Nu we alweer een halfjaar met COVID-19 leven, zijn wij benieuwd hoe anders we ons gedragen. Met data van Google Maps krijgen we inzicht in hoe we ons per provincie hebben verplaatst, en hoe anders dat is als voor de corona-uitbraak. Buitenhuise activiteiten nemen met name in Zeeland, en daarna in Friesland, het meest toe.
De intelligente lockdown ligt al een tijdje achter ons, het mooie weer lokt ons naar stranden en terrassen en mondkapjes zijn in het openbaar vervoer niet meer weg te denken. Maar hoe druk zijn de ov-stations nu eigenlijk in vergelijking met het pré-corona tijdperk? En hoe druk worden de cafés en restaurants inmiddels weer bezocht? Kortom: hoe ver zit het 'nieuwe-normaal' af van het 'normaal' voordat in Nederland het coronavirus uitbrak?
Deze vragen zijn deels te beantwoorden met locatiegegevens die de Google Maps-app verzamelt van alle gebruikers die daar toestemming voor hebben gegeven. De techreus zegt deze data nu voor het eerst beschikbaar te stellen om inzicht te kunnen bieden in hoe mensen hun gedrag veranderen ten gevolge van het corona-beleid. Het belangrijkste doel hiervan, zegt Google, is om beleidsmakers te helpen bij het nemen van beslissingen over social distancing en het meten van de effectiviteit van de maatregelen. Als jij op je smartphone hebt aangevinkt dat Google Maps je locatie mag bijhouden, zitten ook jouw gegevens in de dataset die ze openbaar hebben gemaakt.
Doen we alweer normaal?
Wij hebben deze data gebruikt om te laten zien hoe anders we ons in Nederland verplaatsen ten opzichte van de situatie voor de corona-uitbraak. In onze visualisaties zie je hoe mensen die de app gebruiken en die op dat moment in de desbetreffende provincie waren, zich daar toen hebben verplaatst. Dat is telkens ten opzichte van de 0-lijn, die staat voor de periode voor de corona-uitbraak in Nederland. Dus de gewone werkweken en weekenden in januari en februari, toen alles nog normaal was.
De lijnen laten de procentuele verandering zien in het aantal bezoeken. De 0-lijn staat voor de periode vóór de corona-uitbraak in Nederland (januari en februari 2020).
Onze tijdsbesteding op ons woon- en werkadres lopen redelijk gelijk op met het advies van de overheid. Tijdens de intelligente lockdown blijven we veel thuis, met de versoepelingen gaan we weer iets vaker naar werk en de afgelopen weken zie je dat we weer iets vaker thuis blijven. Het bezoek aan supermarkten en apotheken daalde tijdens de intelligente lockdown in alle provincies, maar komt nu weer op het oude niveau.
Zeeland springt eruit met een flinke stijging. In deze provincie worden opvallend veel bezoekjes gebracht aan restaurants en winkels, ov-stations en parken. Alleen in Friesland is dezelfde stijging te zien in het aantal bezoeken aan ov-stations en parken.
Toerisme zorgt voor pieken
"Zeeland doet het altijd goed in de zomer, en ook dit jaar is het weer druk geweest", zegt Sonja van der Voet, woordvoerder VVV Zeeland. De pieken in de data kunnen worden verklaard met de jaarlijkse stroom van toeristen. "Het kwam dit jaar wel wat later op gang dan normaal. De drukte start meestal al begin mei, maar vanwege het devies om thuis te blijven, werd het nu pas halverwege mei drukker." De Google-data laten precies op dat moment ook een stijging zien. "Opvallend is ook het relatief grote aantal Nederlandse gasten dit jaar. Andere jaren hebben we meer gasten uit Duitsland en België."
In de zomermaanden verdubbelt het aantal mensen in Zeeland.
Dit zou kunnen komen doordat de intelligente lockdown in Nederland net iets eerder werd versoepeld, en wij dus eerder in staat (en bereid) waren om te boeken dan buitenlanders. Dat stelt Harm IJben, woordvoerder van het HZ Kenniscentrum Kusttoerisme, het kenniscentrum dat het toerisme in kaart brengt. De pieken in de mobiliteitsdata van Google verrassen IJben ook niet. IJben: "De trends in juli en augustus passen in de lijn der verwachting van de jaarlijkse toestroom van toeristen en de prognose die we voor dit jaar hadden gemaakt. Elk jaar zien we het aantal mensen in de provincie enorm toenemen, en dus ook het bezoek aan supermarkten, winkels, restaurants en natuurgebieden. Qua openbaar vervoer is de boot van Vlissingen naar Breskens dan ook elke dag erg druk."
Zeeland heeft de ruimte
De toeristen in Zeeland zorgen jaarlijks voor minimaal een verdubbeling van het aantal mensen in de provincie, met name in de zomermaanden juli en augustus. Naast mensen die in de accommodaties verblijven, heeft Zeeland ook veel dagjesmensen. "Dus het kan goed dat de dagjesmensen het gat hebben opgevuld van de capaciteitsbeperkingen van de accommodaties." De daling in het aantal geboekte accommodaties die het CBS deze week bekendmaakte, hoeft dus geen daling in het aantal mensen in de provincie te betekenen.
