Guus Schrijvers is oud-hoogleraar Public Health en gezondheidseconoom bij het UMC Utrecht. We spreken hem voor ons dossier Spoedzorg en leggen hem de zorgen voor van verpleegkundigen en ambulance-medewerkers die wij eerder spraken voor De Monitor. Zij zien overvolle spoedeisende hulpposten in ziekenhuizen. Volgens Schrijvers gaat het juist relatief goed met de acute zorg in Nederland, maar dreigt wel een probleem: de spoedzorg is onbetaalbaar aan het worden.
‘Kwalitatief doen we het wel goed met de acute zorg, constateert Schrijvers. Vooral de huisartsenposten die we tegenwoordig in ziekenhuizen hebben. Die doen goed werk, vindt hij. Maar dat betekent niet dat er niets te verbeteren valt. En bovendien is de noodzaak voor verandering in de acute zorg er ook want het is niet meer te betalen.
Er komen steeds meer mensen bij de eerste hulp, maar er is te weinig geld’
Volgens berekeningen van het Centraal Plan Bureau dreigt er een tekort aan geld om de toenemende vraag naar zorg te dekken. Volgens die berekeningen zou het budget voor de zorg jaarlijks met 3,4 procent moeten stijgen.
‘Die benodigde groei van het budget is er niet. Dat wordt het probleem van de komende jaren’
Crisisplan
Volgens Schrijvers zijn er een aantal typen patiënten die een grote kans hebben om op de spoedeisende hulp (seh) te belanden: vrouwen in barensnood, mensen met een hartinfarct of beroerte, ongevallenslachtoffers, acute psychiatrie en mensen met aandoeningen die plotseling verergeren.
Deze mensen moeten echt onmiddellijk geholpen worden op de spoedeisende hulp. Maar wanneer zij vooraf beter geïnformeerd worden over hoe te handelen bij acute medische problemen, zou het aantal bezoeken aan de seh kunnen verminderen. Als deze patiënten met een verhoogd risico een crisisplan zouden hebben en weten wat te doen en tot wie zei zich moeten wenden als er iets mis gaat, dan zou de seh minder zwaar belast worden. Dat vereist wel een omslag. Deze mensen zouden allemaal een ‘zelfmanagement-cursus’ moeten krijgen om zo’n incident sneller te herkennen, aldus Schrijvers.
Niemand verantwoordelijk voor preventie
Het zijn met name ouderen die de spoedeisende hulp bevolken. Verpleeghuizen hebben ’s nachts niet genoeg professionals en die sturen ouderen daardoor eerder door naar de seh. Ook wonen steeds meer mensen thuis, ook op hoge leeftijd. Daar is volgens Schrijvers eigenlijk een lichte vorm van ‘bemoeizorg’ nodig. Het is bijvoorbeeld goed om aan valpreventie te doen. Bijvoorbeeld het plaatsen van een babyrekje bij thuiswonende licht dementerenden om te voorkomen dat zij met spoed op de seh terecht komen.
Zelfhulp bij spoedgevallen wordt maatschappelijk nog niet echt opgepakt, volgens Schrijvers. ‘Wat dat betreft zit ik in een ivoren toren’. We leven in een tijdperk waarin we alle risico’s willen uitbannen en bovendien voelt geen enkele instantie zich er verantwoordelijk voor. De GGD niet, de zorgverzekeraars ook niet. Niemand voelt zich verantwoordelijk voor preventie.
Selectieve krimp en groei seh’s
Ook kan de acute zorg volgens Schrijvers efficiënter en beter op elkaar afgestemd worden. In sommige dunbevolkte regio’s, zoals Noord-Friesland dreigt gevaar, omdat er te weinig seh’s zijn. En in drukbevolkte gebieden, zoals Amsterdam, zijn er eerder teveel seh’s. Daar kunnen seh’s sluiten als het goed georganiseerd en afgestemd wordt, vindt hij. Daar zouden spoedeisende hulpposten ’s nachts in elkaar kunnen schuiven, terwijl dan nog steeds de norm gehaald kan worden dat iedere bewoner in 20 minuten bij een seh moet kunnen komen.