"Thuiswerken, heerlijk! Ik ben veel minder moe, het scheelt enorm.” We bellen Hanneke* opnieuw, zij was één van de mensen die we spraken voor ons onderzoek naar het werken in een kantoortuin. Hanneke is beleidsmedewerker bij een grote organisatie. Ze zit normaal gesproken met zestien mensen in een open ruimte, waar ze zich slecht kan concentreren. Maar door het coronavirus zit ze thuis. “Ik werk nu veel efficiënter.”

Hanneke woont samen met haar man en heeft haar werkkamer thuis vorige week ergonomisch aangepast. Ze heeft regelmatig contact met haar collega’s via de mail en de telefoon. Bellen met beeld, zoals bijvoorbeeld met Skype, hoeft van haar niet zo. “De meerwaarde van elkaar zien in een vergadering zie ik niet. Veel vergaderingen zijn sowieso heel inefficiënt.” Ze heeft geluk, zegt ze, want haar man zit op een andere verdieping in het huis. “We lunchen wel samen en praten dan niet met elkaar over werk.” Last van eenzaamheid heeft ze niet. “Ik mis mijn collega’s niet, voor sociale contacten ben ik niet van hen afhankelijk.”

Minder groepsdruk

Thuis krijgt Hanneke veel meer voor elkaar dan in de kantoortuin. “Mijn productiviteit is twee keer zo hoog. Ik stuur bijvoorbeeld veel makkelijker mails.” Ander bijkomend voordeel: ze beweegt veel meer. “Hier ervaar ik minder groepsdruk van anderen die blijven zitten aan hun bureau. Dat is toch de arbeidsethos in de kantoortuin.” Hanneke gaat nu regelmatig zo’n twintig minuutjes lopen. “Als ik een ommetje maak, dan word ik creatiever en kom ik op ideeën, die type ik later uit.”

‘Gelijk van je afkletsen’

Sandra Nieberg maakt dat ommetje juist níet, nu ze thuiswerkt. Ze durft niet weg van de telefoon. Sandra werkt op het partijbureau van het CDA in Den Haag, waar ze de coördinator is van de ledendesk. Ze vindt thuiswerken vreselijk. “Ik mis de gezamenlijke lunch.” Sandra heeft veel mensen aan de lijn en voert intensieve gesprekken, bijvoorbeeld met oudere leden die zich nu vanwege de coronacrisis eenzaam voelen. “Als je neerlegt op kantoor, kan je even ventileren, het gelijk ‘van je af kletsen’. Dat kan nu niet. Je zit alles in je eentje te doen en dat is moeilijk.”

Niet naar wc

“Op mijn werk komt de telefoon binnen bij de centrale en komen klanten in de wachtstand. Nu wordt alles direct doorgeschakeld naar mijn mobiel en dan denk ik: ojee, er zijn er nu al drie aan het bellen. Op kantoor durf ik wel een ommetje te maken, want er neemt altijd iemand op. Nu blijf ik zitten.” Sandra heeft thuis een schuldgevoel als ze de telefoon niet kan beantwoorden. “Bijvoorbeeld als ik weet dat iemand tussen twee en kwart over twee belt en ik moet naar de wc. Dat is misschien een raar praatje, maar dan durf ik toch niet te gaan, want dan kan ik de telefoon niet opnemen.”

“Lekker praatje prut”

Thuiswerken kost Sandra veel extra tijd. “Normaal leg je een briefje neer als overdracht, nu houd je een videoconference. Als je op elkaar ingespeeld bent, heb je aan een half woord genoeg. Nu moet je mailen en vragen of je collega’s iets willen doen.” Dan is er nog het speciale belrondje met de collega’s, puur voor het sociale contact. “Dan bel ik en zeg: het mag niet over werk gaan. Wat heb je gegeten? Heb je nog een goed recept? Lekker praatje prut.”

Reuring

Net als Hanneke woont Sandra met haar man, die ook thuiswerkt. Net als bij Hanneke zijn de kinderen het huis uit, al komt haar zoon af en toe met de baby zodat zijn vriendin thuis kan doorwerken. Sandra heeft haar eigen werkkamer en haar werkgever heeft haar van alles voorzien. “Alles is goed geregeld: bureaustoel, eigen scherm. Daar ligt het niet aan.” Ze mist de dynamiek van het kantoor. “Ik houd van reuring! Ik zit op een centrale plek in de organisatie, iedereen loopt langs. Ik word heel ongelukkig bij het idee dat ik mogelijk tot 31 mei thuis moet werken.”

Balans opmaken

Hanneke vraagt zich af wat we van deze situatie kunnen leren. “Ik denk dat veel bedrijven de balans zullen opmaken: hoe hebben we thuiswerken ervaren? Hoe efficiënt was dat? Hoe kunnen we een prettiger klimaat met elkaar creëren?”

*Echte naam van Hanneke is bekend bij de redactie.