Ouders die elkaar de tent uitvechten en ernstige beschuldigen naar elkaar doen. Van agressie naar de kinderen bijvoorbeeld. Of verwaarlozing. Wat kan je als hulpverlener met tegenstrijdige verhalen van ouders die in een scheiding zitten? Hoe weet je wie de waarheid spreekt? En waarom is dat van belang voor de kinderen?
Eerder plaatsten we een oproep voor ons onderzoek Vechtscheidingen gericht aan professionals die ouders en kinderen begeleiden bij scheidingen. Diana van Boven, jeugdprofessional bij een sociaal wijkteam in de regio Utrecht, reageert.
Zij komt over de vloer bij gezinnen met complexe scheidingen. “Ik vertel tegenwoordig vaak aan ouders hoe ingewikkeld ik het zelf vind. Dan vertel ik een vader: Ik geloof wat je vertelt, maar als ik met jouw ex praat vertelt zij weer hele andere dingen.” Een eerlijk gesprek met een bevlogen professional.
Wat doe je als hulpverlener als een ouder de ander beschuldigt van bijvoorbeeld agressie?
“Ik denk echt dat elke ouder, elke vader of moeder het idee heeft dat ze het beste voor hun kind doen. En tegelijkertijd kunnen ze het zo verpesten! Ik heb weleens een gesprek gehad met een moeder die zei dat ze weggevlucht was met de kinderen van haar ex. Zij vertelde hoe angstig zij en haar kinderen voor hem waren toen hij nog in huis woonde. Later had ik een gesprek met de vader en die zei: “Ja, ik heb wel eens met de deur gegooid.” Dan denk ik: heb je nou echt alleen met de deur gegooid en kwam dat bij die moeder heel bedreigend over? Of weet je best dat je meer gedaan hebt dan met een deur gooien en zit je me nou gewoon te belazeren?”
Hoe ga je om met ouders die elkaar zo tegenspreken?
“Dan voel ik mezelf in een enorme spagaat terecht komen. Wat moet ik nou met deze twee tegenstrijdige verhalen?! Ik denk niet dat die vader de boel zit te beliegen, maar dat weet ik ook niet zeker. Ik probeer dan op neutraal terrein te komen, maar dan denk ik weer over mezelf: wat is dat voor een slappe hap?! Dat vind ik ook niet bevredigend.”
Wat gebeurt er bij ernstige signalen?
“Op het moment dat we grote zorgen hebben, dan vinden wij echt dat er meer onderzoek gedaan moet worden door bijvoorbeeld Veilig Thuis of de Raad voor de Kinderbescherming. Soms blijkt uit dat onderzoek dat de situatie niet onveilig is, maar dan begrijp ik toch dat zo’n moeder een steen in haar maag heeft als de kinderen zich aan haar vastklampen als ze naar de vader gaan. Hoe moet je dat met je moederhart voor elkaar krijgen? Of heeft ze het zitten aandikken?”
Hulpverleners wordt vaak verweten waarheid en feiten niet te onderzoeken.
“Er wordt vaak gezegd dat wij niet aan waarheidsvinding doen. Ik heb eerlijk gezegd ook geen idee hoe wij wél aan waarheidsvinding kunnen doen. Vaak merk ik dat ik het verhaal van de ene ouder heel geloofwaardig vind. En van de andere ouder ook. En dan wordt het ook gelijk heel ingewikkeld. Want hoe de situatie nou daadwerkelijk is...Ik heb eigenlijk geen idee.”
Hoe ga je als hulpverlener met die onzekerheid om?
“Ik vind het persoonlijk heel lastig om gewoonweg niet te weten wat de waarheid is. En zeker in situaties waarin wordt verteld over onveiligheid is het nodig om daar inzicht in te hebben. Ik denk echt dat zo’n man zijn waarheid vertelt. Maar wat die vrouw vertelt en wat die kinderen hebben beleefd is ook de waarheid. Het kan ook zijn dat die vrouw de kinderen heel erg heeft beïnvloed. Ik weet dat niet! En ik kan daar de eigenlijk helemaal niet mee uit de voeten.”
Zijn de feiten wel zo belangrijk voor het welzijn van kinderen?
“Feitenonderzoek is heel belangrijk. Waarom? Omdat dat te maken heeft met de veiligheid van kinderen. De werkelijkheid is alleen vaak niet zwart wit. Feiten worden heel erg ingekleurd door beleving. Misschien is de vraag zelfs: bestaan feiten wel? Tegelijkertijd zijn feiten heel belangrijk, want er worden soms door rechters ingrijpende beslissingen genomen over ouders en kinderen, waarbij je goed moet weten hoe het nou eigenlijk in elkaar zit. Je wil voorkomen dat een kind naar een situatie gaat waar het werkelijk onveilig is, maar je wil ook niet klakkeloos meegaan in het verhaal van ouders die de kinderen weg willen houden bij de ander.”