We leven in een obesogene omgeving. We worden overal verleid om te eten, vooral ongezond eten. Mensen zijn van mening dat wat je in je mond stopt, dat je daar zelf verantwoordelijk voor bent. Een kwestie van wilskracht, wordt er vaak gezegd. Maar is het zo simpel? Waarom maakt de ene persoon gemakkelijk een keuze voor gezond eten en kan een ander zich maar moeilijk inhouden? 

Dag in dag uit gezonder eten, meer bewegen en vaker sporten is voor veel mensen een wens. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Afslankpillen en afslankmiddelen zijn daarom populair. Bij gezondheidswinkels en webshops is de keuze gigantisch. Middelen die helpen om je eetlust tegen te gaan, worden veel verkocht.

‘Het idee dat de keuze voor voedsel een vrije keuze is, is een veel voorkomende opvatting. Mensen vergeten echter dat gedrag complex is.’ We spreken Roel Hermans, expert voeding en gedrag bij het Voedingscentrum. Een lange, slanke dertiger die vol passie praat over zijn fascinatie: het menselijk gedrag. Hij ergert zich aan het simplistische beeld dat mensen met overgewicht dit alleen aan zichzelf te danken hebben. Tijd voor wat nuance.

Impulsief systeem

Waarom is gezond eten niet alleen een kwestie van wilskracht? Hermans legt uit: ‘Het kiezen en eten van voedsel is vaak aangeleerd en ingesleten gedrag. Het gebeurt automatisch en onbewust. Bovendien wordt het sterk beïnvloed door externe impulsen. Bijvoorbeeld smaak, geur, etende mensen in je omgeving, al deze prikkels stimuleren de eetlust en zetten het automatische systeem in werking.’

Bij mensen met ernstig overgewicht is die aangeleerde respons vaak nog sterker. ‘Als je vaker bij fastfoodrestaurants eet, dan kan het zien van een gele M naast de snelweg er al voor zorgen dat het water je in de mond loopt,’ vertelt Hermans. Er is dus sprake van een fysieke reactie. Het lichaam maakt zich klaar om te eten. Het is dan alleen nog maar een kwestie van pakken. Als je dit systeem begrijpt, dan begrijp je dus ook dat je tegen je natuur in moet handelen om niet van de snelweg af te gaan om een hamburger te kopen,’ zegt Hermans.

Wilskracht

In een onderzoek van het Voedingscentrum onder ruim 2000 Nederlanders geeft 41procent aan het eetgedrag te willen verbeteren en zegt 43 procent het moeilijk te vinden om hier iets aan te doen. Die verantwoordelijkheid leggen ze voor een groot gedeelte bij zichzelf. Het meest noemen ze het tonen van meer wilskracht en het minder ingaan op verleidingen. (*1) Het idee dat je zelf verantwoordelijk bent voor wat je in je mond stopt, wordt dus wel door een grote groep mensen gedeeld. Hermans: ‘Het is natuurlijk niet zo dat wij mensen slachtoffer zijn van onze sterke neiging om te reageren op voedselprikkels en dat we hier dus helemaal niets aan kunnen doen, maar in de huidige maatschappij met alle verleidingen sta je wel met 2-0 achter.’

Steile helling

Om dit te verduidelijken tekent Hermans een poppetje op papier. Het poppetje duwt een bal tegen een berg omhoog. Hermans: ‘Kijk, je moet het zo zien. Dit poppetje, dat zijn wij. De bal is onze gezondheid. We kunnen zelf onze arm- en beenspieren trainen om zo goed mogelijk die bal omhoog te krijgen. De steile helling is de omgeving waarin we leven. Hoe meer verleidingen, hoe steiler. De overheid, beleidsmakers en de industrie moeten dus ook aan de slag, om die helling minder steil te maken.’

Hermans pleit voor maatregelen die ingrijpen in de omgeving. De afgelopen tientallen jaren is onze omgeving zó sterk veranderd dat het aanbod van ongezond en calorierijk voedsel steeds groter is geworden. ‘We moeten het mensen gemakkelijker maken om een gezonde keuze te maken door ongezonde verleidingen te verminderen of weg te nemen,’ zegt Hermans. ‘Alleen informatie geven over wat gezond eten is, en dus helpen bij het trainen van de arm- en beenspieren, heeft niet voldoende effect.’

Rationele gedragssysteem

Dit blijkt ook uit onderzoek. Informatie over leefstijl en gezondheid doet een beroep op het rationele gedragssysteem terwijl de keuze voor voedsel vooral gestuurd wordt door automatische systeem. (*2) Hermans: ‘Interventies die gericht zijn op informatieverstrekking, zoals ‘gezonde keuze-labels’ in een supermarkt, zijn een goede eerste stap, maar er moet geen grote gedragsverandering van verwacht worden.

Natuurlijk is kennis over eten belangrijk, omdat het kan aanzetten tot het maken van andere keuzes. Maar de impact ervan wordt overschat. Er werd toch vaak gedacht: ‘We hebben het verteld dus dan ligt de keus bij jou.’ Dat blijkt een veel te simpele gedachte.’

1* bron: Dagelijks eten. Een consumentenonderzoek tbv het Project Goede Voeding van het Voedingscentrum. 2011, GfK.

2* bron: Marteau, T.M., G.J. Hollands, and P.C. Fletcher, Changing human behavior to prevent disease: the importance of targeting automatic processes. Science, 2012. 337(6101): p. 1492-5

Makers