In het onderzoek Koloniaal Verleden richten we ons op de Surinaamse slavernijgeschiedenis. We bellen met historicus Okke ten Hove over hoe we het beste archief- en stamboomonderzoek kunnen doen. Ten Hove is expert op dat gebied en deelt zijn beste tips voor wie meer wil weten over zijn Surinaamse roots. 

“De meeste Surinamers willen drie dingen graag weten. Ten eerste wat hun achternaam betekent, ten tweede waar ze vandaan komen in Afrika – heel lastig is dat - en ten derde wanneer de eerste generatie de oversteek heeft gemaakt naar Suriname. Want vanaf daar stopt het zoeken meestal”, vertelt Okke ten Hove ons telefonisch. Met de digitalisering, bewerking en openbaring van veel archieven is het gemakkelijker geworden om een antwoord te vinden op die vragen. Tegelijkertijd is het ook makkelijk om online te verdwalen.

Archieftijger 

De zoektocht van historicus Okke ten Hove begon toen hij eens onderzoek wilde doen naar de familiegeschiedenis van zijn Surinaamse vrouw. Inmiddels is hij een expert op het gebied van het Surinaamse slavernijverleden. Ten Hove ondersteunt ook veel mediamakers. Hij heeft bijvoorbeeld meegeholpen met het onderzoek naar de familiegeschiedenis van Roué Verveer in het tv-programma De Slavernij en deed onderzoek voor de bekroonde podcast De plantage van onze voorouders.

Stappenplan stamboomonderzoek

Okke ten Hove noemt het stappenplan van de Stichting Surinaamse Genealogie en de website AlleSurinamers.org (tip 1!). “Je werkt altijd van het heden naar het verleden”, vertelt Ten Hove. “Praat met oude familieleden. Dan kom je al decennia verder. En ga kijken of er nog documenten zijn binnen de familie, zoals bijvoorbeeld trouwboekjes” (tip 2!). En nog een tip van Ten Hove: “Breed opzetten is belangrijk. Als je gelijk selecteert wat relevant of niet relevant is en het blijkt later toch belangrijk dan ben je het kwijt. Je moet later pas gaan wegstrepen” (tip 3!). En vergeet niet de vindplaats duidelijk te noteren om wat je vond makkelijk terug te kunnen vinden.

De interactieve plantagekaart van Suriname

De afschaffing van de slavernij in Suriname op de kaart gezet

Belangrijkste archieven

Volgens Okke ten Hove zijn de databases Emancipatieregister 1863 en Manumissies in Suriname, 1832-1863 een goed startpunt om te beginnen (tip 4!). Bij de afschaffing (emancipatie) van de slavernij in 1863 konden eigenaren een vergoeding van 300 gulden per slaafgemaakte krijgen, de slaafgemaakten zelf kregen niks. Eigenaren moesten een ‘borderel’, een soort formulier, invullen met allerlei gegevens per slaafgemaakte die door de Algemene Rekenkamer zijn bewaard. Die informatie werd in Suriname gecontroleerd en ook daar zijn registers bewaard van gebleven. Okke ten Hove heeft de Nederlandse borderellen gedigitaliseerd, en Heinrich Helstone de informatie uit Suriname; een klus die jaren duurde. In het Manumissie-archief staan alle ex-slaafgemaakten die zijn vrijgemaakt vóór de afschaffing van de slavernij.

Archieven op een rijtje

+Emancipatieregister: alle slaafgemaakten en eigenaren werden tijdens de afschaffing geregistreerd.

+Manumissies in Suriname, 1832-1863: overzicht van allen die in de periode 1832-1863 tijdens de slavernij vrij werden verklaard.

+Index Volkstelling 1921: alle in 1921 in Suriname wonende mensen op hun huisadres bij elkaar.

+Delpher: zoeken in gedigitaliseerde oude kranten.

+De almanakken van Suriname: soort overzichten van belangrijke mensen, zoals vroedvrouwen, kooplui, onderwijzers: wie doet ertoe in de samenleving?

+Wijkregisters van Suriname via het Nationaal Archief: de wijkmeester controleerde ieder jaar wie waar woonde.

+Testamenten en Onbeheerde boedels, via het Nationaal Archief

+Kerkelijke archieven via het Nationaal Archief

+Burgerregister Suriname: dit is archief nog niet gedigitaliseerd maar er zijn wel plannen voor. In het Nationaal Archief Suriname in te zien.

Andere belangrijke archieven zijn (tip 5!) de kerkelijke archieven, die deels openbaar zijn. Als een voorouder bij een kerkelijke gemeenschap was aangesloten kun je hier volgens Ten Hove veel informatie uithalen, zoals bijvoorbeeld wie met wie samenleefde, doopinformatie, en soms zelfs stamnamen uit Afrika, zoals de Igbo uit het huidige Nigeria. Een andere goede bron is het burgerregister van Suriname. Iedereen die vrij was kon zich hier inschrijven en burger worden van Suriname, ook ex-slaafgemaakten. Ten Hove: “Hier staat vaak beschreven waar iemand geboren is, of iemand bijvoorbeeld Afrikaan of creool is of uit Duitsland kwam, en dat willen veel mensen graag weten.”

Okke ten Hove

“Ik ben niet zo op de helikopterview gericht”, vertelt Ten Hove. “Ik focus me meer op de personen. Ik illustreer de geschiedenis met mensen, dan gaat het verhaal ook leven.” Zo werkte Ten Hove samen met onder andere antropoloog Wim Hoogbergen aan een boek over slaven die vrijgemaakt werden vóór de officiële afschaffing van de slavernij, waarin hij alle zogenoemde ‘gemanumitteerden’ van de laatste 30 jaar van de slavernij opsomde: ‘Manumissies in Suriname, 1832-1863’ (Ten Hove & Dragtenstein, 1997). Volgens Ten Hove wil iedereen uiteindelijk weten waar hij of zij vandaan komt en hij vertelt een anekdote over het boek: “Wim Hoogbergen vertelde mij dat mensen voor het boek belden en vroegen of hun achternaam erin voorkwam. Was het antwoord 'nee' dan had men geen interesse en was het antwoord 'ja' dan wilde men er wel twee.”

Wil je op de hoogte blijven van dit onderzoek?

Elke week sturen we je onderzoeksverhalen, tips van de redactie, en verhalen die je nog van ons kan verwachten.

Makers