‘Vorige week werd ik zo ongeveer uitgelachen door de wethouder en de coalitie, omdat ik het ontbreken van natuuronderzoek naar de huismus en de spreeuw bij een bouwproject ter sprake bracht.’ Het zijn de woorden van raadslid Rob Molenkamp van de SP uit Amersfoort. Hij herkent zich in de eerste uitzending van ons dossier Dier en Bouw. ‘Flora- en Fauna-onderzoeken zijn in de praktijk een wassen neus. Niemand neemt ze serieus en vrijwel niemand leest de resultaten uit het natuuronderzoek,’ schrijft hij. En hij is niet de enige die kritiek uit op de manier waarop ecologisch onderzoek nu wordt uitgevoerd.

Het onderzoek bijvoorbeeld dat de gemeente Amsterdam uitvoert om te bepalen of er beschermde dieren zijn, stelt niets voor,’ schrijft buurtbewoner Ivar. Hij maakt zich kwaad over het feit dat alle wilde, groene stroken in het stadsdeel Amsterdam-Noord op een lijst gekomen zijn om te bebouwen. ‘De conclusie van deze onderzoeken is altijd dat het gebied niet belangrijk is voor de voedselvoorziening van de vleermuis, vogels of bijen. Maar niemand overziet het geheel aan groen dat in de stad verdwijnt. Er is bij de gemeente geen zorgplicht voor natuur en het ecosysteem. Er is alleen een afkoopregeling die, als niemand oplet, goedkoper uitvalt dan wanneer er lastige oplettende burgers zijn.’

Corrupt systeem

We krijgen ook reacties binnen van verschillende ecologen. ‘Als contra-deskundige en onafhankelijk natuurbeschermingsecoloog kreeg ik de afgelopen jaren regelmatig te maken met het spanningsveld bij ruimtelijke ontwikkeling ten koste van natuur. Ik durf welhaast te zeggen dat ons natuurlijk erfgoed wordt opgesoupeerd in de naam van de vooruitgang, waarbij vooruitgang eigenlijk alleen veel geld in het laatje brengt bij grote (ingenieurs-)bedrijven en overheden: een corrupt systeem waarbij onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek ver te zoeken is.’

Cowboys

‘Tja… 100-en van die rapportjes gezien en gemaakt,’ schrijft Roelof de Beer. Ook hij werkt voor een ecologisch onderzoeks-en adviesbureau. Hij gelooft niet dat veel ecologen ‘expres’ soorten missen maar hij heeft soms wel het gevoel dat mensen die het ‘goed’ willen doen, veel problemen kunnen ondervinden. Terwijl ‘de cowboys die doen of hun neus bloedt door gebrek aan handhaving er doorheen glippen.’

De Beer: ‘Alle moeite, van onderzoek en dikke rapporten, zouden niet nodig zijn als we wettelijk vastleggen dat in nieuwbouwprojecten bepaalde bewezen effectieve voorzieningen voor de huismus, de spreeuw, de gierzwaluw en de vleermuis standaard worden ingebouwd en er buiten de gevoelige tijden van de voorplanting en de winterrust wordt gesloopt.’

Duur natuuronderzoek overbodig

Duur natuuronderzoek is dus overbodig vindt deze ecoloog. Die mening wordt gedeeld door ecoloog Christian Bekhuis: ‘Vraag een ecoloog of een ontwikkelaar naar de kosten die zijn gemaakt voor het vooronderzoek, aanvullend onderzoek, de ontheffing en de hele papierwinkel die daarmee gemoeid is en zet dat af tegen de daadwerkelijke ‘rendementen’ voor de natuur. Ik ken vanuit mijn werk diverse voorbeelden waarbij er voor €5.000 tot €20.000 aan kosten worden gemaakt met als eindconclusie: als compenserende maatregel het ophangen van 3 nestkasten voor mussen van €75. Ieder weldenkend mens had deze ‘compensatie’ al lang kunnen voorspellen.’

Groenfonds

Bekhuis concludeert dat we met zijn allen duizenden euro’s aan kosten maken, terwijl de natuur er in veel gevallen heel weinig mee opschiet. Ook zet hij vraagtekens bij de uitvoering en de werking van de compensatiemaatregelen. ‘Als er al gecompenseerd wordt, dan komen bijvoorbeeld de nestkasten er wel, maar is de biotoop van de huismus helemaal veranderd. Zoals bijvoorbeeld op een boerenerf dat gesloopt wordt. De schuren zijn weg, het kuilvoer is weg enzovoort, zodat het helemaal niet meer geschikt is voor de huismus. Daarnaast waait een nestkast soms binnen een jaar al van de boom en is er niemand meer die zich daar verantwoordelijk voor voelt.’

Bekhuis pleit in zijn mail voor een leefgebiedenbenadering. Door middel van een soort groenfonds zou de ecologische schade kunnen worden afgekocht en op kansrijke plekken door deskundige mensen weer in de natuur kunnen worden geïnvesteerd. Hierdoor is ook de continuïteit van de verbeterende maatregel gewaarborgd.

Handhaving provincies

Sinds januari 2017 zijn de provincies verantwoordelijk voor het naleven van de wet natuurbescherming en dus voor het controleren van bijvoorbeeld nestkasten voor de huismus. In een pas gepubliceerd rapport van de Randstedelijke Rekenkamer, die onderzoek gedaan heeft naar de uitvoering van natuurcompensatie, blijkt dat provincies er tot nu toe vooral op vertrouwen dat de groencompensatie wordt uitgevoerd. Er wordt nauwelijks gecontroleerd of deze ook daadwerkelijk wordt aangelegd. Ook wordt er niet bijgehouden of de compensatie effectief is.

Makers