In de Pointer-uitzending van zaterdag 27 januari maakt oud-president van de Hoge Raad Geert Corstens zich zorgen dat, net als in sommige Oost-Europese landen, bij ons de deur open staat naar politieke benoemingen van rechters in de Hoge Raad. Maar daar blijft het niet bij, ook het bestuur van de rechters in Nederland, de Raad voor de Rechtspraak, is vatbaar voor politieke beïnvloeding. Dat vertelt Paul Bovend’Eert in onderstaand interview. Bovend’Eert is hoogleraar Staatsrecht aan de Radboud Universiteit te Nijmegen en gespecialiseerd in dit onderwerp.

Geert Corstens maakt in de radio-uitzending van Pointer een vergelijking met Polen en Hongarije. Wat is daar aan de hand?

‘Daar is vooral de rechtspositionele onafhankelijkheid van rechters aangetast. Als je het hebt over de rechtspositie van rechters, dan gaat het over een aantal zaken: benoeming, ambtstermijn, het feit dat rechters niet onder druk gezet kunnen worden met maatregelen als overplaatsing, ontslag, schorsing en dreiging van het tuchtrecht. En juist die rechtspositie kwam op een hellend vlak.’ Zo werden er allerlei maatregelen getroffen waarmee rechters wel ontslagen konden worden. De ontstane vacatures werden ingevuld door rechters van een bepaalde politieke kleur.

Rechtersbenoemingen

Politieke invloed op de rechtspraak

 Wat houdt de onafhankelijke rechterlijke macht precies in? 

Een onafhankelijke rechter spreekt recht op basis van de geldende wetten, de bestaande verdragen en de jurisprudentie van een land. Persoonlijke of politieke overtuigingen blijven daarbij achterwege. Niemand kan een rechter vertellen wat voor uitspraken hij moet doen. Niemand kan hem ter verantwoording roepen. De enige instantie die in het uiterste geval een rechter kan ontslaan, is de Hoge Raad der Nederlanden (hogeraad.nl). 

In Polen lijkt men inmiddels op de schreden terug te treden. Wat nog niet zo eenvoudig is, want ondertussen zijn er allerlei wetten en regels veranderd die dan ook weer moeten worden aangepast...

‘Je zult misschien de benoemingswijze van de rechters in Polen moeten aanpassen. Je zit waarschijnlijk met heel veel rechters die van een hele andere gezindheid zijn dan de rechters die er vroeger zaten, en de vraag is: wat doe je met hen? Je kunt ze in een nieuw systeem niet zomaar ontslaan. Tenzij je een enorme reorganisatie doorvoert, zoals dat in Oekraïne is gebeurd en een aantal andere Oost-Europese landen. Daar zijn op een gegeven moment álle rechters ontslagen en daarna is er een benoemingsprocedure gestart om opnieuw rechters te benoemen, oude en nieuwe. Het is de vraag of je zulke draconische maatregelen moet nemen in Polen, want dan gaat het richting zuivering, en dat is ook bedenkelijk.’

En dan nu de stap naar Nederland, want wij zijn een westers democratisch land met een onafhankelijke rechtsstaat. Toch?

‘Wij hebben veel mooie waarborgen in de grondwet en artikel zes van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dat garandeert een eerlijk proces met een onafhankelijke en onpartijdige rechter. Er is echter wel een hiërarchische structuur met gezagsverhoudingen in het leven geroepen, waarbij de minister de Raad voor de Rechtspraak aanstuurt. De Raad voor de Rechtspraak is in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat rechters hun werk kunnen doen. De Raad voor de Rechtspraak regelt allerlei zaken op het gebied punt van de bedrijfsvoering, (de werkwijze bijvoorbeeld en de organisatie-inrichting). Kortgezegd: de Raad voor de Rechtspraak zorgt ervoor dat rechters hun werk kunnen doen. Deze Raad voor de Rechtspraak stuurt op diens beurt weer alle rechtbanken aan, en die rechtbanken moeten dan verantwoording afleggen naar boven, naar de Raad en dan weer aan de minister.

