Op welke plekken voelen LHBTIQA+-personen zich onveilig – en waarom? In een vragenlijst van Pointer en het AD prikten meer dan 2.300 personen uit de LHBTIQA+-gemeenschap ruim 2.700 specifieke locaties op de kaart. In dit interactieve verhaal bekijk je de plekken en lees je hun ervaringen. Ook is het mogelijk om te filteren op ervaringen van verschillende groepen binnen de LHBTIQA+-gemeenschap.
Van de ruim 2000 mensen een plek op de kaart van Nederland prikten, zegt 47 procent van de respondenten dat hen zelf iets is overkomen op de locatie, zoals bedreiging, uitschelden, fysiek geweld of uitsluiting.
Dit onveilige gevoel zorgt er voor dat LHBTIQA+ personen hun gedrag aanpassen. Zo zegt bijna 40 procent van de respondenten op die onveilige plek niet meer met hun partner hand in hand te lopen of op een andere manier hun relatie te verbergen. Zo’n 27 procent verhullen hun eigen LHBTIQA+ identiteit op de genoemde plekken. Anderen zeggen zelfs vaker dan hun hetero vrienden niet naar buiten te gaan, en slaan bijvoorbeeld uitgaan in het weekend over.
Zo zegt een homo man: “Het is jammer dat mijn (hetero, red.) vrienden wel gaan, want dan zit ik alleen thuis in plaats van dat ik ook iets doe op mijn zaterdagavond. Het blijft jammer dat ik na moet denken over mijn veiligheid, terwijl mijn vrienden vooral nadenken over welk shotje ze bij binnenkomst gaan nemen.”
Lees de ervaringen
Hieronder zie je alle plekken waar de LHBTIQA+ personen die de vragenlijst invulden zich onveilig voelen in Nederland. Verder kun je op elke locatie lezen waarom mensen zich daar onveilig voelen en hoe zij hun gedrag daarop aanpassen. De vragenlijst is ingevuld tussen 12 juni en 10 december 2025, maar respondenten konden ook ervaringen delen van langer geleden.
Over dit onderzoek
We hebben alleen ervaringen gedeeld van respondenten die in de vragenlijst hebben aangegeven dat we hun verhaal anoniem mogen publiceren. Sommige ervaringen hebben we een klein beetje herschreven om herleidbaarheid naar specifieke personen te voorkomen.
Beschrijvingen over de achtergrond van plegers van LHBTIQA+-haat of geweld – als die worden genoemd in de ervaringen - hebben we behouden. Wel hebben we gekozen om haatdragende, discriminerende en generaliserende taal over bevolkingsgroepen niet te publiceren als die niets met de ervaring op de kaart te maken hebben.
Het is belangrijk om te vermelden dat LHBTIQA+-haat of -geweld uit allerlei hoeken komt, zegt universitair hoofddocent en onderzoeker Laura Baams: "We zien anti-LHBTIQA+-geweld en -afwijzing in alle lagen van de samenleving. Arm en rijk. Platteland en stad. Religieus en niet religieus. Moslim en christen." Wat plegers van LHBTIQA+-geweld volgens onderzoek wel gemeen lijken te hebben: het zijn bovengemiddeld vaak mannen onder de 25 met eerdere strafbare feiten op hun naam.
Vragen over dit onderzoek en/of de onderliggende data? Mail naar pointer@kro-ncrv.nl