‘De rek is eruit’ was afgelopen mei de kop boven een brandbrief van samenwerkende artsen uit Noord-Holland en Flevoland. Steeds vaker moeten ziekenhuizen in de regio de poort voor spoedzorg sluiten. Zo’n patiëntenstop kan een paar minuten duren tot een paar uur. Ambulances moeten uitwijken naar andere ziekenhuizen om de druk op de afdelingen spoedeisende hulp (SEH) te verlichten. Extra rijtijd dus voor patiënten met pijn of mogelijk zelfs met levensbedreigende klachten.

Gaat de spoedeisende hulp kopje onder in de patiëntenstroom? En zo ja, waar komt dat door? En wat zijn de gevolgen voor patiënten en de betrokken hulpverleners? Deze vragen willen we nader onderzoeken en, zoals altijd, vragen we daarvoor uw hulp.

Ouderen

De cijfers van de betrokken artsen zijn alarmerend. Uit onderzoek van de artsen blijkt dat het aantal patiëntenstops sinds 2013 is verdubbeld. Alleen al in het eerste kwartaal van 2015 kwam het ruim 600 keer voor dat ziekenhuizen hun spoedeisende afdelingen moesten sluiten. In Amsterdam gebeurde het zelfs dat zowel de spoedeisende hulp als de eerste harthulp van alle ziekenhuizen tegelijk dicht waren.

Volgens de briefschrijvers vormen vooral thuisloze ouderen een belangrijke oorzaak. Weliswaar zijn de aangekondigde bezuinigingen op langdurige zorg voorlopig van de baan, maar van ouderen wordt nog steeds verwacht dat ze langer zelfstandig blijven wonen. In eerdere dossiers lieten we zien dat dit niet altijd even makkelijk is.

De artsen spreken minister Schippers van Volksgezondheid aan op het afnemende aantal plekken in verpleegtehuizen. Hierdoor houden uitbehandelde ouderen nodeloos lang hun ziekenhuisbed bezet. De minister laat de Tweede Kamer weten dat zij het ‘signaal...dat SEH’s de patiëntenstroom niet aankunnen, zeer serieus neemt. De toename van het aantal ouderen op de SEH was mij bekend, maar dat geldt niet voor het signaal dat SEH’s in zijn algemeenheid de patiëntenstroom niet aankunnen en ook niet dat daarbij sprake zou zijn van een landelijk beeld.’

Verdeling

Het Landelijke Netwerk Acute Zorg brengt dit de komende maanden in kaart. Op papier ziet de spoedzorg er in de overige 11 regio’s goed uit. 99,8% van de Nederlanders kan binnen 45 minuten door een ambulance worden opgepikt en afgeleverd bij een afdeling spoedeisende hulp, ruim binnen de norm. Maar dat zegt alleen iets over de spreiding van zorg en niet over de werkelijke ritduur, respons- of behandeltijd, zo onderstrepen de onderzoekers. De werkelijke aanrijtijden liggen namelijk een stuk lager, zo rapporteert de Nederlandse Zorgautoriteit in april. Wagens die uitrukken voor levensbedreigende situaties, de zogenoemde A1-ritten, moeten binnen 15 minuten ter plaatse zijn. De norm stelt dat 95% van deze ambulanceritten op tijd moet aankomen, maar ruim driekwart van de onderzochte provincies haalt dat cijfer niet. Onduidelijk is waardoor dat komt.

Bezorgd

Uit de eerste lading tips bereiken ons bovendien verhalen van mensen die langdurig met ernstige klachten moeten wachten op essentiële zorg. Zij wijzen ons op het verdwijnen van 24-uurs zorg in de regio en sluitende huisartsenposten, essentieel voor het verlichten van de druk op ziekenhuizen. Ook spreken we enkele hulpverleners die aan den lijve ervaren hoe de druk op de hulp op spoedzorg en verpleegafdelingen is toegenomen. Wat zijn de knelpunten en waar in Nederland gaat het mis? Worden de keurig opgestelde normen wel overal gehaald? En zo niet, waar komt dat door?