Stel, je vindt je werkplek in de kantoortuin onwerkbaar. Waar kun je je dan op beroepen? Kan je bijvoorbeeld een stiltewerkplek eisen, een groter bureau of je eigen kast? Voor ons onderzoek Ziek door mijn werk zoeken we het uit.

We hebben voor arbeidsomstandigheden natuurlijk de arbowet. Maar daar staan alleen algemene bepalingen in over het arbobeleid in bedrijven, maar niet specifiek iets over hoe een kantoortuin moet worden ingericht. Er blijkt één richtlijn te zijn voor de inrichting van werkplekken, maar daar hoeven bedrijven zich niet verplicht aan te houden. Deze zogeheten NEN-norm, vastgelegd door de Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut, is een vrijwillige afspraak tussen partijen.

Vierkante meters

De NEN-norm voor kantoortuinen is de NEN 1824-2010, dat laatste getal is het jaar waarin de norm is bepaald. Officieel is het de norm voor Ergonomische eisen voor de oppervlakte van (werkplekken in) administratieve ruimtes en kantoren. Wat staat daar zoal in? Onder andere dat een werkplek voldoende daglicht moet hebben, dat een werknemer minimaal vier vierkante meter ruimte moet hebben onafhankelijk van het type bureau en in een vergaderruimte krijgt elke werknemer minimaal twee vierkante meter.

Partijen met belangen

Hoe komt zo’n norm tot stand? De NEN stelt een commissie samen van verschillende partijen die moeten betalen om in de commissie te zitten. In de commissie van de NEN 1824-2010 zaten tien afgevaardigden van onder meer verzekeraar ACHMEA, vakbond FNV, kantoorinrichter ROHDE & GRAHL en ING. Een commissielid dat anoniem wil blijven zegt hierover aan de telefoon: “Het zijn goede afspraken, maar er zitten wel partijen bij die belangen hebben.” De norm wordt uitgelegd in een document, dat bedrijven via de NEN betaald online kunnen downloaden.

Geen concrete plannen

Elke vijf jaar wordt gekeken of de norm herzien moet worden. Melcher Zeilstra was de voorzitter van de commissie in 2010. Hij is ergonoom en partner bij ontwerp- en adviesbureau Intergo. “In 2015 dachten de mensen: we laten de norm even zo.” November vorig jaar is er een evaluatie geweest met de markt. Toen bleek er wel aanleiding voor herziening van de NEN 1824, maar tot nu toe zijn er geen concrete plannen om dit ook daadwerkelijk te doen.

Gezonde werkplek

Volgens Zeilstra zijn er voor de NEN 1824 verschillende ‘stakeholders’, oftewel belanghebbenden. De norm gaat over gezonde werkplekken, dus zijn werkgevers en werknemers degenen met een direct belang. Maar de norm wordt gebruikt door onder andere architecten, interieurontwerpers, meubelleveranciers. “Wie zijn nu de stakeholders?”, vraagt Zeilstra zich af. “Is dat de overheid? Een facilitair bedrijf? Zijn dat de arbodiensten, de vakbonden? Architecten? Interieurontwerpers? Uiteindelijk gaat het over de werknemers.”