In de meeste zaken die bij jeugdzorginstellingen worden behandeld speelt een vechtscheiding een rol. In sommige regio’s heeft zeventig procent van de dossiers bij jeugdzorg met een vechtscheiding te maken. Dat blijkt uit onderzoek van Reporter Radio (KRO-NCRV).
Deskundigen laten het programma weten dat er niet genoeg middelen zijn om de nadelige gevolgen van een vechtscheiding aan te pakken, waardoor zaken vaak jarenlang door blijven slepen.
In situaties waar een vechtscheiding speelt wordt door de familierechter een ondertoezichtstelling (OTS) opgelegd, omdat gevreesd wordt dat de ontwikkeling van het kind gevaar loopt. Hierbij wordt het ouderlijk gezag beperkt en krijgen ouders van een jeugdzorgmedewerker aanwijzingen bij de opvoeding van de kinderen.
De OTS wordt uitgevoerd door een jeugdzorginstelling. Bij Jeugdbescherming West, een instelling die o.a. in Den Haag en Dordrecht actief is, merken ze dat het aantal vechtscheidingsdossiers groeit. Cora Bakker, gedragsdeskundige bij Jeugdbescherming West: ”In een aantal regio’s waar wij actief zijn gaat het om vijftig tot zestig procent van de zaken. Het is moeilijk om er met die ouders uit te komen.”
Jeugdzorginstellingen in Zeeland en Brabant spreken zelfs van tweederde van het aantal zaken, die vanwege een vechtscheiding bij jeugdzorg terechtkomen.
Gedragsproblematiek
Door jeugdzorginstellingen worden verschillende hulptrajecten opgestart om het contact tussen de ouders te verbeteren, maar in de praktijk blijkt dit bij een vechtscheiding nauwelijks effectief te zijn. Volgens Anita Kraak van het Nederlands Jeugdinstituut wordt hulp op hulp gestapeld. “Als het ene aanbod niet werkt, wordt vaak op zoek gegaan naar het andere aanbod zonder dat wordt afgevraagd waarom iets niet werkt. Het kan namelijk zijn dat een probleem van één van de ouders dat bemoeilijkt.”
Uit onderzoeken van de Raad voor de Kinderbescherming naar vechtscheidingen blijkt dat vaak bij één of allebei de ouders sprake is van gedragsproblematiek. Hierdoor komt bijvoorbeeld een omgangsregeling niet van de grond. Volgens Jeugdzorg zijn er onvoldoende mogelijkheden om dit probleem bij een vechtscheiding nu aan te pakken. “We willen deze ouders graag makkelijker kunnen doorverwijzen naar de volwassen hulpverlening. Of volwassen GGZ hier in huis halen. Dat ontbreekt.”
Verplichte therapie
Ook familierechters constateren een toenemende druk door vechtscheidingen. De rechter heeft verschillende juridische mogelijkheden tot zijn beschikking als een ouder weigert mee te werken. Zo kan er een dwangsom worden opgelegd of de hoofd- en verblijfplaats worden gewijzigd naar de ouder waar de opvoedsituatie beter is.
Toch zijn familierechters van mening dat deze maatregelen niet altijd voldoen. Hetty Boone, familierechter in Den Haag: "Ik zou de mogelijkheid willen hebben om ouders tot therapie te verplichten. Dat kan in het strafrecht, maar in het familierecht kan dat niet. En dat terwijl er bij één van de ouders of allebei meer aan de hand is dan alleen die scheiding. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een trauma, waarom het die ouder gewoon niet lukt.”
Contact met kind
Als de strijd tussen ouders door blijft gaan, kan een rechter besluiten om het contact van het kind met één van de ouders te ontzeggen. De vechtscheiding wordt als te schadelijk gezien voor de ontwikkeling van het kind. Vaak gebeurt het dan dat het kind bij de ouder blijft die de omgangsregeling frustreert.
Familierechter Boone: ”Als de situatie zo schadelijk wordt – en dat hoeft helemaal niet te komen door de ouder die het nakijken heeft – moet je het kind daar ook tegen beschermen. Dan is dit beter voor het kind. Hoe triest en onrechtvaardig dat ook klinkt.”
Op dit moment doet het Expertteam Ouderverstoting in opdracht van de Tweede Kamer onderzoek naar vechtscheidingen.