Rechtelijke macht

Oud-president Hoge Raad bezorgd over de rechtstaat: ‘Morgen kan hier gebeuren wat in Polen en Hongarije plaatsvond’

Ook in Nederland liggen politieke benoemingen van rechters op de loer.

Wat betekent dit voor de onafhankelijkheid?

“Je krijgt echt een top-down structuur, waarbij je je kunt afvragen of dat wel te rijmen is met de vereisten van rechterlijke onafhankelijkheid. Vooral ook omdat die rechter juist ten opzichte van de minister, regering en parlement onafhankelijk moet zijn, los moet staan. En dat is in die Nederlandse structuur eigenlijk niet goed gewaarborgd.”

Maar een minister mag zich toch niet inhoudelijk met rechtszaken bemoeien?

“Nee, dat klopt, niet inhoudelijk met de behandeling van een zaak en, niet met het oordeel. Maar wel met bijvoorbeeld de financiering. Hoeveel geld gaat er naar de rechterlijke macht en hoe wordt dat geld besteed? En daar zie je dat er van bovenaf een indringende bemoeienis is met hoe het geld in de praktijk besteed wordt. Dat raakt dan ook de onafhankelijke rechtspraak, want het gaat om vragen als: moeten we met één of drie rechters rechtspreken? De rechter verliest dan zelfstandigheid en onafhankelijkheid in de wijze waarop hij zaken wil behandelen. U moet zich voorstellen dat elk type zaak tegenwoordig is ingedeeld in een systeem, waarbij er een afgemeten aantal minuten is dat je aan zo'n zaak mag besteden. Nou, dat is toch wel een keurslijf wat die rechters wordt opgelegd.”

Kan een minister daarmee dan veel invloed uitoefenen?

“Ja, dat hebben we in het verleden wel meegemaakt. De minister van Justitie kende extra budget toe voor de vreemdelingenzaken om asielzaken sneller af te doen. Door meer budget toe te kennen aan dat type zaken, wordt daar ook prioriteit aan gegeven (en aan andere type zaken dus niet). Ook dat beïnvloedt de rechterlijke onafhankelijkheid. Zo stuur je op het type zaken dat snelle afhandeling krijgt en zaken die mogen blijven liggen. Een subtiele politieke beïnvloeding, maar het is dus wel mogelijk.”

Kan de Raad voor de Rechtspraak daar dan niet ingrijpen? Zij zijn per slot van rekening het hoogste orgaan.

“Het probleem met de Raad voor de Rechtspraak is dat ook deze Raad niet onafhankelijk is van de minister. Wat ook een probleem is, is dat de leden van de Raad voor de Rechtspraak benoemd worden voor zes jaar. Als ze goed hun best doen, kunnen ze nog een keer voor drie jaar benoemd worden. Dat is toch een constructie die vanuit het oogpunt van onafhankelijkheid veel schaduwkanten heeft. Rechters in de Hoge Raad worden voor het leven benoemd, er bestaat niet zoiets als een tussentijdse herbenoeming of een kortdurende benoeming, of iets dergelijks. Dat is dus echt anders bij de tijdelijke benoemingen voor de Raad voor de Rechtspraak, wat afbreuk doet aan de onafhankelijke positie, omdat leden tussentijds kunnen worden geschorst of/en ontslagen.

Wat zou er dan nodig zijn om dat te veranderen?

“Het zou verstandig zijn om een discussie te voeren over de vraag of er een andere samenstelling van die Raad voor de Rechtspraak moet komen. De Raad voor de Rechtspraak zou als vertegenwoordiging van rechters van de verschillende gerechten ook vooral op voorstel van die gerechten moeten worden benoemd. Benoeming kan natuurlijk best geschieden door de regering, maar de zeggenschap van de rechtbank zou veel groter moeten zijn.”

Wil je op de hoogte blijven van dit onderzoek?

Elke week sturen we je onderzoeksverhalen, tips van de redactie, en verhalen die je nog van ons kan verwachten.

Makers

Niels
Niels Heithuis is journalist en radiopresentator.