Kunnen mensen die getroffen zijn door bijvoorbeeld een herseninfarct of dementie, de ziekte van Parkinson of Korsakov hebben nog wel verstandige beslissingen nemen over financiële zaken zoals een testament? En hoe kun je bepalen of iemand daar nog toe in staat is? Voor ons onderzoek Wils(on)bekwaam brengen we een bezoek aan het Centrum voor Wilsbekwaamheidsvragen aan het VU medisch centrum in Amsterdam. Het is het eerste centrum op dit gebied in Europa dat vorig jaar is geopend.
‘In een wereld die vergrijst en we steeds meer ouderen met ziektes of aandoeningen krijgen die hun denkvermogen aantasten, worden vragen over wilsbekwaamheid steeds belangrijker,’ vertelt medeoprichter en gezondheidspsycholoog Henk Geertsema. ’We leven langer, hebben meer geld en worden steeds mondiger en eisen dus steeds meer ons recht op. Ook onze samengestelde gezinnen zorgen ervoor dat er vaker op hogere leeftijd nog complexe zakelijke beslissingen genomen worden. En de vraag is of die beslissingen dan nog wel genomen kunnen worden.’
Keuzevrijheid
In het centrum zijn verschillende onderzoekers en hulpverleners verbonden op het gebied van ouderengeneeskunde, rechten, ethiek en psychologie. Zij doen zelf ook wilsbekwaamheidsonderzoek. Medeoprichter en klinisch (neuro-)psycholoog Saskia Teunisse: ‘Wilsonbekwaamheid is een complex begrip dat niet eenvoudig te meten is. Bovendien is het belangrijk dat mensen zoveel mogelijk ondersteund worden in hun besluitvorming, zodat ze zo lang mogelijk zelf kunnen beslissen.’
Spanningsveld
En daar zit precies het spanningsveld. Want hoe ver ga je in het beperken van iemand zijn keuzevrijheid, zijn autonomie? Wanneer is iemand niet meer in staat de consequenties te overzien van zijn handelen en moet iemand dus tegen zichzelf in bescherming genomen worden? En wanneer komt het moment van ingrijpen? Het is een lastig dilemma. Het onderzoek dat wordt gedaan in het centrum draait altijd om een specifieke vraag. Geertsema: ‘Het kan zijn dat mensen niet meer in staat zijn om een ingewikkelde financiële beslissing te nemen zoals het wijzigen van een testament of het ondertekenen van een koopakte. Je bent dan wilsonbekwaam op dát gebied. Maar dat wil niet zeggen dat je geen keuzes meer kan maken in het dagelijkse leven zoals het doen van de boodschappen.’
Schemergebied
Het Centrum ontwikkelt op dit moment een model voor het onderzoeken van wilsbekwaamheid. Dat model bestaat uit verschillende stappen die achtereenvolgens doorlopen worden. Teunisse: ‘Soms is het heel eenvoudig om te bepalen dat iemand iets niet meer kan overzien. Soms is het heel duidelijk dat iemand het best nog zelf kan, maar heel vaak is er een schemergebied en dat is ingewikkeld. Je kijkt naar hoe iemand praat, of iemand goed kan vertellen wat hij wil en waarom hij het wil. En ook of iemand doorziet wat de consequenties zijn van zijn handelen. In dat grijze gebied, daar moet je extra alert zijn.’ Want juist dan kan er misbruik gemaakt worden van ouderen.
Tijdens zo’n onderzoek wordt er ook gekeken of iemand emotionele problemen heeft of dat iemand door een psychische aandoening achterdochtig is. Of dat medicijnen van invloed zijn op het denkvermogen. Teunisse: ‘We wegen de verschillende factoren die een rol kunnen spelen in de besluitvaardigheid en toetsen wilsbekwaamheid aan de hand van een aantal specifieke criteria, die in de gezondheidszorg en de wet zijn opgesteld. Daarnaast vragen we ons ook af welke belangen meespelen, waarom de vraag nu speelt. Deze stappen laten zien dat het beoordelen van wilsbekwaamheid niet slechts een kwestie is van een testje afnemen, maar vraagt om een brede benadering en zorgvuldige analyse.’ Maar ondanks deze zorgvuldige afweging blijft het wel een oordeel van een individuele hulpverlener.
Notarissen
Het centrum is een jaar geleden opgericht om voorlichting te geven aan ouderen maar ook aan professionals. Geertsema: ‘ We geven les aan onder andere notarissen, advocaten en huisartsen. Iedereen die in hun werk hiermee geconfronteerd wordt. We zien dat er vaak nog een gebrek aan kennis is. We krijgen hierdoor regelmatig een vraag van een notaris om onderzoek te doen bij een cliënt.’
Gezondheidsjurist Brenda Frederiks die ook verbonden is aan het centrum, beaamt dit. ‘Notarissen hebben een protocol ontwikkeld waarin staat beschreven hoe je kunt handelen als je een vermoeden hebt dat een cliënt niet snapt waar hij of zij voor tekent. Je kunt in dit protocol stap voor stap nagaan of iemand nog wel helder genoeg is om de gevolgen te begrijpen van bijvoorbeeld het wijzigen van een testament.’ Opvallend is wel dat de notaris, met dit protocol, zelf mag bepalen of iemand wilsonbekwaam is. Bij twijfel of ter ondersteuning kan de notaris soms een onafhankelijk deskundige inschakelen of het centrum wordt gevraagd om het onderzoek te doen.
Frederiks: ‘Een notaris moet aan de bel trekken als er twijfels zijn over de beslissingscapaciteit van een cliënt. Maar uiteindelijk kan een notaris het wel zelf beslissen. De notaris moet dus scherp genoeg zijn om het te zien en ernaar te handelen. ‘