Tijdens ons onderzoek naar Overgewicht horen we dat er nog veel onduidelijk is over hoe mensen bij de nieuwe leefstijlcoach terecht gaan komen nu het in het basispakket van de zorgverzekering is opgenomen. Huisartsen moeten patiënten doorverwijzen, maar zij weten niet waarheen. En zorgverzekeraars willen coaches contracteren via regionale zorggroepen. Maar zorggroepen die wij spreken, zien dat helemaal niet zitten. Wat is hier aan de hand?
Na het verhaal van tipgever Antoinette die graag naar een leefstijlcoach wil, maar nergens terecht kan, vragen we ons af hoe dit leefstijlprogramma eigenlijk geregeld is. We bellen de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV): huisartsen moeten immers de poortwachters zijn voor het leefstijlprogramma. Weten zij hoe het zit?
Woordvoerder Luuk Elzenga van de LHV: ‘Het is niet zo dat huisartsen de gecombineerde leefstijlinterventies niet kennen. Wel is het zo dat het onduidelijk is waar welke programma’s door wie geleverd gaan worden.’ Er moet nog regionaal worden gecommuniceerd met de huisartsen zodat ze de juiste verwijsinformatie krijgen, legt Elzenga uit: ‘Huisartsen willen graag kwaliteit leveren, maar bij geen aanbod of onduidelijk aanbod is het ook logisch dat er een meer afwachtende houding wordt aangenomen. Het is nu echt aan de zorgverzekeraars, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en de aanbieders de GLI (het leefstijlprogramma, red.) beschikbaar te maken en het aanbod duidelijk te communiceren.’
Zorgverzekeraars: we sluiten contract met zorggroepen
Is er dan niet duidelijk wie de programma’s gaat contracteren? We pakken het inkoopbeleid van de vier grootste zorgverzekeraars erbij. In het inkoopbeleid van Zilveren Kruis lezen we: ‘Wij gebruiken 2019 om GLI beheerst te introduceren in de basisverzekering door een overeenkomst af te sluiten met samenwerkingsverbanden die de multidisciplinaire (eerstelijns) zorg organiseren in de regio, volumeafspraken te maken en ontwikkelingen te monitoren.’
Die samenwerkingsverbanden zijn de ruim 100 zorggroepen die er in Nederland zijn, waarin huisartsen samenwerken om vooral de zorg voor patiënten met chronische ziekten zoals COPD en diabetes goed te organiseren. Ook bij de drie andere grote zorgverzekeraars lezen we dat ze willen contracteren via die zorggroepen.
Zorggroep: ‘Het is voor ons te snel’
Maar willen de zorggroepen dat ook? We doen een belrondje langs 80 zorggroepen van wie we de gegevens kunnen vinden, om te horen hoe het in hun regio gaat. Meer dan de helft geeft aan dat ze in januari 2019 geen contract hebben met een zorgverzekeraar om leefstijlprogramma’s te gaan aanbieden.
We spreken Marjolein Groeneveld van Zorggroep Hoeksewaard (onder Rotterdam) met 80.000 inwoners. Zij meldt dat ze in 2019 in ieder geval niet gaan beginnen met het leefstijlprogramma. Groeneveld: ‘Het is voor ons te snel. Dat redden wij niet.’ In 2019 gaan ze inventariseren hoe het ervoor staat in hun regio. ‘We staan positief tegenover leefstijlhulp, maar onder onze huisartsen leeft wel de vraag of dit bij de zorggroep hoort, of dat het beter bij de gemeente past.’
Eric Scheppink, directeur van zorggroep Onze Huisartsen in Arnhem met een patiëntenpopulatie van 430.000, gaat ook geen contract afsluiten met de zorgverzekeraars: ‘We zien het belang van dit programma en gaan wel huisartsen informeren, maar het loopt niet via de zorggroep.’ Aanbieders met wie de verzekeraar een contract kan afsluiten zijn er nog niet in overdaad, vertelt Scheppink: ‘In Arnhem zelf weet ik van één aanbieder die al 200 mensen op de wachtlijst heeft staan. Hoe het in de omliggende gemeenten is, daar heb ik geen idee van.’
