Voor nabestaanden en slachtoffers van ernstige misdrijven is te weinig geregeld in Nederland. Hoe kan dat beter? Pointer (KRO-NCRV) vraagt er aandacht voor met de podcast ‘Ik heb levenslang’, gemaakt door journalisten Wil van der Schans en Tom Veldhuijzen. “Het is als een olievlek van verdriet.”
In Nederland zijn ongeveer 1700 onopgeloste moord- en vermissingszaken. Waar de nabestaanden vaak achterblijven met veel vragen, neemt de aandacht voor hun zaak met de jaren af. Maar ook als de dader wel wordt gepakt blijft de impact op het leven van nabestaanden en slachtoffers groot, bijvoorbeeld bij femicide of ernstige zedenmisdrijven. ‘De dader krijgt een gevangenisstaf, maar ik heb levenslang’ is dan ook een veelgehoorde zin onder velen van hen.
Spreekrecht, schadevorderingen en slachtofferhulp
Op papier is er veel voor slachtoffers en nabestaanden geregeld: er is spreekrecht in rechtszaken, slachtoffers kunnen schade vorderen en kunnen slachtofferhulp krijgen. Maar de praktijk blijkt een stuk weerbarstiger, vertellen journalisten Wil van der Schans en Tom Veldhuijzen. Slachtoffers voelen zich volgens hen vaak in de kou gezet, alleen met hun verschrikkelijke herinneringen en verdriet.
Veldhuijzen: “Eerder maakten we voor KRO-NCRV de podcast TBS, over daders in tbs-klinieken. Daarvoor heb ik bijna alle tbs-klinieken in Nederland van binnen gezien. Ik wilde van daders weten wat hen beweegt en hoe je ze veilig kunt laten terugkeren in de samenleving. Slachtoffers en nabestaanden stuurden ons vervolgens reacties waarin ze vertelden dat het gerechtelijk systeem niet de daders, maar juist hen in de kou laat staan. ‘We voelen ons een beetje erbij bungelen’, vertelde een nabestaande ons.”
Dadergericht
“Ons juridisch systeem is vooral gericht op de dader”, vervolgt Van der Schans. “Die moet vervolgd, gestraft en behandeld worden. Voor slachtoffers en nabestaanden is er wel wát verbeterd in de afgelopen jaren; zij mogen bijvoorbeeld het woord voeren in de rechtszaal. Maar vaak worden zij genegeerd, zeker als er geen verdachte is.” Helemaal schrijnend is de situatie van nabestaanden in cold cases, aldus Van der Schans. Zij hebben vrijwel nergens recht op: geen spreekrecht, geen begeleiding, geen afsluiting.
Daarom staan in ‘Ik heb levenslang’ juist de verhalen van nabestaanden en slachtoffers zelf centraal. Die zelf ook aan het woord komen. “Niet alleen de directe slachtoffers van moord- en zedenzaken worden geraakt, maar ook hun omgeving”, stelt Van der Schans. “Tel dus maar na hoeveel mensen hier binnen hun familie of vriendenkring mee te maken hebben. Het is als een olievlek van verdriet.”
Financiële en psychologische gevolgen
Ook de financiële gevolgen zijn voor achterblijvers na een ernstig geweldsmisdrijf vaak groot. Denk bijvoorbeeld aan vervoerskosten voor het lichaam van een slachtoffer na een delict, die achterblijvers zelf moeten betalen, vertelt auteur en nabestaande Saskia Wolters in de podcast. Haar broer Joost werd in 2017 in de metro uit het niets vermoord door een psychiatrisch patiënt. “Er werd bijvoorbeeld ook ingewikkeld gedaan over de declaratie van onze reis- en parkeerkosten tijdens de rechtszaak, terwijl die echt hoog oplopen.”
En zo zijn er meer dingen waar Wolters veel moeite voor heeft moeten doen. “Je moet heel hard vechten om je rechten ook te krijgen, het is bijna een baan”, aldus Wolters. “We hebben heel hard moeten knokken om inzage te krijgen in bepaalde documenten. Of om met zijn vieren ons spreekrecht uit te kunnen voeren, omdat het OM vond dat drie sprekers wel voldoende was. Terwijl dat gewoon bij wet geregeld is.”
‘We behandelen liever daders’
Ondanks de vaak grote psychologische gevolgen voor slachtoffers en nabestaanden is de hulp die ze op dat vlak krijgen beperkt, weten Veldhuijzen en Van der Schans na het maken van de podcast. “Veel nabestaanden van moord en doodslag kampen met ernstige trauma’s en dat gaat generaties door”, zegt Veldhuijzen. “Levens zijn verwoest, familierelaties raken verstoord, en mensen raken vervreemd van vrienden en collega’s die ‘doorgaan’ met hun leven. Ook de kans op arbeidsongeschiktheid of fysieke problemen, zoals hartziekten, depressie en slapeloosheid, nemen toe.”
Hulpverlening kent een grens en stopt meestal na een rechtszaak.
“Natuurlijk is er Slachtofferhulp, die zich met man en macht inzet voor slachtofferrechten”, vervolgt Van der Schans. “Maar deze hulpverlening kent ook een grens en stopt meestal na een rechtszaak. Dat is enerzijds niet zo gek, aangezien ieder jaar ruim een kwart miljoen mensen zich melden en de organisatie 1100 vrijwilligers en 500 beroepskrachten heeft. Maar als je dit aantal afzet tegen de duizenden medewerkers in tbs-klinieken, kom je tot de treurige constatering dat we liever daders behandelen dan slachtoffers en nabestaanden.”
Meerjarenplan Slachtofferbeleid
“Daarom vinden we het belangrijk om in deze podcast juist hun verhalen te vertellen”, zeggen de podcastmakers. “Want waarom bieden we niet dezelfde zorg aan slachtoffers en nabestaanden als aan tbs-patiënten? Waarom moeten zij deels opdraaien voor de kosten van therapieën, of lang op wachtlijsten staan voor psychologische hulp?”
Staatssecretaris van Rechtsbescherming Teun Struycken werkt momenteel aan een meerjarenplan Slachtofferbeleid. “Dat plan gaat half juni naar de Tweede Kamer en is een uitgelezen kans om nabestaanden dezelfde zorg te bieden als de daders”, besluit Veldhuijzen.
Bekijk ook hieronder de video met podcastmakers Wil van der Schans en Tom Veldhuijzen:
