“Mijn dag begint met het poetsen van de muis en het toetsenbord. Vorige week ben ik in verband met corona ook de bedrading gaan schoonmaken, want iedereen raakt ook al die draden aan als ze apparatuur inpluggen.” Sonja van Galen werkt als communicatieadviseur bij de rijksoverheid en mailde ons omdat ze zich zorgen maakt over de hygiëne in de kantoortuin. Ze werkt in een ruimte met flexibele werkplekken, wat betekent dat ze elke dag aan een ander bureau zit.

“Ik sjouw altijd met een doos van die wegwerpdoekjes die in alcohol of zo zijn gedrenkt. Niet heel milieuvriendelijk overigens. Soms denk ik: ik zat hier gister ook, ik hoef het bureau niet te poetsen.” Van Galen vindt dat ze goede werkplekken heeft met veel ruimte, dus ze zit niet te dicht op haar collega’s. Maar het idee dat iemand anders eerst aan het bureau zat, vindt ze een beetje vies. “In het toetsenbord bevinden zich de broodkruimels van de vorige gebruiker, of van mijzelf. Niet heel hygiënisch dus, eigenlijk heel smerig.”

Leuning van de trap

Smerig ja, maar kan je ook echt iets oplopen van zo’n vies toetsenbord? Uit onderzoek blijkt dat gemiddeld iets meer dan zestien procent van de directe collega's het griepvirus oploopt als iemand op de werkplek besmet is, meldt Arbo Online. En wat zijn de plekken waar de virusoverdracht het meest plaatsvindt? Dat zijn volgens Arbo Online inderdaad toetsenborden, muizen en het bureaublad. Maar ook lichtknoppen en deurknoppen, kranen en de leuning van de trap.

Toiletbezoek

Maar de belangrijkste oorzaak van ziekte, vooral op de werkplek, is slechte handhygiëne. Een hand bevat na een toiletbezoek gemiddeld 200 miljoen bacteriën. Zeventig procent van de mensen wast daarna zijn handen en maar dertig procent gebruikt zeep. Die bacteriën worden makkelijk verspreid als je daarna thee gaat zetten of een klant een hand geeft.

Wat raak ik aan?

Wat zou de corona-uitbraak voor gevolgen kunnen hebben voor het werken in een kantoortuin? Van Galen denkt dat hygiëne een belangrijk punt zal worden. En dat mensen veel bewuster worden: “Wat raak ik aan? En wie heeft dat nog meer aangeraakt?” Misschien gaat ze, als ze weer op kantoor komt, aan haar leidinggevende een eigen toetsenbord vragen. “Het schoonmaken daarvan is het meeste werk, daar valt veel tussen. Maar het toetsenbord past misschien niet in het kluisje.”