Het toerisme groeit in Nederland. Niet alleen de buitenlandse, maar ook de binnenlandse toerist trekt er regelmatig op uit. En dat zorgt steeds vaker voor overlast, in de stad, maar ook in natuurgebieden. Beleid om dit allemaal in goede banen te leiden wordt nauwelijks ingezet, zegt Douwe Wielenga van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli).

Bij overtoerisme denken we al snel aan de rolkoffertjes en de AirBnB-problematiek in Amsterdam, maar ook in sommige natuurgebieden loopt het toegenomen toerisme tegen grenzen aan. Wielenga is projectleider van een rapport dat vorig jaar werd gepresenteerd: Waardevol toerisme: onze leefomgeving verdient het. “Wat opvalt is dat economische belangen vaak zwaarder wegen dan die van de leefomgeving. Overheden en ondernemers zijn vaak actief bezig om meer bezoekers te trekken naar een mooi stadje of een bijzonder natuurgebied. Dat brengt natuurlijk ook inkomsten met zich mee, maar er wordt te weinig rekening gehouden met de nadelige effecten voor oorspronkelijke bewoners, natuur of leefomgeving”, stelt Wielenga.

Economie en toerisme

Toerisme is van groot belang voor de Nederlandse economie. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) becijferde dat toerisme voor vier procent bijdraagt aan het bruto binnenlands product. Ter vergelijking: dat is net zo veel als de bouwsector en tweemaal zoveel als de landbouw

Kip met gouden eieren geslacht

Dronken bezoekers op de Wallen, grote bezoekersstromen die op de Veluwe en in de Biesbosch de biodiversiteit schaden en beleggers die in populaire bestemmingen de vastgoedprijzen opdrijven. Volgens de onderzoekers van de Rli zijn de negatieve effecten op sommige plaatsen zo groot dat het draagvlak voor toerisme onder bewoners afbrokkelt. En dat heeft uiteindelijk juist een averechts effect. De aantrekkelijkheid van de trekpleister vermindert en “zo dreigt de kip met de gouden eieren geslacht te worden”, aldus het rapport.

Wat doen we als we vrij zijn?

Onderzoeksbureau NBTC-NIPO doet onderzoek naar toerisme en recreatie in binnen- en buitenland. Uit hun cijfers (2018) blijkt dat Nederlanders er 3,62 miljard keer op uit trokken in eigen land. Buitenrecreatie is het populairst met bijna een miljard activiteiten. We wandelden dat jaar bijvoorbeeld met z’n allen 424 miljoen keer voor ons plezier, aldus het onderzoeksinstituut. Fietsen voor het plezier deden we in dat jaar 191 miljoen keer. Ruim twee keer zo vaak als we naar het café gingen (88 miljoen keer)

Pas ingrijpen bij overlast

Wielenga legt uit dat door overheden vaak te laat wordt ingegrepen als het aantal toeristen in rap tempo toeneemt. “Pas als het leidt tot schade aan de leefomgeving of tot overlast voor bewoners dan gaat men nadenken wat er gedaan kan worden om die overlast tegen te gaan. De Raad zou dat graag andersom zien, want er zijn wel degelijk middelen om het toerisme op een goede manier te sturen. Daar hebben we er tientallen van gevonden. Je kan dan denken aan het spreiden van toeristen over een regio of extra handhaving op drukke momenten.”

De Raad vindt daarom dat alle regio’s in Nederland binnen twee jaar een ‘toeristische strategie’ moeten opstellen zodat de groei van het aantal toeristen hen niet overkomt. Want de toeristenstroom zal in de komende jaren niet afnemen. Prognoses van het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) laten zien dat het aantal toeristen in Nederland de komende jaren zal stijgen van 40 miljoen in 2017 naar 60 miljoen in 2030.

Oproep

Merk jij ook dat er in jouw gemeente vooral gedacht wordt aan het stimuleren van het toerisme? En niet aan de negatieve gevolgen daarvan? Zorgt het voor overlast of zet het de natuur onder druk? We horen graag je verhaal!

Makers