een stoffige stal, maar volgens Claessens is er nog een reden waarom zijn stal beter is voor zijn kippen: ze zijn nooit ziek. ‘Ik heb in 30 jaar pluimveehouderij nul antibiotica gebruikt voor mijn dieren.’ Volgens Claessens is dat simpel te verklaren. Zijn dieren scharrelen niet in hun eigen uitwerpselen, wat dieren in een scharrelstal wel doen. De mest valt op een band onder de kippen en wordt regelmatig uit de stal afgevoerd. ‘Nederland heeft de mond vol over antibioticareductie. Maar bij ons valt niets te verminderen. Want wat niet ziek wordt, hoef je ook niet beter te maken.’
Lobby
Claessens begrijpt niet waarom zijn ei niet in de supermarkt ligt. Dat is volgens hem puur te wijten aan de lobby van dierenwelzijnsorganisaties. Die hebben, net als de consument, een veel te romantisch beeld van de veehouderij. ‘Ik denk dat de consument steeds verder afstaat van de manier waarop ons voedsel geproduceerd wordt. Men reageert met emotie in plaats van feiten.’
Maar ondertussen wil diezelfde consument zoveel mogelijk terug naar vroeger, volgens Claessens, toen er op ieder erf nog een paar kippen rondscharrelden. ‘Mijn vader had 40 jaar geleden ook de kipjes buiten lopen. Iedere maand was het weer raak, en moest de dierenarts erbij komen.’ Het is volgens Claessens een zege voor de kip dat die tijd achter ons ligt. ‘We zijn van buiten naar binnen gegaan en hebben systemen ontwikkeld waar het dier zich gezond in voelde en waar geen arts aan te pas kwam. En nu zijn we zover dat alle dieren weer naar buiten moeten en die mysterieuze ziektes die er toen waren, komen weer terug. Dat vind ik een hele slechte ontwikkeling.’
‘Mijn vader had 40 jaar geleden ook de kipjes buiten lopen. Iedere maand was het weer raak, en moest de dierenarts erbij komen.’
Claessens voelt zich gesteund in zijn pleidooi door de ophokplicht voor alle pluimveehouders, die gisterenavond werd afgekondigd. In meerdere Europese landen is de voor kippen zeer besmettelijke en dodelijke variant van de vogelgriep H5N8 uitgebroken onder wilde vogels. Juist buiten lopende kippen hebben een fors grotere kans op besmettingen door overvliegende trekvogels.