Omwonenden van een lelieperceel in het Brabantse Sint-Michielsgestel maken zich zorgen en stappen naar de rechter. Monica Jansen (59) is een van die omwonenden. Zij woont in het koetshuis van landgoed Hemelrijk, dat op vijf meter van het perceel ligt. "Dit is mijn fruitlaantje. Aan de andere kant ligt ons beukenlaantje, en een groot deel van het veld grenst direct aan ons terrein”, vertelt ze.
“Wat dit extra pijnlijk maakt, is dat ik dit fruitlaantje 3 à 4 jaar geleden helemaal zelf heb aangeplant”, vervolgt Jansen. “En toen kwamen de lelies. Je leest over al dat gif, maar je ziet het niet. Je vraagt je af: kan ik mijn frambozen die hier hangen nog wel eten? Simpelweg omdat je niet zeker weet welke effecten het heeft."
Onzichtbaar probleem
De zorgen van Jansen en de andere omwonenden van het perceel in Sint-Michielsgestel begonnen op het moment dat op het veld, waar eerst maïs stond, lelies werden aangeplant. “We hebben dat een jaar of tien geleden ook meegemaakt”, zegt ze. “Een van mijn kinderen zat toen nog in mijn buik, terwijl de ander vrolijk door het veld tussen de lelies rende. En dan denk je: hoe veilig was dat eigenlijk?"
De lelieteelt is dus niet helemaal nieuw voor Jansen, maar ze maakt zich tegenwoordig wel meer zorgen. Dit heeft te maken met de toenemende aandacht voor de mogelijke risico’s ervan. “Destijds wist niemand precies hoe schadelijk het kon zijn of wat de gevolgen waren. Je weet het niet en dat is precies het probleem. Die onzekerheid maakt je onrustig.”
Hoe terecht zijn hun zorgen eigenlijk? “Wat we in ieder geval zeker weten, is dat het veelvuldig gebruik van bestrijdingsmiddelen kan leiden tot neurodegeneratieve ziektes, zoals Parkinson”, stelt emeritus-hoogleraartoxicologie (Universiteit Utrecht) Martin van den Berg. Daarnaast tonen volgens Van den Berg verschillende buitenlandse studies aan dat jonge en nog ongeboren kinderen het risico lopen op verstoringen in de hersenontwikkeling in gebieden waar veel bestrijdingsmiddelen worden gebruikt.
Medicijnkastje opentrekken
Om te achterhalen wat er in Sint-Michielsgestel op de lelies wordt gespoten, gaat een aantal omwonenden langs bij teler Leo van de Westelaken. "Leo verzekerde dat hij niks illegaals doet en dat hij spuit met de middelen die zijn toegestaan door het Ctgb," zegt Jansen.
“We proberen echt weerbare soorten te telen”, vertelt Van de Westelaken. "Maar als er iets tegenzit, en de bollen krijgen last van virussen, bladluizen of schimmels, dan moeten we af en toe 'het medicijnkastje' opentrekken.” Volgens Van de Westelaken ontkomt hij er dan niet aan om te spuiten: “Maar dat is vooral met paraffine-olie, een biologisch middel."
Naar de rechter
Ondanks dat Van de Westelaken relatief weinig en deels biologische bestrijdingsmiddelen gebruikt, kan hij de zorgen van alle omwonenden niet wegnemen. En dus stappen ze naar de rechter. Jansen: “Je hoort verhalen dat je er kanker of Parkinson van kunt krijgen en dat zijn serieuze ziekten. Daar sta ik natuurlijk niet voor in de rij.”
Maar volgens Van de Westelaken is de ongerustheid voorbarig. “Anders zou ik geen lelies telen. Het is jammer dat lelies zo in de schijnwerpers staan. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is goedgekeurd door het Ctgb, het strengste toelatingsorgaan ter wereld.”
Teelt verloren
Omwonenden willen het liefst dat Van de Westelaken helemaal stopt met het gebruik van bestrijdingsmiddelen, maar dat kan volgens hem niet zomaar. “Als ik moet stoppen met paraffine-olie gaat de teelt verloren. Dan komt er een virus en is de teelt die we al vier jaar aan het opbouwen zijn waardeloos”, zegt Van de Westelaken.
En dus stappen de omwonenden naar de rechter. Die oordeelde dat het spuiten wél door mocht gaan, maar verbood de teler om meer bestrijdingsmiddelen te gebruiken dan afgesproken bij de rechtszaak. Van de Westelaken mag de teelt met zes zelf voorgestelde middelen afronden. Jansen ziet dat als een kleine overwinning: “We hebben iets bereikt, al is het spijtig dat het spuiten niet volledig is gestopt. Natuurlijk hopen we dat het uiteindelijk helemaal stopt, maar we begrijpen ook het economische belang voor de boeren.”
Lege handen
Jansen en de omwonenden stapten voorafgaand aan hun gang naar de rechtbank ook naar de gemeente, maar dat had niet het gewenste effect. “De gemeente gaf aan: 'We kunnen niets doen, het is landbouwgrond en wettelijk volledig toegestaan’. Dus ja, we stonden met lege handen,” verzucht Jansen.
Peter Raaijmakers, wethouder ruimtelijke ordening van de gemeente Sint-Michielsgestel, ziet dat anders. De gemeente onderzoekt op dit moment of en welke instrumenten er zijn om de lelieteelt te reguleren. “Zodat we uiteindelijk goed onderbouwde beslissingen kunnen nemen", zegt Raaijmakers. "Ik wil onze inwoners geen valse hoop geven door bijvoorbeeld meteen een verbod op de lelieteelt af te dwingen, terwijl op andere plekken dezelfde schadelijke stoffen worden gebruikt. Dat zou een vreemde situatie zijn.”
De rechtszaak heeft volgens Jansen wel iets in beweging gezet. “De bewustwording is aan het groeien en dat is heel belangrijk. We moeten hier met z’n allen kritisch naar blijven kijken.”
Bekijk hieronder de Pointer-uitzending 'Conflict om de lelieteelt':