De ‘banenafspraak’ is onderdeel van de Participatiewet die er voor moet zorgen dat er 125.000 werkplaatsen worden gecreëerd voor mensen met een beperking. Onderdeel van die afspraak is dat werkgevers mensen uit het doelgroepregister moeten aannemen. In dit register staan mensen met een arbeidsbeperking. Echter, niet iedereen met een beperking komt in aanmerking voor dit register. En dat vinden sommige werkgevers nogal ‘contraproductief’. ABN AMRO: ‘Wij willen iedereen een eerlijke kans geven en ook mensen met een beperking aannemen die buiten de Banenafspraak vallen.’

Sven Romkes werkt al een paar jaar als projectmedewerker op de afdeling Diversity & Inclusion bij ABN-AMRO. De bank hanteert een actief beleid als het gaat om mensen met een beperking aan een baan helpen, maar wordt daarbij naar eigen zeggen tegengewerkt door de Participatiewet. ‘Wij zoeken vaak hoger opgeleide mensen, maar omdat niet iedereen met een beperking onder de Banenafspraak valt, is de keuze beperkt. Wij willen daarom ook mensen met een arbeidsbeperking aannemen die buiten de Banenafspraak vallen.’

In de huidige wetgeving is het namelijk zo geregeld dat mensen met een Wajong- en WSW- en WWB-uitkering in het zogenoemde doelgroepregister staan en dus onder de Banenafspraak vallen, terwijl mensen met bijvoorbeeld een WIA-uitkering die ook een arbeidsbeperking hebben niet onder deze regeling vallen. En dat werkt contraproductief, vindt Romkes. Want als hij iemand met een beperking buiten het doelgroepregister wil aannemen, telt deze persoon niet mee voor de Banenafspraak. De werkgever loopt in dat geval het risico een boete te krijgen voor het niet voldoende aannemen van mensen uit het doelggroepregister. En dat terwijl de gedachte achter de Banenafspraak is dat méér mensen met een beperking aan het werk moeten komen.

Frustrerend

‘Oneerlijk,' vindt ook Larissa Bergshoeff dit systeem. Zij werkt voor de Stichting Emma at Work, een organisatie die chronisch zieke en gehandicapte jongeren aan het werk helpt. ‘Soms verschijnt er een vacature waar wij de perfecte kandidaat met beperking voor hebben, maar die niet onder de Banenafspraak valt. Deze persoon stellen wij dan voor aan de werkgever. Het gebeurt steeds vaker dat de werkgever toch voor een minder geschikte kandidaat kiest die wel onder de wet valt. Die telt tenminste mee voor de Banenafspraak en is financieel aantrekkelijk.’

Het is volgens Bergshoeff een frustrerende situatie aan het worden en leidt tot concurrentie tussen arbeidsbeperkten. ‘Door de participatiewet komen er steeds meer banen vrij, maar alleen voor mensen met het juiste label. Andere mensen met een beperking vallen hierdoor buiten de boot terwijl ze mogelijk geschikter zijn voor de functie. Mensen met een beperking concurreren nu op basis van hun uitkering in plaats van op hun vaardigheden.’

Oplossing

Bergshoeff vindt daarom dat het doelgroepregister breder moet worden. ‘Het doelgroepregister moet worden uitgebreid zodat alle mensen met een handicap een kans hebben op een baan.’ Ook zal dit volgens haar een positieve invloed hebben op de ‘succeservaringen’ van werkgevers. Omdat werkgevers een bredere doelgroep hebben om uit te kiezen zal er volgens haar sneller een match zijn tussen werkgever en werknemers met een beperking.

Romkes is het met haar eens. ‘Het is voor bedrijven spannend om mensen met een beperking aan te nemen. Maar omdat niet iedereen het juiste vinkje heeft en dus niet meetelt voor de wet moedigt dat de werkgever niet aan. Als iedereen onder dezelfde regeling zou vallen, dan is dat veel duidelijker en zullen werkgevers daar meer voor open staan.'