Verkiezingsprogramma’s voor de Provinciale Statenverkiezingen gaan soms amper over de provincie zelf. Veel teksten zijn letterlijk overgenomen uit andere provincies of bevatten fouten.

Dat blijkt uit onderzoek van AD, Pointer en Nieuwscheckers.

Wie vorige maand het partijprogramma van de BoerBurgerBeweging in Zeeland las, stuitte op een opmerkelijke paragraaf. De Zeeuwse afdeling sprak zich daarin uit tegen een aftakking van de Betuweroute in de Achterhoek, en twijfelde nog over de Lelylijn van Lelystad naar Heerenveen. Navraag leerde dat de twee fragmenten uit de programma’s voor Gelderland en Friesland per ongeluk naar Zeeland waren gekopieerd.

Passages in het Zeeland programma van BBB die over betuwelijn en Lelylijn gaan

Uit dataonderzoek van onderzoeksplatform Pointer, Nieuwscheckers en AD blijkt dat Forum voor Democratie, JA21, Partij voor de Dieren, Jezus Leeft, de Algemene Waterpartij (AWP) en Denk partijprogramma’s gebruiken die in alle provincies grofweg hetzelfde zijn. Andere politieke partijen schreven per provincie juist een heel specifiek programma.

Kiezers lezen de programma’s nauwelijks

Deze uitkomsten roepen de vraag op hoe zinnig het is om provinciale partijprogramma’s te lezen. En ons onderzoek levert ook direct antwoord op die vraag: dat doet dan ook bijna niemand. “Kiezers krijgen al heel weinig mee van debatten en flyers, laat staan dat ze programma’s lezen”, legt politiek onderzoeker Simon Otjes van Universiteit Leiden uit.

Verkiezingsprogramma's zijn er vooral voor de kieswijzer

Simon Otjes, onderzoeker Universiteit Leiden

Uit Otjes’ onderzoek blijkt verder dat programma’s vooral belangrijk zijn voor de coalitie-onderhandelingen ná de verkiezingen. Partijen lezen elkaars programma’s wel, zodat ze beter kunnen inschatten wat ze aan elkaar hebben. “We weten bijvoorbeeld dat bij gemeenten partijen eerder met elkaar in een coalitie komen als hun programma’s overeenkomsten hebben.”

De 1000 euro die er niet kwam

Of programma’s heel specifiek of juist heel algemeen zijn, is volgens Otjes afhankelijk van hoe centraal een partij geleid wordt. “Het verbaast me niets dat Forum voor Democratie en Partij voor de Dieren een algemeen programma hebben, want die worden heel centraal aangestuurd. Thierry Baudet weet volgens zichzelf precies hoe de wereld in elkaar zit, dus die hoeft niet gebruik te maken van de expertise van zijn leden.”

Maar heel specifieke programma’s brengen ook valkuilen met zich mee. “In een coalitieland is er geen enkel programma dat helemaal wordt gerealiseerd”, weet Tom Louwerse, politiek wetenschapper bij Universiteit Leiden. Elke verbroken belofte kan als een boemerang terugkeren. “Iedereen kan zich nog de 1000 euro herinneren die Mark Rutte aan elke Nederlander beloofde, vooral omdat die er níet kwam.”

Landelijke partijen steeds meer onherkenbaar

Merkstrateeg Marc Oosterhout van reclamebureau N=5 weet nog een ander nadeel van te specifieke programma’s. Want hoe meer je als landelijke partij in detail treedt, hoe groter de kans dat je als gemeente of provincie de landelijke lijn doorkruist.

Een foutje dat er doorheen is geglipt in een enorm hectische periode

Henk Vermeer, campagneleider BBB

“Neem CDA en VVD, die in sommige provincies ingaan tegen het landelijke stikstofbeleid. Dat is voor kiezers heel verwarrend. Je wilt als stemmer de basisgedachte van ‘jouw’ partij herkennen, bevestigd worden in wat je vindt. Daar gaan deze partijen op de lange termijn nog wel last van krijgen, want zo worden ze steeds meer onherkenbaar.” De BBB doet dat volgens Oosterhout veel handiger. “Daar valt elk provincieprogramma samen met de landelijke positionering."

