Na Black Friday en Cyber Monday stellen we de vraag: wat zijn de gevolgen van al dat online winkelen? ‘Het is momenteel de belangrijkste motor achter de groei van de XXL-distributiecentra in Nederland,’ stelt Wim Eringfeld van vastgoed-adviesbureau Stec groep. ‘En mede door de toename van het aantal retourzendingen, is er nog meer ruimte voor grote distributiehallen nodig.’
Nederlanders kopen steeds vaker en meer via internet. Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek deze week publiceerde. In 2019 kochten online shoppers het vaakst kleding of sportartikelen (55 procent). De grootste groei is te zien bij de levensmiddelen, de cosmetica of schoonmaakproducten, en de huishoudelijke goederen en apparaten.
'Grote blokkendozen'
De afgelopen 5 jaar groeide het online winkelen jaarlijks met maar liefst 20 procent. Webshops die bijvoorbeeld kleding, sport- of huishoudelijke artikelen aanbieden, leveren die aan de klant vanuit een distributiecentrum.
Maar voor de opslag van grote jongens als Bol.com, Zalando en Wehkamp, webwinkels met een zeer ruim assortiment, is er heel wat ruimte nodig. Hun distributiecentra zijn dan ook vaak ‘grote blokkendozen’, die bijdragen aan de zogenaamde ‘verdozing’ van het landschap in Nederland. Dat stelde het College van Rijksadviseurs in het onlangs verschenen rapport (X)XL-verdozing.
Zo bouwt webgigant Zalando in Bleiswijk momenteel een van de grootste dozen van Nederland, met een grootte van 19 voetbalvelden, een hal die geschikt is om 16 miljoen artikelen op te slaan. Webreus Bol heeft in Waalwijk een distributiecentrum van 50.000 vierkante meter, die het uitbreidt naar 100.000 vierkante meter in 2021.
Vanwege de groeiende e-commercemarkt laten ook diverse pakketvervoerders grotere distributiecentra neerzetten, zoals DHL Parcel in Zaltbommel en Amsterdam, DPD in Oirschot, TNT/FedEx in Eindhoven.
Er is een onmiskenbare relatie tussen de explosieve groei van de distributiecentra en de e-commerce
‘Nog meer ruimte nodig’
‘Er is een onmiskenbare relatie tussen de explosieve groei van de distributiecentra en de e-commerce’, aldus Wim Eringfeld, directeur van de Stec groep, een economisch adviesbureau in vastgoed dat werkt in opdracht voor de overheid en het bedrijfsleven. ‘Het online winkelen is de belangrijkste motor achter de explosieve groei van de XXL-magazijnen in Nederland’, stelt hij. ‘En mede door de toename van het aantal retourzendingen, zal er nog meer ruimte voor grote distributiehallen nodig zijn.’
Wat bijdraagt aan de populariteit van grote distributiecentra, is de toename van het aantal retourzendingen. ‘Vroeger paste je alleen kleding in de winkel. Als het niet goed zat paste je een ander kledingstuk, of bracht je het later terug naar de winkel,’ legt Eringfeld uit. ‘Maar met een online bestelling, stuur je het kledingstuk retour. Al die retourpakketjes moeten weer uitgepakt, bekeken en gesorteerd worden.’
Grotere voorraden
Bovendien houden webshops vaak veel grotere voorraden aan dan reguliere winkels. ‘In een webshop worden veel meer verschillende artikelen getoond dan in een winkel, die moeten dus ook beleverd worden. Daar is ruimte voor nodig.’
Hij vervolgt: ‘Wat ook meespeelt is dat bijvoorbeeld kledingmerken vroeger direct aan winkels leverden, zelf hadden ze geen voorraad. Bij online verkoop is dat anders. Webwinkels hebben vaak wel een voorraad. En omdat de kledingmerken zelf ook een voorraad aanleggen, omdat het assortiment van de webshop zo groot is en ze snel willen kunnen leveren. Ook dat legt een beslag op de ruimte.’
In de laatste tien jaar groeide het logistiek vastgoed uit met maar liefst 10 miljoen vierkante meter in Nederland.
Minder online shoppen?
Moeten we om de verdozing tegen te gaan dan minderen of stoppen met online shoppen? Eringfeld: ‘Ik denk niet dat mensen hun online koopgedrag snel gaan wijzigen, maar je kunt ze ervan bewust maken. Het is nu best spannend gezien de enorme toename van retourpakketjes en hoeveel extra ruimte dat vraagt.’