Jeugdzorgmedewerkers zitten nog altijd veel te veel met hun neus in de papieren. Al jaren schreeuwt de sector moord en brand. Het probleem: volgens jeugdprofessionals blijft er te weinig tijd over voor de zorg voor kinderen en gezinnen in jeugdzorg. Waarom lukt het maar niet om dit aan te pakken?

Iedereen is het erover eens: sinds de decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten in 2015 zijn jeugdzorgmedewerkers een veel te grote hap van hun tijd kwijt aan administratieve rompslomp. De gemeenten, die nu gaan over de besteding van de zorgbudgetten, willen alle werkzaamheden van de zorgmedewerkers terugzien op papier. Zo zouden ze zicht houden op waar het zorggeld aan wordt besteed. Maar dit zorgt voor een gebrek aan vertrouwen bij zorgpersoneel en een enorme berg administratie. Dat daar iets aan moet gebeuren is ook voor iedereen duidelijk. Drie jaar lang investeerde het ministerie van Volksgezondheid fors in pogingen om de papierwinkel in de jeugdzorg te verminderen.

Onder leiding van oud-minister Rita Verdonk, die in 2018 werd benoemd tot speciaal adviseur (Ont)Regel de Zorg, werden er ruim honderd ‘schrapsessies’ georganiseerd met jeugdzorgwerkers, gemeentebestuurders en zorgaanbieders uit alle hoeken van het land. Er werd geluisterd naar frustraties van professionals en gediscussieerd over onnodige bureaucratie. Is het nou echt nodig dat jeugdzorgwerkers per minuut administreren waarmee ze bezig zijn? Met een paarse opblaaskrokodil die symbool staat voor papieren rompslomp en het aanstekelijke motto ‘snappen, schrappen, kappen’ ging Verdonk de bureaucratie in de jeugdzorg te lijf, maar al die inzet levert amper iets op.

Driekwart van de jeugdzorgmedewerkers denkt aan stoppen vanwege administratiedruk

Driekwart jeugdzorgmedewerkers denkt aan stoppen vanwege administratiedruk

Volgens hen gaat er teveel tijd verloren aan administratieve rompslomp die weinig te maken heeft met goede jeugdzorg.

‘Symptoombestrijding’

Uit onderzoek onder ruim 2700 jeugdzorgprofessionals in samenwerking met FNV Zorg en Welzijn blijkt dat slechts 2 procent van de medewerkers in de jeugdzorg de administratieve druk in de afgelopen drie jaar merkbaar heeft zien verminderen. En dat terwijl het ministerie beloofde dat jeugdzorgwerkers binnen één jaar na de start van het project (Ont)Regel de Zorg het verschil zouden merken.

Enquêteresultaten

“Dit (Ont)Regel de Zorg-programma is symptoombestrijding gebleken”, zegt Maaike van der Aar, FNV-bestuurder jeugdzorg. “Het is echt onbegrijpelijk dat er zoveel tijd, aandacht, energie en geld naar zo’n programma gaat en dat bijna niemand merkt dat het geholpen heeft.”

Verder blijkt uit het onderzoek dat de administratieve rompslomp het werkplezier van jeugdzorgwerkers dusdanig heeft beïnvloed, dat driekwart van hen weleens overweegt te stoppen met het werk en de sector te verlaten. Er gaat te veel kostbare tijd verloren aan randzaken zoals tijdschrijven, het maken van rapportages, regeldruk rondom beschikkingen en andere zaken die volgens hen weinig te maken hebben met goede zorg voor kinderen en gezinnen. Voor 80 procent van de jeugdzorgwerkers is overwerken geen uitzondering, maar iets wat ze structureel iedere week doen. Een kwart van hen zegt wekelijks meer dan vijf uur extra te werken dan contractueel afgesproken, omdat het anders niet lukt om al het werk te doen. Ook denkt 87 procent van de medewerkers in de jeugdzorg dat het jeugdzorgsysteem onhoudbaar is in deze vorm.