Kerncentrales

Rest de vraag: hoe kwamen de Betuweroute en Lelylijn in Zeeland terecht? Volgens BoerBurgerBeweging-campagneleider Henk Vermeer zijn die het gevolg van een ‘iets te enthousiaste medewerker’. “Het is een foutje dat er doorheen is geglipt in een enorm hectische periode. We hebben het gelijk rechtgezet."

Een ander opvallend punt gaat over de Lelylijn. De BBB-politici in Flevoland zijn er in hun programma laaiend enthousiast over, die in Friesland plaatsen de nodige kanttekeningen. Volgens Vermeer staat dat er bewust zo in. “We zijn in de basis niet tegen die lijn, maar we zien ook nadelen. Zo willen we juist laten zien dat deze verkiezing gaat over de Provinciale Staten.”

Dat verschil tussen provincies zie je bij de BBB ook terug bij kerncentrales, stipt Vermeer aan. ,,Daar zijn we landelijk ook voor, maar het programma in Utrecht plaatst vraagtekens. We snappen dat in een stedelijk gebied als de provincie Utrecht er moeilijk een locatie voor te vinden is.”

Reacties andere partijen

Yildirim Usta legt namens Denk uit dat de partij (die in drie provincies meedoet) overal vanuit dezelfde, gezamenlijk opgestelde basis werkt. “Daardoor kan het lijken alsof het een en hetzelfde plan is. Maar de provinciale lijsttrekkers geven elk een eigen invulling aan het programma van de landelijke partij.” Dat is anders dan bij grotere, oudere partijen die overal in het land lokale afdelingen hebben. “Die kunnen zelfstandig een specifiek programma per provincie maken.”

Bij AWP kunnen provincies voor hun programma kiezen uit vijf landelijke standpunten. “Regionale afdelingen mogen er daar hooguit drie van overnemen”, legt interimvoorzitter Fokke van Zeijl uit. “Zaken als ondergrond, watersysteem, grondgebruik en bebouwingsdichtheid zijn per provincie namelijk verschillend.” In Zeeland en Limburg speelt vooral waterveiligheid, in Gelderland en Overijssel zijn er vooral problemen met grondwaterniveaus. “Zo kunnen we inspelen op de regionale actualiteit.”

Voor de Partij voor de Dieren is ‘koersvast’ zijn onderdeel van haar profiel, stelt voorlichter Willem van den Oetelaar. “De oplossingen die nodig zijn voor een provincie met meer boeren, meer natuur en waar gezondheid op één staat, zijn in alle provincies gelijk. Daarom zul je in onze provinciale partijprogramma's logischerwijs geen grote verschillen aantreffen."

“We willen ons programma graag zo simpel mogelijk maken, want niemand gaat dertig pagina’s lezen”, luidt de ontnuchterende reactie van Jezus Leeft-oprichter Joop van Ooijen, wiens programma vrijwel overal identiek is. De partij werkt met een landelijke programma dat per provincie wordt aangevuld. “Zoals gas in Groningen of problemen met stikstof. Maar de meeste provincies zeggen: we zetten er drie dingen bij, and that’s it.” Bovendien, stelt Van Ooijen, maakt het toch niet uit. “De overheid houdt ons bewust onder de radar. Iedereen die een stemwijzer bezoekt, kiest voor de optie om alleen de resultaten voor de grote partijen te tonen. Het is allemaal een grote leugen, om moedeloos van te worden.”

Verantwoording onderzoek

Algemeen Dagblad, onderzoeksplatform Pointer (KRO-NCRV) en Nieuwscheckers (Universiteit Leiden) hebben voor de factcheckmarathon van de Provinciale Statenverkiezingen alle verkiezingsprogramma's verzameld. Pointer-datajournalist Thomas de Beus hakte ze per partij op in zinsdelen van drie achtereenvolgende woorden. Vervolgens analyseerde hij hoe vaak deze zinsdelen voorkomen in de partijprogramma’s per provincie. Hoe vaker dezelfde fragmenten voorkomen in verschillende programma’s, hoe meer ze op elkaar lijken. De Beus gebruikte hierbij de statistische methode ‘Jaccard Index’ via de software van textreuse.

Factcheck-marathon

Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van de gezamenlijke factcheckmarathon van het AD, Nieuwscheckers en Pointer (KRO-NCRV) in de aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen op 15 maart 2023.

Makers

Onderzoeksjournalist, Algemeen Dagblad