‘Landelijke budget met 6,5 miljoen voor 2019 veel te beperkt’
In Utrecht geeft zorggroep Coöperatie Huisartsen Utrecht Stad (240.000 patiënten) de prioriteit aan andere zorg. Voorzitter Wietze Eizenga: ‘We onderschrijven de insteek van het programma. Maar het is niet goed geregeld. Het landelijke budget is met 6,5 miljoen voor 2019 veel te beperkt, onduidelijk is wat er gebeurt als het budget overschreden wordt. Voor ons betekent het dus veel georganiseer voor maar een paar patiënten per huisarts.’ Eizenga’s zorggroep concludeerde na veel wikken en wegen dat het aanbieden van het leefstijlprogramma hun te veel energie kost voor te weinig resultaat: ‘Aan de huisartsen is op papier een spilfunctie toegedicht, maar op deze manier gaat dat niet.’
Zorggroep Katwijk (patiëntenpopulatie: 62.000) heeft geen aanbieders voor het programma. Voorzitter Huug van Duijn: ‘Er komen heel veel mensen voor in aanmerking, maar we kunnen er maar een paar per praktijk doorsturen. Het budget is te klein. Bovendien hebben we nog helemaal geen leefstijlcoaches hier in Katwijk.’ Ook in Drenthe, één van de regio’s waar het percentage mensen met overgewicht het hoogst is, gaat zorggroep HZD (483.000 patiënten) voorlopig geen contract afsluiten. Manager Siska van der Vlugt: ‘Het idee achter het leefstijlprogramma is goed, maar met dit budget is het een druppel op de gloeiende plaat. We kunnen er te weinig mensen mee helpen.’
Zorggroep Synchroon (265.000 patiënten in de regio Oss-Uden-Meierijstad) denkt er hetzelfde over. Medisch directeur en huisarts Dan Hoevenaars licht toe: ‘De administratieve last van contracteren en afrekenen met zorgverleners en kwaliteit controleren is op dit moment te groot voor ons. De opbrengst staat hiermee niet in verhouding.’ Hij vindt het opmerkelijk dat zorgverleners niet rechtstreeks bij de zorgverzekeraar een contract kunnen afsluiten. Maar blijft dat zo? Inmiddels zijn er zoveel zorggroepen die afhaken, dat zorgverzekeraars wel in zee lijken móeten te gaan met individuele aanbieders; anders kunnen ze hun verzekerden de zorg niet bieden waar ze recht op hebben.
Staatssecretaris: ‘Er is nog werk aan de winkel’
Dat zou betekenen dat de leefstijlcoach of de patiënt dus achteraf een factuur in moet dienen bij de zorgverzekeraar. Dat werpt drempels op, terwijl het leefstijlprogramma juist in de basisverzekering en buiten het eigen risico valt om het makkelijk en toegankelijk te maken. We vragen staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hoe het zit: hoe kan het dat iets wat in de basisverzekering zit niet beschikbaar is? Hij erkent dat het nieuwe afslankprogramma een moeizame start heeft. Blokhuis: ‘Ik hoor van de aanbieders (de leefstijlcoaches, red.) dat ze moeilijk tot contracteren kunnen komen. Als je geen contract hebt dan kun je ook geen aanbod organiseren.’
De staatssecretaris wil het graag oplossen in 2019. ‘Ik denk dat we geen vliegende start hebben. Dat het vrij moeizaam gaat.' Maar dat is niet ongebruikelijk als er in de zorgverzekeringswet een nieuw recht wordt toegevoegd, meent hij: ‘Het gebeurt vaker dat dat dan niet gelijk heel erg hard gaat. Er is nog werk aan de winkel en die verantwoordelijkheid neem ik ook op me.’
Het budgetplafond waar de zorggroepen zich zorgen over maken, is wat hem betreft niet keihard. Blokhuis: ‘Dat mag niet het struikelblok zijn. Als blijkt dat dit een succes wordt en blijkt dat we daar meer geld voor moeten reserveren, dan gaan we dat gesprek aan.’
NZa: 'We houden het scherp in de gaten'
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) houdt de inkoop scherp in de gaten en verwacht dat zorgverzekeraars hun verzekerden zullen bemiddelen naar een leefstijlprogramma. Woordvoerder Sietske Ligtvoet: ‘Hier blijven we alert op. Mensen die aangewezen zijn op deze zorg, maar niet weten waar ze terecht kunnen, raden wij aan contact op te nemen met de zorgbemiddeling van zijn of haar zorgverzekeraar.’ Als mensen niet geholpen worden door hun zorgverzekeraar kunnen zij zich melden bij de NZa.