Van de 218 gemeenten waar tijdens de Tweede Wereldoorlog Joods vastgoed is geroofd laten 135 gemeenten hun eigen rol in deze roofhandel onderzoeken. Joodse terugkeerders werden vlak na de bevrijding in veel gemeenten geconfronteerd met een kille en onsympathieke behandeling: sommigen moesten zelfs achterstallige belastingen betalen over de periode dat zij ondergedoken of in vernietigingskampen zaten. 83 gemeenten hebben nog geen onderzoek aangekondigd; daarvan zeggen 53 gemeenten waar vastgoedtransacties hebben plaatsgevonden expliciet geen onderzoek naar hun eigen rol te doen.

Dat blijkt uit een vragenronde van Pointer onder alle gemeenten die in de zogeheten Verkaufsbücher staan: een bestand met meer dan 7.000 registraties van onteigend en doorverkocht Joods vastgoed tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze woningen en stukken grond werden door de Duitse bezetter afgepakt van Joodse eigenaren, en vervolgens doorverkocht. Van de winst werden anti-Joodse maatregelen gefinancierd, zoals kamp Westerbork en het treintransport naar de vernietigingskampen.

In de Verkaufsbücher worden 25 gemeenten genoemd die zelf panden hebben gekocht van de bezetter. De 135 gemeenten die onderzoek doen willen vooral weten of dat voor hen geldt en wat hun precieze rol daarin is geweest. Daarnaast onderzoeken gemeenten hun omgang met de teruggekeerde Joden na de Tweede Wereldoorlog. Zo is bekend dat enkele gemeenten na de bevrijding achterstallige belasting hebben geïnd bij de Joodse terugkeerders. Ook zijn gevallen bekend van gemeenten die het rechtsherstel hebben gefrustreerd, onteigende woningen hebben gehuurd of weinig coulant waren voor hun Joodse inwoners als zij in de financiële problemen kwamen door traag rechtsherstel.

Pointer onderzoekt sinds 2020 welke verhalen schuilgaan achter deze transacties en vraagt welke gemeenten onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren naar hun eigen rol in deze roofhandel. Inmiddels hebben 74 gemeenten zo’n onderzoek afgerond. In enkele gevallen leiden deze rapporten tot moreel rechtsherstel: een burgemeester die concludeert dat er nu nog iets goed te maken valt met de lokale Joodse gemeenschap. In bijvoorbeeld Eindhoven, Apeldoorn, Lochem en Winterswijk heeft dat geleid tot donaties van tien- tot honderdduizenden euro's aan Joodse stichtingen en herdenkingscentra.

Geen onderzoek

In 53 gemeenten wordt nog geen onderzoek uitgevoerd, terwijl daar wel transacties van Joods vastgoed hebben plaatsgevonden. In totaal gaat het dan om 407 transacties. In 2 van deze gemeenten - Altena en Hillegom - kocht de gemeente zelf Joodse panden van de bezetter, zo blijkt uit de Verkaufsbücher: .

Sommige gemeenten zien de noodzaak niet om een onderzoek in te stellen: Zo antwoordt een woordvoerder van de gemeente Nieuwkoop meerdere jaren achtereen op onze vragenlijst: “Wij hebben momenteel niet de indruk dat tijdens WO II in onze relatief kleine kernen Joods vastgoed is onteigend of verkocht.” Desondanks hebben er twee transacties binnen deze gemeente plaatsgevonden, zo blijkt uit de Verkaufsbücher: een woning aan de Langeraar 159/160 in Ter Aar en een stuk grond in de Zevenhovensche Polder.

Andere gemeenten zeggen dat zij op dit moment geen Joodse gemeenschap meer hebben, en daarom de noodzaak van een onderzoek niet inzien. Of dat zij wachten tot nabestaanden zich melden. Een andere reden is dat gemeenten vooronderzoek door een regionaal of gemeentelijk archief laten uitvoeren en vervolgens besluiten om geen onafhankelijk onderzoek te laten doen.

