‘Ik sluit niet uit dat ik al binnen 5 jaar na het behalen van mijn diploma niet langer werkzaam ben in de zorg.’ Wij krijgen voor ons dossier Zorg aan huis een mail van een 28-jarige wijkverpleegkundige uit de regio Dordrecht, die nog maar kort geleden is afgestudeerd. Hij beschrijft hoe hij nu al ontgoocheld is door de werkdruk en het gebrek aan tijd en ruimte in de zorg. ‘Er is geen werkplezier voor de zorgverleners, omdat er geen zorg meer kan worden geleverd zoals we het graag zouden zien: met aandacht en voldoende ondersteuning.’
De wijkverpleging kampt op dit moment met een enorm personeelstekort dat oploopt tot minimaal 30.000 verpleegkundigen en verzorgenden over 5 jaar. Tienduizenden jongeren zullen we de komende jaren moeten kiezen voor een studie verpleegkunde om het nijpende tekort op te lossen. De zorg voor ouderen is ‘cool’, maar studenten zijn zich daar nog niet genoeg van bewust, zo lezen wij in de ‘Arbeidsmarktagenda 2023’. Daarin zijn afspraken gemaakt over oplossingen voor het gebrek aan werknemers in de ouderenzorg. Het wordt ons glashelder dat er veel wordt verwacht van de nieuwe generatie verpleegkundigen die de kar moet gaan trekken.
Afhaken
Is dat haalbaar? Meerdere net afgestudeerde wijkverpleegkundigen mailen ons dat ze door de regel- en werkdruk in de wijkzorg, niet weten of ze het werk nog wel willen doen. ‘Iedere keer moet het met weer een beetje minder geld. Steeds vaker krijg ik een klaagzang over mij heen van mijn team, omdat de teamleider zelf overspannen thuis zit en het niet meer trekt. Al met al zou ik de huidige situatie in de thuiszorg als volkomen hopeloos bestempelen.’
Verschillende thuiszorginstellingen hebben de afgelopen jaren hun managementlaag grotendeels wegbezuinigd. Hierdoor moeten HBO-verpleegkundigen, de zogenoemde Niveau 5 verpleegkundigen, soms al meteen na hun opleiding de taak van coördinator op zich nemen. ‘Wanneer de planning van de verpleging niet voldoende capaciteit heeft, word ik er bij geroepen. Zoekt de teamleiding ondersteuning bij bedrijfsmatige keuzes? Dan zit ik er bij aan tafel. Ik ben verantwoordelijk voor alle dossiers, alle indicaties, alle veranderingen en ondertussen begeleid ik ook nog twee leerlingen. Telefonisch ben ik altijd bereikbaar, klachten van cliënten los ik op en wanneer collega’s onderling problemen hebben dien ik te bemiddelen.’
Gevolgen
Het gebrek aan tijd voor de zorg heeft niet alleen voor medewerkers gevolgen. Ook de mensen die zorg moeten krijgen hebben er last van, zo mailt een 29-jarige wijkverpleegkundige ons. Er is steeds minder tijd om goed in kaart te brengen welke zorg mensen nodig hebben. ‘Hoe vaak moeten wij de politie of de brandweer bellen als iemand valgevaarlijk is en op de grond ligt en de deur niet kan openen? Of wij diegene niet zonder mankracht van de grond kunnen halen. Hoe vaak moet een ambulance uitrukken om nadien degene naar het ziekenhuis te vervoeren. En hoe vaak moeten wij niet een huisartsenpost met spoed laten komen? Te vaak.’
Zij signaleert dat de ouderen waar ze voor zorgt steeds vaker psychische problemen hebben. ‘Veel ouderen hebben last van eenzaamheid en dat leidt tot depressie. Suïcidepogingen hebben wij helaas moeten meemaken. Mijn collega stond vorig jaar een cliënt van het spoor te trekken en heeft politie erbij gehaald. Wij zijn hier niet voor opgeleid, wij kunnen niet die psychische zorg bieden. In onze rapportages staat vaak: 'Ik laat mevrouw of de heer niet met een gerust hart alleen achter'. Het raakt ons diep.’
Oplossing
Een veelgehoorde oplossing voor het personeelstekort in de wijkverpleging is meer salaris. Maar de jonge wijkverpleegkundigen die ons mailen zien dat niet als het enige probleem. ‘De oplossing ligt voor mij niet direct in het simpelweg extra geld pompen in de zorg, maar in het versoepelen van de administratieve last. Een verhoging van de salariëring heeft alleen zin als we de functie die daarbij hoort aantrekkelijker en positiever maken.’
Door de bureaucratie blijft er steeds minder tijd over voor de verplegende taken, schrijven veel verpleegkundigen. De wijkverpleger uit Dordrecht vraagt zich af hoelang hij dat nog volhoudt. ‘Persoonlijk zie ik geen toekomst voor mij in de zorgverlening. Ik ben onlangs met klachten van overspannenheid naar huis gegaan, en ik zie voorlopig geen reden om aan te nemen dat die klachten nu wegblijven. Een zeer verontrustende situatie als je bedenkt dat er duizenden krachten te weinig zijn in de thuiszorg, want ik zal zeker niet de enige zijn die er zo over denkt.’