“Ik heb volgende week nachtdiensten, dan hoop ik dat mijn man niet meer hoeft te werken. Want wie zit hier dan thuis en past op mijn kinderen? Ik wil me geen zorgen maken om thuis. Ik moet scherp zijn als ik werk.” Voor ons onderzoek Spoedzorg bel ik met oncologieverpleegkundige Carolien*, die ons een bericht stuurde.
“Bij ons wordt de rust bewaard. Iedereen werkt superhard om de protocollen steeds aan te passen. Leefregels worden elke dag goed gedeeld en de besmette patiënten of verdachte patiënten zo snel mogelijk op de juiste plek gelegd.”
Carolien klinkt aan de telefoon kordaat. Een echte ‘aanpakker’. Ik vraag haar hoe het met haar gaat in deze bizarre tijden. “ Eigenlijk mag ik niet met je praten”, vertelt ze. ”We krijgen vanuit het ziekenhuis te horen dat we niets mogen zeggen tegen de media. Ik wil best wat vertellen maar dan graag onder een andere naam”. Het ziekenhuis waar Carolien werkt staat niet in Brabant.
Carolien is niet de enige die ons dit vertelt. Mijn collega’s en ik bellen met verschillende huisartsen, verpleegkundigen en ambulancebroeders. Ze vertellen ons allemaal dat het protocol is: praat niet met de media.
Corona-afdeling
Hoe bereiden Carolien en haar collega’s zich voor op dat wat komen gaat? Carolien: “Er is een speciale corona-afdeling opgezet met een vast team. Alle verpleegkundigen die breed inzetbaar zijn worden ingeroosterd. Studenten die niet voldoende gekwalificeerd zijn worden naar huis gestuurd. Ik zit nu met allemaal nieuwe collega’s in een team.”
In haar mail schrijft ze: “De teams zijn teams met elkaar. We moeten het samen doen. Denk dus om elkaar en zet ‘m op. Het virus komen we te boven. Zo zie je maar weer dat er een aantal groepen zijn waar de samenleving op draait. Dat moeten we koesteren.”
Carolien is strijdbaar. Ze ziet dat het ziekenhuis alles op alles zet om de storm die komen gaat goed te kunnen doorstaan. “Iedereen werkt samen. Dit is toch waarom ik dit vak zo graag doe. Mensen helpen. We moeten misschien improviseren. We zijn niet allemaal op elkaar ingespeeld maar we doen wat we kunnen. ”
Inmiddels zijn ook in het ziekenhuis waar Carolien werkt de eerste patiënten met corona opgenomen. “Een van de patiënten kreeg na een operatie last van benauwdheid. Toen pas bleek dat hij besmet was met het coronavirus. Dat is wel schrikken. Je weet dus niet wie wel en niet besmet is.”
Nachtdiensten
Carolien maakt zich op voor een zware week. Ze staat ingeroosterd voor ochtend- en nachtdiensten. Ze maakt zich zorgen om de opvang van haar kinderen. De oudste is gehandicapt en heeft speciale begeleiding nodig. Haar jongste heeft last van astma en mag om die reden niet meer naar de opvang. “De grootste zorg zit nu thuis. Hoe regel ik het goed voor mijn kinderen zodat ik met een gerust hart kan gaan werken? Ook mijn man moet nog doorwerken. Hij werkt in de voedselbranche. Hij heeft volgende week een gesprek met zijn baas. We hopen dat hij thuis kan blijven.”
De protocollen veranderen van dag tot dag op haar werk. ”Ik ben niet bang om te gaan werken. Ik bescherm mezelf goed. Iedereen is doordrongen van een goede hygiëne. We hebben voldoende in voorraad.”
Ernst van situatie
Zo goed als het in haar ziekenhuis geregeld is, zo slecht gaat het soms daarbuiten, vertelt ze. Ze verbaast zich over het gedrag van veel mensen op straat. ”Er zijn nog veel mensen niet doordrongen van de ernst van de situatie”, vertelt ze. “Ik stond deze week bij de bakker. Dan komen er steeds meer mensen binnen. Uiteindelijk staan we met acht volwassenen voor de toonbank en dan komt er nog een vrouw met een klein kindje op de arm de winkel in. En bij de visboer hetzelfde verhaal. Er werd zelfs nog met contant geld betaald.”
Heb je er iets van gezegd? Carolien zucht: ”Nee, ik had het misschien moeten doen. Het probleem is dat iedereen zo geprikkeld is en snel ontvlambaar. Ik hoor ook nog vaak mensen zeggen dat zij wel sterk genoeg zijn en er wel doorheen rollen. Dat zal voor de meeste mensen ook wel gelden. Maar je weet het niet. Dit virus gaat op je longen zitten en het slaat nu hard om zich heen.”