In deze gevallen wordt vaak oppervlakkig uitgezocht of er rechtsherstel heeft plaatsgevonden en of er iets over geïnde belastingen terug te vinden is, zaken die relatief eenvoudig in documenten zijn terug te vinden. Veel gemeenten stellen na onafhankelijk onderzoek juist vast dat moreel rechtsherstel verder gaat dan dat: welke behandeling kregen teruggekeerde Joden? Hoe verliep het lange proces van rechtsherstel? Dat zijn feiten die bij zo'n beperkt vooronderzoek veelal niet boven tafel komen.

Van 30 gemeenten is niet bekend of zij onderzoek gaan instellen. Zij hebben niet geantwoord op de vragenlijst. In deze gemeenten hebben in totaal 262 transacties plaatsgevonden.

Staat jouw woning op de kaart?

Header van een kaart

Hier staan van Joden onteigende panden bij jou in de buurt

'Hoe minder Joden, hoe meer noodzaak'

Gemeenten die nog steeds geen onafhankelijk onderzoek naar hun eigen rol in de roofhandel van Joods vastgoed willen doen, moeten 'bij zichzelf te rade gaan', vindt Bart Wallet, hoogleraar Joodse Studies aan de Universiteit van Amsterdam. "Zij hebben in zekere zin een verplichting richting hun vermoorde burgers. Mensen van je eigen gemeente die zijn weggevoerd, die zijn vermoord, die niet zijn teruggekeerd."

"Het is toch een soort gewetensvraag: Zijn wij op een integere manier met het resterende onroerend goed van deze mensen omgegaan?", vraagt Wallet zich hardop af. "Hebben wij er alles aan gedaan om dat op een respectvolle manier te doen? En waarom zou je voor die vragen weglopen?"

Ook opperrabbijn Binyomin Jacobs vindt het onbegrijpelijk dat 53 gemeenten nog geen onderzoek uitvoeren. Vooral het excuus dat nabestaanden zich niet hebben gemeld, steekt de spiritueel leider van de Nederlandse Joden. "Natuurlijk heeft niemand zich gemeld, want ze zijn vermoord. Hoe minder Joden overgebleven zijn, des te meer noodzaak om wel onderzoek te doen."

Doet jouw gemeente nog geen onderzoek?

Stuur een brief naar jouw gemeente over de vastgoedboeken

Stuur een brief naar je gemeente als je vragen hebt over geroofd Joods vastgoed

Ruim 70 gemeenten doen onderzoek naar haar eigen rol bij de onteigening en doorverkoop van Joodse panden. Spoor andere gemeenten aan om onderzoek te doen.

Jacobs pleit er dan ook voor om gemeenten die geen onderzoek doen, in de openbaarheid te brengen. Maar wat we ook zien, is dat gemeenten juist naar aanleiding van onze jaarlijkse vragenronde een onderzoek aankondigen. In Vaals — waar twee transacties hebben plaatsgevonden — wordt na een vooronderzoek nu een ‘diepgaander vervolgonderzoek’ uitgevoerd.

"Het vervolgonderzoek moet een sluitend antwoord geven op de vraag of er naast de twee genoemde transacties nog andere transacties hebben plaatsgevonden”, laat een woordvoerder van de gemeente weten. “Ook gaan zij (de onderzoekers, red.) onderzoeken of de gemeente betrokken was bij transacties, of er rechtsherstel heeft plaatsgevonden, of het rechtsherstel is gefrustreerd en of er onterecht belastingen of heffingen zijn geïnd."

Ook de Friese gemeente Harlingen gaat zo’n onderzoek instellen. "Elk jaar herdenken wij in stilte het leed dat Harlingers in de Tweede Wereldoorlog is aangedaan. Zowel Joodse als niet-Joodse inwoners", zegt Ina Sjerps, burgemeester van Harlingen. "Over generaties heen blijven we geraakt door verhalen zoals het bombardement op Harlingen in november 1941." In de Verkaufsbücher zijn 32 onteigende panden in Harlingen terug te vinden. Burgemeester Sjerps: "Als gemeente gaan we hier onderzoek naar doen. Het zijn 32 verhalen uit Harlingen die nog steeds in stilte worden gevoeld maar hardop mogen worden verteld."

Bekijk de uitzending

Header bij tv-uitzending over verdwenen Joods erfgoed

De Vergeten Graven

Makers