Hoe gaan onze huisartsen om met de coronacrisis? De afgelopen jaren hebben we voor onze onderzoeken gesproken met verschillende huisartsen. Een van hen is Ton Dapper uit Tienhoven, een klein dorpje in de gemeente Stichtse Vecht, onder de rook van Utrecht. We waren drie jaar geleden bij hem op bezoek voor onze uitzending over obesitas. Hoe gaat het nu met hem, zijn team en zijn patiënten?

We vragen hem om een dagboek bij te houden. Ervaringen en bespiegelingen van een huisarts tijdens de coronacrisis. 

zondag 19 april

Nederland is zichtbaar weer een fietsland aan het worden. De ‘halve wereld’ fietst (of wandelt). Leefstijlveranderingen vinden langzaam maar zeker gewoon plaats. Geen motiverende gespreksvoering voor nodig geweest.

maandag 20 april

De spreekuren beginnen zich iets meer te vullen, met hooguit enkele consulten meer per dag. Maar het heeft direct consequenties. Ik merk opeens dat ik een paar keer geen anderhalve meter afstand meer houd. Bij het verlaten van de spreekkamer van de patiënt loop ik altijd een stukje mee. Patiënten kunnen zich echter op het allerlaatste moment soms omdraaien en een stap naar voren maken met nog net een vraag of opmerking voor het verlaten van de spreekkamer. “Oh ja , voor het ik vergeet dokter…” en dan komt er vaak een heel verhaal…. Het ‘deurknop fenomeen’ noemen wij huisartsen dat. Het zijn nogal eens schaamte-onderwerpen. Maar ik sta daarbij in de hectiek van het hernieuwde gesprek vaak net te veel klem, merk ik.

Dat wordt straks wat bij (over)volle spreekuren.

dinsdag 21 april

Diverse collega’s beginnen in hun spreekkamer plexiglasschotten aan te brengen boven hun bureau. Het spatlappenspreekuur kan beginnen. Bij ‘pijn en ongemakken’ het smartlappenspreekuur. Aan perspex is ondertussen bijna niet meer te komen. Bedrijven nemen de telefoon niet meer op. Een aantal huisartsen heeft zich ondertussen volledig gestort op video bellen en e-health consulten. Goede praktische oplossingen maar ik word er toch wat verdrietig van. De ‘ziel’, wat voor mij staat voor het ‘persoonlijke’, is uit het dagelijks werken gehaald.

woensdag 22 april

De dreun is uitgedeeld aan de economie. Gisterenavond was de persconferentie van het kabinet. Er is duidelijk gekozen om de gezondheidszorg overeind te houden. Motivatie is dat het zorgsysteem niet overvraagd mag worden en dat kwetsbare mensen beschermd moeten worden. Alleen de basisscholen gaan open nu. Ik kan dit nog steeds volgen. Als de gezondheidszorg instort of burgers niet meer kunnen vertrouwen op bescherming, dan breekt er angst en paniek uit. En als iets de economie hard kan onderuithalen dan is het wel dit.

Geen voetbal, geen theater, geen horeca, geen Zwarte Cross (voorkeur zoon) en geen North Sea Jazzfestival (voorkeur vader). Alles gaat me aan het hart, maar met name de cultuursector. Het is voor mij altijd een soort graadmeter van onze beschaving geweest.

Een klein stukje DNA, rondzwevend in een eiwit-manteltje, heeft onze samenleving goed ontwricht.

donderdag 23 april

Deze coronacrisis is voor mij ook een morele crisis. Zijn we niet doorgeslagen in onze luxe, consumptie en globalisering? Op de een of andere manier leidt het tot een herwaardering van het meest traditionele en aardse beroep: de boer. Laat die nu net de laatste tijd zwaar onder vuur gelegen hebben. Wat een wonderlijke wendingen allemaal toch. Boer zoekt vrouw? Nee, vrouw zoekt boer nu. Een grote crisis is altijd de voedingsbodem voor veranderingen.

Ik moet denken aan de Vlaamse architect en dichter Albert Bontridder: “Enkel wat mensen nodig hebben om te leven is van belang.”

vrijdag 24 april

Een aantal patiënten stellen vragen over de corona-app. Er is soms onduidelijkheid over het doel en de veiligheid van deze app, merk ik. Velen denken dat het ingezet wordt voor het beheersen van de verspreiding van het virus en vrezen daarbij (terecht) voor hun privacy. Deels is dat zo. Maar deze app wordt vooral ingezet voor het redden van de economie, is mijn mening. Zakenlui, theaters, kappers of horecaondernemers kunnen kijken of hun zakenpartners of klanten veilig zijn om binnen te laten. En andersom kunnen klanten kijken of hun kapper, kroeg of theater wel veilig is. Deze app zou de economie beperkt kunnen laten opstarten en laten draaien.

Echter de vraag is (afgezien van de privacy): Hoe valide is deze app? Detecteert hij wat hij moet detecteren, namelijk besmettelijke mensen? En hoe betrouwbaar is deze app? Geeft hij wel steeds hetzelfde resultaat als ik het tien keer invul? Veel vragen, veel onzekerheid. Het wordt hem voorlopig niet, voorspel ik. Dat is jammer voor de economie.

Ik merk ondertussen van alle kanten, zowel in persoonlijk kring als in de spreekuren, dat het ‘maatschappelijk ongeduld’ toeneemt.

Makers