Pointer en Spraakmakers (KRO-NCRV) trekken in aanloop naar de verkiezingen van 29 oktober het land in met een opvallende blikvanger: een oude Engelse bus uit de jaren zestig, omgetoverd tot pop-upredactie. De bus gaat langs Heerlen, Leeuwarden en Tilburg. Waarom deze steden? En wat hoopt de redactie ermee te bereiken? We vroegen het aan Pim Peterse, coördinator van de Pointer pop-ups.
Waarom trekken jullie er weer op uit en dit keer met een bus?
“De landelijke verkiezingen komen eraan en wij wilden daar wat mee doen. Niet op één plek, maar in meerdere steden. Hiermee hopen we de onderzoeken te actualiseren en tegelijkertijd uit te vragen welke regionale thema’s een plek in de landelijke verkiezingen zouden moeten krijgen. We vinden dat de landelijke politiek begint met lokale problematiek. De Tweede Kamer en de journalistiek leeft vaak in de Randstad-bubbel. We zijn met onze Pointer pop-ups vrij uniek, omdat we verhalen in de regio’s zoeken en lokaal onderzoek doen.
We zijn eerder in deze steden geweest, maar dan in een winkelstraat. Je moet dan net het geluk hebben om op te vallen. Doordat we nu een bus hebben zijn we flexibel en opvallend. Het is een bezienswaardigheid op zichzelf en we hopen hiermee op te vallen.”
Wat speelt er in deze steden?
“In Heerlen kregen we in 2022 tips binnen over de mijnwaterschade waardoor huizen verzakken of juist omhoogkomen. Het is een grote frustratie onder de inwoners, omdat het om ruim 10.000 huizen gaat. Er is hiervoor slechts 20 miljoen vrijgemaakt, als je dat verdeelt onder al deze huishoudens kan je daar nauwelijks je woning van herstellen.
In Leeuwarden is de uitbreiding van defensie een groot thema. Inwoners klagen al jaren over het extreme lawaai van de F-35’s. En in Tilburg draait het om de komst van een groot migrantenhotel, waar vier- tot vijfhonderd arbeidsmigranten moeten wonen. Omwonenden, vooral in het dorp Riel, maken zich zorgen dat hun kleine gemeenschap overspoeld raakt.
We willen die onderzoeken actualiseren: wat is er sindsdien veranderd? Ook willen we kijken wat voor andere problemen er in de regio spelen.”
We merken dat de steden het waarderen dat we er zijn.
Hoe werden jullie destijds ontvangen?
“Toen we in 2022 in Heerlen kwamen, waren de inwoners ontzettend blij met onze komst. Ze voelden zich echt gehoord, en ik weet nog dat ze de eerste dag zelfs vlaai kwamen brengen. In Tilburg kwamen ze met een thermoskan met koffie om met ons te praten.
Ik vind het belangrijk dat we terugkeren naar de plekken waar we eerder waren. We kunnen dan ook aan de mensen laten zien dat we nog steeds bezig zijn met hun verhalen. We houden de vinger aan de pols. Dat hebben we bij Pointer altijd gedaan, want we hebben nog artikelen over de onderwerpen geschreven, maar nu komen we weer langs om echt met de betrokkenen te praten. We merken dat de steden het waarderen dat we er zijn.”
Wat is voor jou het leukste aan de pop-ups?
“We lopen in de wereld tegen grote problematiek aan, ook in Nederland. Ik vind een soort rust in de Pointer pop-ups. Deze verhalen staan dichter bij de mens en zijn vaak heel concreet. Soms lijken de problemen uit de regio’s ondergesneeuwd te worden door grote verhalen, maar juist deze verhalen hebben ook een platform nodig. Het is niet altijd wereldschokkend, maar het raakt mensen wel direct.
Het vervelende van onderzoeksjournalistiek is dat je mensen opzoekt en binnenkrijgt met nare verhalen: burgers in de knel. Maar gelukkig zijn er ook mensen die een pop-up binnenwandelen om te vertellen hoe prachtig hun stad is, of wat er allemaal wél goed gaat. Dat vind ik mooi om te horen. Ik zou echt een boek kunnen schrijven over al mijn ervaringen bij de pop-ups.”
We willen deze verhalen niet alleen ophalen, maar ook naar Den Haag brengen.
Wat hoop je te bereiken met de Pointer pop-up bus?
“Impact is altijd lastig meetbaar. Maar we willen deze verhalen niet alleen ophalen, maar ook naar Den Haag brengen. We zetten het op de agenda. De Pointer pop-up bus is voor mij geslaagd als veel mensen de bus binnenlopen, hun verhaal doen en wij dat vervolgens verder kunnen brengen. Dit is de eerste keer dat we met de bus door het land trekken, maar hopelijk gaan we dit in het vervolg nog vaker doen.”