Onderzoeksresultaten enquête onder 2700 jeugdzorgprofessionals

Maar als het ministerie al jaren van alles uit de kast trekt om korte metten te maken met die papierwinkel in de jeugdzorg, waarom lukt het dan maar niet?

“Ik heb al tig keer gezegd dat ik geen toverstok heb”, zegt speciaal adviseur Rita Verdonk als we haar interviewen op het ministerie. “Het is een heel weerbarstig proces. Als het heel makkelijk was dan was het al lang opgelost, maar dat is het niet. Gemeenten willen heel graag alles verantwoord hebben en professionals zeggen ‘je moet ons veel meer vertrouwen’. Dat zijn heel veel stappen die je moet nemen voordat je echt tot resultaten kan komen.” Zelf is Verdonk niet ontevreden over het werk dat ze de afgelopen drie jaar heeft verzet, al had ook zij gewild dat meer jeugdzorgmedewerkers er iets van zouden merken. “Ik had gehoopt dat iedereen dezelfde vaart erin zou houden als ik en mijn team. We zijn nu echt bezig om alle partijen bij de les te houden.”

Geduld

Eind dit jaar loopt haar termijn als speciaal adviseur (Ont)Regel de Zorg af. Verdonk heeft als doel om voor die tijd in een ministeriële regeling vast te leggen dat alle gemeenten op een uniforme manier moeten gaan werken volgens een beperkt aantal verantwoordingscriteria, waardoor jeugdzorgwerkers uiteindelijk minder tijd kwijt zijn aan administratieve rompslomp. Op resultaat moeten jeugdzorgmedewerkers alleen nog een aantal jaar langer wachten. “Ik kan alleen maar steeds aan mensen uitleggen, heb nog even geduld. Maar ik heb er nog steeds vertrouwen in dat die 2 procent op een bepaald moment, en dan zeg ik eind 2023, 60 procent is. En ik mag hopen 90 procent.”

Benieuwd naar een uitgebreidere reactie van speciaal adviseur Rita Verdonk? Kijk vanavond om 22.20 uur naar de uitzending over paarse krokodillen in de jeugdzorg op NPO 2.

Demissionair staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid reageert: 

“In de afgelopen jaren heb ik ervaren dat het regeldrukprobleem ontzettend weerbarstig is. Voor de aanpak ervan is meer nodig dan alleen het schrappen van regels. Het gaat over het loslaten van grip en houvast, over communicatie wat wel en niet geregistreerd moet worden en waarom, over een omslag van wantrouwen naar vertrouwen en bovenal over een gezamenlijke aanpak van regeldruk. Dat is een hele opgave, en ook nadrukkelijk een gezamenlijke opgave: regeldruk komt uit verschillende hoeken op de zorgprofessional af, vanuit de werkgever, gemeente, beroepsvereniging én het Rijk. Het is dus geen kwestie van zwaaien met een Haagse toverstaf en het is opgelost.”

“Ik vind het teleurstellend als ik hoor dat zoveel jeugdzorgprofessionals overwegen om de sector te verlaten vanwege de administratieve lasten. We hebben deze mensen keihard nodig om de uitdagingen in de jeugdzorg aan te kunnen en moeten er dus alles aan doen om hen te behouden. Daarom zullen administratieve lasten een plek krijgen in de hervormingsagenda jeugd. En ik ga ervan uit dat ook een volgend kabinet, samen met betrokken partijen, onverminderd inzet op het terugdringen van de regeldruk.”

Follow the Money publiceert deze week een aantal artikelen over de geldstromen in de jeugdzorg op basis van gezamenlijk data-onderzoek. Hoeveel ging er naar de grootste aanbieders, hoeveel winst werd er gemaakt, en – belangrijker – hoeveel daarvan ging niet naar de zorg voor de meest kwetsbare kinderen? Lees hier verder.

Wil je op de hoogte blijven van dit onderzoek?

Elke week sturen we je onderzoeksverhalen, tips van de redactie, en verhalen die je nog van ons kan verwachten.

Makers