De lijnen laten de procentuele verandering zien in het aantal bezoeken. De 0-lijn staat voor de periode vóór de corona-uitbraak in Nederland (januari en februari 2020).
Dat er geen hoge piek is in het aantal besmettingen, leidt IJben af aan de maatregelen die de veiligheidsregio heeft getroffen. “Er is veel gedaan aan bewustwording, er zijn ook drones ingezet om de drukte te meten en er is ingegrepen als het te druk werd." Ook Hetty Koppenaal, GGD Zeeland, maakt zich niet direct zorgen over de pieken: "De stranden zijn breed, onze supermarkten ruim en je kunt buiten heel ver kijken zonder iemand te zien. Onze provincie heeft de ruimte om die anderhalve meter afstand te houden. Restaurants kunnen vol zitten, maar die hebben zich ook te houden aan het maximaal aantal gasten dat in de ruimte aanwezig mag zijn. Zeeland kan de piek in mobiliteit daarom wel aan. Dat blijkt ook in de cijfers van het aantal bestemmingen, dat is de laatste tijd weer het meest toegenomen in de grote steden, zoals Rotterdam en Amsterdam."
Thuis testen
Kanttekening die ze daarbij maakt is dat toeristen zich mogelijk liever niet laten testen als ze op vakantie zijn. "De meeste mensen doen dat liever thuis, want anders zitten ze in hun huurhuisje in quarantaine. Dus het zou wel kunnen dat de stijgende drukte hier voor meer besmettingen zorgt in andere provincies."
Het toerisme is waarschijnlijk ook de oorzaak van de pieken in het bezoek aan de natuurgebieden in Friesland, stelt Peter van den Meerschaut, persvoorlichter provincie Fryslân. "Met het mooie weer in de vakantietijd is het absoluut druk geweest op het water. De vakantieparken zijn vanwege de maatregelen geslonken in het aanbod naar 70 procent van de capaciteit, maar dat deel zat dan wel helemaal vol. Je ziet in de cijfers van het CBS dan ook dat de krimp in het aantal geboekte accommodaties in het tweede kwartaal in onze provincie het kleinst is." Het is een daling van zo’n 53 procent, maar dat betekent volgens Van den Meerschaut niet dat het rustig is geweest. Enkel iets minder extreem druk.
"De groei in het aantal bezoeken aan ov-stations is te verklaren aan de hand van de schoolvakanties. Je ziet in de grafiek een piek in week 28, dat is het begin van de schoolvakanties in het noorden. Vanaf week 20 neemt het bezoek van OV-knooppunten flink toe. Dit is na de meivakantie, toen de scholen weer open gingen."
De cijfers van de OV-chipkaart bevestigen dit beeld, stelt Van den Meerschaut. "Het aantal instappers in de Friese bussen neemt vanaf mei voorzichtig toe. En volgens de cijfers blijft dit stijgen tot een toename van 50 procent in juli ten opzichte van het normale aantal instappers die maand. De stijgende lijn tot week 27 herkennen we dus, hoewel de piek bij de OV-chipkaart cijfers minder extreem is." Over juli en augustus is er nog geen goed beeld.
Zo kijkt het OMT ernaar
Jacco Wallinga, hoofd Modellering van Infectieziekten bij het RIVM en hoogleraar aan het LUMC, wijst ons erop voorzichtig met de data van Google om te gaan. Wallinga schuift regelmatig aan bij het Outbreak Management Team dat het kabinet adviseert hoe met deze pandemie om te gaan. "Het is ons niet duidelijk hoe Google precies tot deze gegevens komt, hoe groot de onzekerheidsmarge is en hoe representatief de mensen zijn die gevolgd worden." De uitschieters in Zeeland en Friesland zouden ook in de foutmarge kunnen zitten, stelt Wallinga.
Binnen het OMT gebruiken ze de data vanwege deze onzekerheid liever niet in hun berekeningen. Ze zijn ook terughoudend omdat niet duidelijk is hoe Google de privacy beschermt van de mensen die hun data delen. Maar het OMT laat de data ook weer niet helemaal links liggen. Wallinga: "Het doel van kijken naar Google-data is zien of dit suggereert dan mensen hun gedrag veranderen, bijvoorbeeld na de maatregelen van 15 maart." Wallinga verwijst naar het moment waarop werd besloten om scholen en kinderopvangcentra tijdelijk te sluiten. In de data van Google zie je vanaf dat moment, week 12, het thuisblijven dan ook ineens drastisch toenemen. Een sterke indicatie dat mensen hun gedrag aanpassen op het advies van het kabinet.
Met die insteek gebruikt Jaap van Dissel de data ook regelmatig in zijn presentatie in de Tweede Kamer. Want los van wat de uitschieters betekenen, laat de data ook een duidelijk patroon zien. Als je op die manier naar de data kijkt, zie je dat we ons als volk in het hele land ongeveer hetzelfde gedragen.